3. SSB Flashcards
K1
Flexie dysfunctie - kenmerken
SSB - Cranium
- beperkt in extensie, normaal in flexie
- os sphenoidale beperkt in posterior rotatie
- os occipitale beperkt in anterior rotatie
Kenmerken:
- transversale diameter schedel vergroot, antero-posteriore en cranio-caudale diameter verkleint
- ala major ant-inf-lat
- laterale hoek van het os occipitale infero-lateraal
- voorhoofd platter en wijder
- diagonale diameter van de ogen (van superomediaal naar inferolateraal) vergroot
- gehemelte vlak
- mandibula breder
- afstaande oren
- basis sacrum naar postero-superior
K2
Extensie dysfunctie - kenmerken
SSB - Cranium
- beperkt in flexie, normaal in extensie
- os sphenoidale beperkt in anterior rotatie
- os occipitale beperkt in posterior rotatie
Kenmerken:
- transversale diameter schedel verkleint, antero-posteriore en cranio-caudale diameter vergroot
- ala major postero-supero-mediaal
- laterale hoek van het os occipitale supero-mediaal
- voorhoofd smaller en ter hoogte van sutura metopica naar voren
- diagonale diameter van de ogen (van superomediaal naar inferolateraal) verkleint
- gehemelte hoog
- mandibula smaller en kinpunt naar voren
- oren tegen hoofd aan
- basis sacrum naar antero-inferior
K3
Torsie dysfunctie - kenmerken
SSB - Cranium
- Een torsiedysfunctie betekent dat de tegenovergestelde rotatie van het os sphenoidale en het os occipitale in de ene richting vrij is en in de andere richting beperkt
- De torsie wordt benoemd naar de zijde van de hoge ala major
- Bij een torsie Re vinden we het Re hemicranium in externe rotatie en het Li hemicranium in interne rotatie
- Het omgekeerde vindt plaats bij een torsie Li
K4
Sidebending rotation dysfunctie - kenmerken
SSB - Cranium
3 bewegingsassen:
- een verticale as voor het os sphenoidale door het midden van de corpus
- een verticale as voor het os occipitale door het midden van het foramen magnum
- een antero-posteriore as, zoals bij de torsie
- as 1 en 2 draaien tegengesteld = sidebending
- as 3 draait craniaal aan concave zijde
- De sidebending rotation wordt benoemd naar de zijde van de convexiteit
K5
Vertical strain dysfunctie - kenmerken
SSB - Cranium
- het os sphenoidale en het os occipitale roteren rond hun transversale as (net zoals bij flexie-extensie), maar dan in dezelfde richting
- ter hoogte van de SSB: het posteriore deel van de corpus van het os sphenoidale en het basilaire deel van het os occipitale bewegen in tegengestelde richting
- Een vertical strain dysfunctie betekent dat de rotatie in dezelfde richting rond een transversale as van het os sphenoidale en het os occipitale in de ene richting vrij is en in de andere richting beperkt.
- De vertical strain wordt benoemd naar de beweging van het posteriore deel van de corpus van het os sphenoidale
- Bij een vertical strain hoog maken beide botten een anterior rotatie, bij een vertical strain laag een posterior rotatie.
K6
Lateral strain dysfunctie - kenmerken
SSB - Cranium
- os sphenoidale en os occipitale roteren rond hun verticale as (net zoals bij sidebending), maar dan in dezelfde richting
- ter hoogte van de SSB bewegen het posteriore deel van de corpus van het os sphenoidale en het basilaire deel van het os occipitale in tegengestelde richting
- bij een lateral strain dysfunctie is de rotatie in dezelfde richting rond een verticale as van het os sphenoidale en het os occipitale in de ene richting vrij en in de andere richting beperkt
- de lateral strain wordt benoemd naar de beweging van het posteriore deel van de corpus van het os sphenoidale
- bij een lateral strain Re maken beide botten een Li-om rotatie
- bij een lateral strain Li een Re-om rotatie
- de kwadranten worden in het geval van lateral strain niet in externe of interne rotatie beïnvloed
- Er is eerder sprake van een ruitvormige deformatie van de schedel, waarbij de schedelhelft aan de zijde van de lateral strain naar anterior verschoven is ten opzichte van de andere schedelhelft
T1
Luistertest SSB
SSB - Cranium
- algemene handgreep
- voer een passieve luistertest uit
- de flexie-extensiebeweging grijpt plaats onder invloed van het PRM en is dus altijd betrokken. Ofwel hebben we een:
- normale flexie-extensie
- flexiedysfunctie
- extensiedysfunctie
- compressie
De andere dysfuncties van de SSB zijn onderliggend maar worden duidelijk telkens als de schedel zich in de flexiefase van het PRM bevindt. Dit kan de indruk geven alsof de schedel bv. zelf een torsie uitvoert, maar het gaat wel degelijk om een schedel met een torsie die flexie-extensie uitvoert.
