5.1 Flashcards
Verzorgingsstaat
Een staat waarin de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.
Welvaart
De mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoeften te vervullen.
Welzijn
De mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Solidariteit
De bereidheid van een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.
Collectief belang
Gemeenschappelijk belang
Sociale grondrechten
Grondrechten ter bevordering van het welzijn waarvoor een actief optreden van de overheid vereist is.
Maatschappelijk middenveld
Organisaties die tussen de overheid en de individuele burger in staan en die verschillende groepen vertegenwoordigen.
Particulier initiatief
Organisaties die opgezet worden door burgers.
Sociale partners
De werknemers- en werkgeversorganisaties.
Collectieve arbeidsovereenkomst
Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers uit een bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden.
Poldermodel
Nederlandse democratische cultuur waarbij overheid, vakbonden en werkgevers bereid zijn compromissen te sluiten en met elkaar te overleggen.
Liberale verzorgingsstaat
Systeem met beperkte rol van de overheid, relatief weinig sociale voorzieningen, lage belastingen en premies en nadruk op vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Sociaaldemocratische verzorgingsstaat
Systeem met actieve rol van de overheid, relatief veel sociale voorzieningen, hoge belastingen en premies en nadruk op gelijkheid.
Corporatistische verzorgingsstaat
Systeem met aanvullende rol van de overheid, relatief veel invloed van het maatschappelijke middenveld en nadruk op samenwerking en het gezin.