3. How MarComs work Flashcards
hierarchy of effects model
model dat focust op welke doelstellingen MarCom behaalt, men vertrekt vanuit de assumptie van drie opeenvolgende fasen: cognitief, affectief, conatief
cognitief
bewuste denkprocessen, aanleiding voor awareness & knowledge
affectief
merk krijgt evaluatiefe waarde mee
conatief/ gedragsmatig
gedrag stellen: koopintentie formuleren, kopen, merk hoger op lijstje plaatsen, …
DAGMAR
Defining Advertising Goals for MEasured Advertising results => Awareness, Comprehension, Conviction, Action
AIDA
Awareness, Interest, Desire, Action, (Satisfaction)
MAO
Motivation, Ability, Opportunity
multi-attribuutmodellen
product heeft een aantal dimensies (attributen) waarop je hoog moet scoren
Implicaties? Veranderen van attribuutovertuiging, veranderen van attribuut-belang, toevoegen van attribuut
self-generated persuasion
niet de MarCom zelf leidt tot ELM, maar de eigen cognities = zelfiovertuiging
affect-as-information model
hoe je je voelt bij een bepaald merk/ product/ dienst kan een sterk argument zijn van pro of contra: niet alleen richting maar ook sterkte is relevant
Aad transfer
attidue tav advertentie transfereert naar het merk, het is een balngrijke idnicator van merkattitude
dual mediation model
Aas stuurt Ab aan, maar het maakt ook meer receptief tov het merk, dus beïnvloedt het brand cognitions
feelings transfer
niet zozeer de attitudes over de MarCOm maar de gevoelens die je daarbij hebt: als je je goed voelt bij de ad zal je dat transfereren naar het merk
evaluatieve conditionering
een neutrale stimulus kan geassocieerd worden met een evaluatief positieve stimulus, en bij herhaalde associatie gaat de neutrale stimulus de evaluatieve waarde overnemen => belang contiguïteit
mere exposure
louter de aanwezigheid verhoogt de positieve evaluatie, vevoorzaakt door processing fluency