T2
Impulstest SSB
SSB - Cranium
O. voert onder een algemene handgreep een impulstest uit in de verschillende richtingen:
- flexie
- extensie
- torsie Li en Re
- sidebending rotation Li en Re
- vertical strain hoog en laag
- lateral strain Li en Re
N0
Normalisatieprincipes
SSB - Cranium
Indirect
- Hierbij wordt gezocht naar het PBLT in de vrije richting
- Igv een flexiedysfunctie kan dit verder ondersteund worden met een inspiratorische apnoe en een dorsiflexie van de voeten
- igv een extensiedysfunctie met een expiratorische apnoe en een plantairflexie
- Bij andere dysfuncties kan vastgesteld worden welke van deze ondersteunende bewegingen zinvol zijn.
Exaggeration
- Een indirecte techniek
- SSB wordt in de dysfunctierichting gebracht tot op de fysiologische grens
- Alle andere bewegingen worden toegelaten met uitzondering van de tegenstelde beweging van de dysfunctie
- Dit wordt vastgehouden tot release
- Deze techniek wordt meest toegepast bij reeds langer aanwezig zijnde dysfuncties.
Direct
- SSB wordt in de corrigerende richting gebracht tot op de fysiologische grens
- Aansluitend de SSB toe een klein beetje terug te bewegen (ontspanning van de dura zodanig dat deze niet weerstandig blijft aan de uitgeoefende kracht)
- houden de SSB daar tot release
- Deze techniek wordt vooral toegepast bij traumatische dysfuncties en bij jonge kinderen
Stacking-up
- meerdere dysfuncties worden samen behandeld
- het best in volgorde van grootte en ernst van de dysfuncties
- kan zowel als indirecte als directe techniek worden toegepast.
N1
Flexiedysfunctie
SSB - Cranium
calvaria handgreep:
- met wijsvingers ala major naar antero-inferior
- met pinken squama occipitalis naar antero-inferior
fronto-occipitale handgreep:
- met frontale hand sutura metopica naar binnen en processi zygomatici naar antero-inferior
- met andere hand os occipitale naar antero-inferior
N2
Extensiedysfunctie
SSB - Cranium
calvaria handgreep:
- met wijsvingers ala major naar postero-supero-mediaal
- met pinken squama occipitalis naar postero-superior
fronto-occipitale handgreep:
- met frontale hand processi zygomatici naar postero-supero- mediaal
- met andere hand os occipitale naar postero-superior
N3
Torsiedysfunctie, rechts
SSB - Cranium
calvaria handgreep:
- met Re wijsvinger ala major naar superior
- met Re pink os occipitale naar inferior
- met Li wijsvinger ala major naar inferior
- met Li pink os occipitale naar superior
fronto-occipitale handgreep:
- met frontale hand Re processus zygomaticus naar superior en Li naar inferior
- met occipitale hand Re zijde van os occipitale naar inferior en Li zijde naar superior
N4
Sidebending rotationdysfunctie, rechts
SSB - Cranium
calvaria handgreep:
- Re wijsvinger en Re pink uit elkaar (wijsvinger naar anterior, pink naar posterior)
- Li wijsvinger en Li pink naar elkaar toe (wijsvinger naar posterior, pink naar anterior)
- aansluitend Re hand naar caudaal, Li hand naar craniaal
fronto-occipitale handgreep:
- frontale en occipitale hand aan de Re zijde uit elkaar en aan de Li zijde naar elkaar toe
- aansluitend Re schedelhelft naar caudaal, Li schedelhelft naar cranaal
N5
Vertical strain dysfunctie, hoog
SSB - Cranium
calvaria handgreep:
- met wijsvingers ala major naar antero-inferior
- met pinken squama occipitalis naar postero-superior
fronto-occipitale handgreep:
- met frontale hand processi zygomatici naar antero-inferior
- met andere hand os occipitale naar postero-superior
Opmerking: In het geval van een vertical strain hoog in translatie is de impuls op ala major/frontale naar superior, op os occipitale naar inferior. Bij langer bestaande vertical strain in translatie kan mogelijks een trapvorming gevoeld worden ter hoogte van de sutura coronalis.
N6
Vertical strain dysfunctie, laag
SSB - Cranium
calvaria handgreep:
- met wijsvingers ala major naar postero-supero-mediaal
- met pinken squama occipitalis naar antero-inferior
fronto-occipitale handgreep:
- met frontale hand processi zygomatici naar postero-supero- mediaal,
- met andere hand os occipitale naar antero-inferior