6 Feeling miserable Flashcards

1
Q

Zeg dat je een afspraak wilt maken en vraag hoe laat het spreekuur is.

A

I’d like to make an appointment. When are the surgery hours?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je hebt hoofdpijn, maagpijn en een zere keel.

A

I have a headache, a stomachache and a soar throat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zeg dat je griep hebt en naar de apotheek moet in Russell Street.

A

I have got the flue and I need to go to the pharmacy in Russell Street.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vraag of er ook een invalidentoilet is.

A

Is there a toilet for the disabled?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vraag wanneer de bezoekuren zijn.

A

When are the visiting hours?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zeg dat je in de vakantie ziek bent geworden.

A

I fell ill during the holidays.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zeg dat je wat pilletjes zoekt voor reisziekte en wat keelpastilles.

A

I’m looking for some tablets against motion sickness and some throat drops.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zeg dat je naar het ziekenhuis moet voor röntgenfoto’s.

A

I have to go to the hospital for X-rays.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zeg dat je bij het sporten je enkel hebt verstuikt.

A

I sprained my ankel while playing sports.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zeg dat je zus altijd erg chagrijnig is als ze ongesteld is.

A

My sister is always moody when she’s on her period.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zeg dat je flauwgevallen bent, nadat je een prik gekregen had.

A

I fainted after I got a shot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zeg dat je niet weet welke bloedgroep je hebt.

A

I don’t know which bloodtype I am.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zeg dat je je steeds ontzettend beroerd en misselijk voelt.

A

I’m feeling miserable all the time and I’m really nautious.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Toen je gistermrogen opstond begon het en het wordt steeds erger.

A

It started when I woke up the day before yesterday and it keeps getting worse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gistermorgen heb je met moeite een broodje gegeten en sindsdien eigenlijk alleen maar thee en een paar crackertjes.

A

Yesterday morning a ate a sandwich with difficulty and since then I only drank tea and had a few crackers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je voelt je inderdaad warm en zweterig, maar jullie hebben geen thermometer in de tent.

A

I do feel warm and sweaty, but we don’t have a thermometer in the tent.

17
Q

Vraag of de arts denkt aan blindedarmontsteking?

A

Are you thinking of appendicitis?

18
Q

Zeg dat het heel erg pijn doet wanneer de dokter op je buik klopt.

A

It hurts really bad when you tab my abdomen.

19
Q

Zeg dat je hier ook helemaal niet blij van wordt en dat je nu eerst je ouders maar eens gaat bellen om hen op de hoogte te stellen.

A

This doesn’t make me happy at all. I’m going to call my parents to let them know.