4. Fluctuatie Flashcards
N01
CV4
(Compressie van het 4e ventrikel)
Longitudinale Fluctuatie
Fluctuatie
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- vingers van linker hand liggen gekruist over vingers van rechter hand
- de duimtoppen komen voor de vingers, zodat de toppen naar elkaar wijzen en de beide duimen een ‘V’ maken
- Zo komen de duimmuizen bilateraal op het supra-occiput, precies mediaal van de angulus mastoideus van het os occipitale
Normalisatie
- O. volgt beweging van het supraocciput tijdens de extensiefase (geen druk)
- O. laat beweging van het supraocciput tijdens flexiefase niet toe (geen druk)
- De beweging wordt daardoor verlegt in de richting van de extensie-interne rotatie
- Als ondersteuning kan een diepe expiratie nuttig zijn
- Vorige stappen worden herhaald totdat het CRI verlaagd, en totdat het stopt, het zogenaamde ‘still point’ is nu geïnduceerd
- Dit kan meerdere seconden tot minuten duren, wanneer tijdens de flexiefase het supraocciput transversaal weer duidelijk breder wil worden en naar voren wil gaan, begeleidt O. deze beweging nog enkele keren binnen de fysiologie van deze persoon
Opmerking:
- O. kan tijdens de CV4 een of meerdere expiraties of expiratie- apnoe laten uitvoeren.
- De CV4 kan zoals gezegd op elke plaats van het lichaam uitgevoerd worden, mits men van daaruit een extensie van het SSB kan bewerkstelligen. Daarom is het sacrum de meest toegewezen plek naast het occiput.
N02
Vertraging Longitudinale Fluctuatie
Fluctuatie
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- Beide handen liggen onder het squama occipitalis
- de vingers wijzen in de richting van laag cervicaal
- de eminentia hypertenaris van beide duimmuizen bevinden zich onmiddellijk naast de sutura parietomastoïdea op de facies mastoïdeus.
- de rest van de duimmuizen en duimen liggen antero-lateraal op de proc. mastoïdeus
Normalisering
- Tijdens de flexiefase gaat de facies mastoïdeus naar antero- lateraal en de proc. mastoïdeus naar postero-mediaal
- Tijdens de extensiefase gaat de facies mastoïdeus naar postero-mediaal en de proc. mastoïdeus naar antero-lateraal
- Men maakt wisselend een bilaterale interne rotatie en bilaterale externe rotatie, waarbij het os temporale beweegt
- De bewegingen worden begeleid en daarbij wat afgeremd.
Opmerking: deze technieken kunnen ook worden uitgevoerd aan os pariëtale, os occipitale en os temporale gezamenlijk.
N03
Versnelling Longitudinale Fluctuatie
Fluctuatie
- P. In ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de behandelbank
- Beide handen liggen onder het squama occipitalis
- de vingers wijzen in de richting van laag cervicaal
- de eminentia hypertenaris van beide duimmuizen bevinden zich onmiddellijk naast de sutura parietomastoïdea op de facies mastoïdeus.
- de rest van de duimmuizen en duimen liggen antero-lateraal op de proc. mastoïdeus
Normalisering
- Tijdens de flexiefase gaat de facies mastoïdeus naar antero- lateraal en de proc. mastoïdeus naar postero-mediaal
- Tijdens de extensiefase gaat de facies mastoïdeus naar postero-mediaal en de proc. mastoïdeus naar antero-lateraal
- Men maakt wisselend een bilaterale interne rotatie en bilaterale externe rotatie, waarbij het os temporale beweegt
- De bewegingen worden begeleid en daarbij wat versneld
Opmerking: deze technieken kunnen ook worden uitgevoerd ter hoogte van praktisch elke plaats op het lichaam
N04
Father Tom
Longitudinale Fluctuatie
Fluctuatie
Father Tom is een techniek die voor reanimatie gebruikt kan worden. Daar waar geen fluctuatie meer voorhanden is, kan deze weer genormaliseerd worden
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdeinde van de patiënt
- beide handen liggen onder het squama occipitalis
- de duimmuizen liggen op het pars mastoïdeus en de duimen antero-lateraal van sutura occipitomastoïdeus
Normalisering
- De duimen geven druk op de procc. mastostoïdei naar postero- mediaal.
- Het gehele systeem wordt enige seconden in externe rotatie gehouden
Opmerking: de werking van deze techniek kan nog verbeterd worden, als O. tijdens de inspiratiefase mond-op-mond beademing geeft.
N05
Induceren vd transversale fluctuatie
(Pussy Foot)
Fluctuatie
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdzijde van de behandelbank
- beide handen liggen onder het squama occipitalis
- de duimmuizen liggen op het pars mastoïdeus
- de duimen antero-lateraal van sutura occipitomastoïdeus
Normalisering
- O. maakt gelijktijdig externe rotatie van het os temporale aan de ene kant en interne rotatie van het os temporale aan de andere kant, en omgekeerd
- O. doet dit door in het ritme van CRI te steunen op de ene elleboog en daarna op de andere elleboog
- Langzaam maar zeker vergroot O. de bewegingsuitslag
N06
Dempen vd transversale fluctuatie
(Pussy Foot)
Fluctuatie
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdzijde van de behandelbank
- beide handen liggen onder het squama occipitalis
- de duimmuizen liggen op het pars mastoïdeus
- de duimen antero-lateraal van sutura occipitomastoïdeus
Normalisering
- O. maakt gelijktijdig externe rotatie van het os temporale aan de ene kant en interne rotatie van het os temporale aan de andere kant, en omgekeerd
- O. doet dit door in het ritme van CRI te steunen op de ene elleboog en daarna op de andere elleboog
- Langzaam maar zeker vertraagt O. de beweging, tot het mechanisme zijn ‘leegloopfase’ bereikt heeft van waaruit de normale fluctuatie zich weer kan uitdrukken
N07
V-spread
(tbv suturale dysfuncties)
Fluctuatie
- P. in ruglig
- O. zittend aan hoofdzijde van de behandelbank, eventueel wat verschoven om er goed bij de te kunnen (afhankelijk van sutuur)
- de wijs- en middelvinger van hand liggen evenwijdig aan een te behandelen sutuur, zodat de sutuur tussen beide vingers ligt (vingers vormen een V)
- de andere hand ligt op het diametraal (lijnrecht) liggende kwadrant door het SSB
Normalisering
1e fase:
- Men geeft een impuls vanuit de beide vingers die bij de sutuur liggen in de richting van de diametrale hand
- belangrijk is dat deze impuls door het SSB gaat
- zo kan men precies de positie vinden waar men de diametrale vingers moeten liggen
2e fase:
- Vanuit de diametrale hand wordt een impuls door het SSB gegeven naar de ‘V’ van de wijs- en middelvinger
- op het moment dat de impuls aankomt, spreiden de wijs- en middelvinger
K01
CV4
Indicaties
Fluctuatie
- tonusvermindering van het sympathische zenuwstelsel, hierdoor kan het positieve invloed hebben op stresssymptomen, angsten, slapeloosheid
- tonusverlaging van het totale bindweefsel, daarom is het mogelijk om bij acute- en chronische spierproblemen, degeneratieve gewrichtsproblemen en menstruatieproblemen deze techniek uit te voeren
- koortsverlaging, tot aan 2oC binnen 30-60 minuten
- bij hoge bloeddruk
- tachycardie
- bij oedemen vanwege veneuze stuwingen en bij andere stuwingproblematiek van vloeistoffen
- bij ontstekingen en infecties
- bij slechte calcificatie van botten (ondersteund de calcificatie)
- bij depressies
- bij neuro-endocriene storingen
- bij hyperthyroïdie
- bij epilepsie (men moet hierbij wel op bedacht zijn, dat men met een CV4 een aanval kan veroorzaken)
- werkt als lymfatische pomp
- dysfuncties kunnen door deze techniek naar boven komen en zo erkent worden
- universele techniek, volgens W.G. Sutherland kan deze techniek altijd dan gebruikt worden, wanneer het therapeutische effect op een ‘doodlopende weg’ gekomen is en de therapeut niet verder weet wat hij kan doen.
- ook kan de CV4 gebruikt worden, om negatieve effecten van een andere techniek op te heffen (‘vergevingstechniek’).
K02
CV4
Contra-Indicaties
Fluctuatie
alleen relatieve contra-indicaties:
- schedel(basis)fractuur
- acute hersenbloeding / -infarct
- aneurysma
–> De CV4 kan dan op het sacrum uitgevoerd worden
- zwangerschap vanaf de 7e maand, omdat je met een CV4 weeën op kunt wekken