6. Budget Flashcards

1
Q

micro-economisch concaaf model

A

hoe meer je communiceert, hoe meer omzet je maakt MAAR geen rechtlijnig verband: omzet daalt vanaf bepaald kritisch punt, steeds moeilijker om cocnuemnten bij te winnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

S-curve obv optimaal winstgebied

A

verkoopt neemt forse groei vanaf zekere kritische massa aan MarCom budget, op verzadigingspunt neemt groei af of stagneert het bij verder toenemend budget => minstens communiceren tot punt A op meerwaarde van extra commmunciatie te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

budgetmethoden

A

marginale analyse, inertie, willekeurig, sluitpostmethode, omzetpercentage, pariteitenmethode, taakstellende methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

marginale analyse

A

meer uitgeven tot op het punt dat je meer kosten maakt dan winst (return-on-investement)in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

inertie

A

steeds evenveel uitgeven - buikgevoel (eventueel aangepast aan macroparameters zoals inflatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

willekeurig

A

vrije portefeuille voor aantal belangrijke kaderleden om aan MarCom cliëntisme te doen (vooral in kleinere bedrijven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sluitpostmethode

A

alle extra rest-winst (na aftrek van kosten) investeren in MarCom => nuttig voor start-ups

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

omzetpercentage

A

vast percentage van winst in vorig boejaar bepaalt jaarbudget voor MarCom, eventueel rekening houdend met een winstprognose voor nieuwe jaar
+ planbaar, eenvoudig in gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pariteitenmethode

A

zelfde uitgeven als belangrijkste concurrenten, zich aanpassen aan wat je volgens de markt zou doen
=> bedoelde SOV afstemmen op budget van concurrenten en dan SOM in rekening brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

taakstellende methode

A

ifv belang van doelstellingen wordt strategische keuze gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

factoren die budget beïnvloeden

A

marktomvang, planningskloof, bedreigingen en/ of kansen, recessie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly