2. RTM Flashcards
T1
Luistertest RTM
RTM - Cranium
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- handvatting volgens calvaria
- tijdens het volgen van het RI kan men bij een verhoogde tonus van het RTM een abrupter wisselen van de ER in IR fase en omgekeerd waarnemen, in plaats van een ronde beweging
- deze beweging wordt ook wel ‘zaagtand’ of ‘haaientand’ genoemd
T2
Mobiliteitstest RTM
RTM - Cranium
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- handvatting volgens calvaria
- O. voert een impulstest uit aan het begin van de externe- en interne rotatie
N0
Voorwaarden normalisatie
RTM - Cranium
Voorwaarden
- Vrij zijn van de diaphragmata
- diaphragma suboccipitaal
- diaphragma cervicothoracaal (A-P en transversaal)
- diaphragma thoracolumbale
- diaphragma pelvis
- Vrij zijn van longitudinale en diagonale spierketens
- Struyff
- Busquet
- Lessen MFA
- Mezières
N00
Indeling normalisaties
RTM - Cranium
Longitudinaal systeem intracranieel (falx cerebri en falx cerebelli)
- A-P richting
- Superiore-inferiore richting
Horizontaal systeem (tentorium cerebelli)
- A-P richting
- Transversale richting
Longitudinaal systeem intraspinaal
Behandeling in 2 fasen:
- concentrisch (weefsel in de spanning zijn werk laten doen)
- excentrisch (als weefsel toelaat spanning op weefsel zetten)
N1
Falx Cerebri in A-P richting
Concentrisch = Frontal Spread
longitudinaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- beide handen liggen op os frontale, sutura metopica ligt tussen beide wijsvingers
- beide ringvingers haken lateraal aan proc. zygomaticus van os frontale
- de beide pinken ondersteunen de ringvingers
- de middelvingers liggen ontspannen op os frontale
- de duimen raken de schedel niet aan
Normalisatie:
- de ringvingers brengen de procc zygomatica van het os frontale naar antero-caudo-lateraal
- de beide wijsvingers geven een lichte druk op de sutura metopica om een externe rotatie in te leiden
- hierdoor wordt de A-P diameter van de falx minder en daardoor ook de membraanspanning.
Opmerking:
De spread-techniek wordt beëindigd, wanneer er niet meer ontspanning in de falx waarneembaar is of wanneer de LCS- fluctuatie tot ‘stilstand’ gekomen is en het os frontale naar interne rotatie wil bewegen
N2
Falx Cerebri in A-P richting
Excentrisch = Frontal Lift
longitudinaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- beide handen liggen op os frontale, sutura metopica ligt tussen beide wijsvingers
- beide ringvingers haken lateraal aan proc. zygomaticus van os frontale
- de beide pinken ondersteunen de ringvingers
- de middelvingers liggen ontspannen op os frontale
- de duimen raken de schedel niet aan
Normalisatie:
- de ringvingers oefenen aan de zijkanten van het os frontale een lichte druk uit naar mediaal en brengt het os frontale zo in een interne rotatie
- wanneer het os frontale naar anterior begint te bewegen kan de mediale druk van de ringvingers losgelaten worden
- tegelijkertijd oefenen de vingers een tractie naar anterior uit, deze trek is zeer zacht
- bij elke ontspanning van het weefsel wordt de nieuwe spanningsgrens van het os frontale naar anterior gezocht
Opmerking:
Laat zeker bij deze techniek nooit plotseling de handen los, men zou zo een dysfunctie kunnen veroorzaken
N3
Falx Cerebri in A-P richting
Excentrisch = Frontal Lift
variatie
longitudinaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- de hypothenar haken lateraal aan de procc. zygomatici van het os frontale
- de overige vingers kruisen elkaar ter hoogte van de eindfalanxen
- bij de andere variant zijn de overige vingers in bidgreep
Normalisatie:
- de ringvingers oefenen aan de zijkanten van het os frontale een lichte druk uit naar mediaal en brengt het os frontale zo in een interne rotatie
- wanneer het os frontale naar anterior begint te bewegen kan de mediale druk van de ringvingers losgelaten worden
- tegelijkertijd oefenen de vingers een tractie naar anterior uit, deze trek is zeer zacht
- bij elke ontspanning van het weefsel, wordt de nieuwe spanningsgrens van het os frontale naar anterior gezocht
N4
Falx Cerebri in Inf.-Sup. richting
Concentrisch = Parietal Spread
longitudinaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- duimen kruisen over de sutura sagittalis en liggen naast deze sutuur
- de wijsvingers liggen bilateraal op angulus sphenoidalis van het os parietalis
- de ringvingers liggen bilateraal op angulus mastoïdeus van ossa parietalis
Normalisatie:
- de duimen oefenen een lichte druk uit naar caudaal, zodat de sinus sagittalis naar caudaal gaat en de spanning van de falx cerebri in haar superiore-inferiore richting minder wordt
- de wijs- en ringvingers ondersteunen de beweging
- de techniek kan gestopt worden wanneer er geen nieuwe ontspanning meer waarneembaar is
Opmerking:
- Bij deze techniek kan een verbeterde drainage van de sinussen sagittalis superior en -inferior optreden
- ook kan de circulatie van de subarachnoidaalruimte en de laterale ventrikels verbeteren
N5
Falx Cerebri in Inf.-Sup. richting
Excentrisch = Parietal Lift
longitudinaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- de wijsvingers liggen of angulus sphenoidalis van ossa parietalis
- de ringvingers liggen op angulus mastoideus van ossa parietalis
- duimen liggen niet op de schedel
Normalisatie:
- de wijs-, middel- en ringvingers (ondersteunt door de pink) voeren een lichte druk naar mediaal uit
- hierdoor komen de ossa parietalis ‘los’ van de beide ossa temporalia
- nu wordt een lichte tractie vanuit de vingers aan de beide ossa parietalis gegeven naar craniaal en iets naar posterior
N6
Tentorium cerebelli in A-P richting
Compressietechniek (concentrisch)
horizontaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- duimen liggen op het ala major van os sphenoidale
- de middel- en ringvingers liggen op supraocciput
Normalisatie:
- de duimen maken synchroon een lichte druk naar posterior
- de middel- en ringvingers geven in de richting van het SSB een compressie
N7
Tentorium cerebelli in A-P richting
Decompressietechniek (excentrisch)
horizontaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- duimen liggen op het ala major van os sphenoidale
- de middel- en ringvingers liggen op supraocciput
Normalisatie:
- de duimen geven een lichte trek naar anterior
- de middel- en ringvingers naar posterior
Opmerking:
Bij volwassenen is het gewicht van het hoofd genoeg op de normalisatie plaats te laten vinden (middel- en ringvingers hoeven geen trek naar posterior uit te oefenen)
N8
Tentorium cerebelli in transversale richting
IR van os. temporale (concentrisch)
horizontaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- de duimmuizen liggen op pars mastoïdea van os temporale
- de duimen zijn anterolateraal van de sutura occipitomastoïdea
- de handpalmen liggen op squama occipitale
Normalisatie:
- de duimen geven een lichte druk op pars mastoïdea naar posterior en mediaal
N9
Tentorium cerebelli in transversale richting
ER van os. temporale (excentrisch)
horizontaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- de duimmuizen liggen op pars mastoïdea van os temporale
- de duimen zijn anterolateraal van de sutura occipitomastoïdea
- de handpalmen liggen op squama occipitale
Normalisatie:
- de duimen geven een lichte druk op procc. mastoïdea naar posterior en mediaal
N10
Tentorium cerebelli in transv. richting
Ear Pull
horizontaal systeem intracraniaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- de duimen liggen net caudaal van de meatus aucusticus externa
- de wijs- en middelvinger liggen dorsaal van de lobulus auriculae (oorlel), zo dicht mogelijk tegen het os temporale aan
- de duimen en vingers omvatten het antitragis en de lobulus auriculae
Normalisatie:
- er wordt een lichte tractie in de richting van het pars pertrosa van het os temporale uitgeoefend, in de richting naar lateraal, posterior en craniaal
- deze trek wordt heel langzaam opgevoerd, blijft echter onder het niveau dat het weefsel een tegenreactie geeft
- tijdens dat de tractie uitgeoefend wordt kan de trekrichting steeds variëren vanwege het spanningspatroon van het tentorium en de suturae
N11
behandeling dura mater spinalis
via occiput en atlas
longitudinale systeem intraspinaal
RTM - Cranium
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- beide handen liggen onder het os occipitale, in de richting van de voeten
- de toppen van de vingers liggen caudaal van het os occipitale op de arcus posterior van de atlas
Normalisatie:
- de middelvingers brengen de arcus posterior naar anterior
- de overige vingers brengen het os occipitale naar posterior
- O. wacht op een ontspanning van de suboccipitaal musculatuur
- aansluitend oefenen de vingers een lichte tractie aan het os occipitale uit naar craniaal
Opmerking:
Het kan zijn dat men een restrictie voelt, dan wacht men even tot deze zich oplost en gaat verder naar de volgende restrictie