5. Casus: terrorisme Flashcards

1
Q

waarom is terrorisme een bruikbaar vijandbeeld?

A

extreem negatieve lading. Vroeger een geuzennaam, nu niet meer. De naam boezemt nu angst in. Ook handig als vijandbeeld omdat het een rekbaar begrip is. Er is geen duidelijke internationaal geaccepteerde definitie van, waardoor je de benaming dus op iedereen kan toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe gebruik je de benaming terrorist tegen oppositie?

A

Benaming ‘terrorist’ gebruiken voor oppositie om deze te de-legitimeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definitiekwestie: aspecten binnen terrorisme

A

geweld

politiek doel

gevoelens van angst creëren is deel van de strategie

slachtoffer van geweld ≠ uiteindelijke doel

valt buiten het oorlogsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

politiek doel: definitie van terrorisme

A

boodschap doorgeven / ontwrichten van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom is de slachtoffer van geweld niet het uiteindelijke doel?

A

doel is om een boodschap aan anderen te geven, een breder publiek te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom en wanneer valt terrorisme buiten het oorlogsrecht

A

wanneer er bewust civiele slachtoffers gemaakt worden (burgers) / actie vindt buiten een oorlogsgebied plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke actor kan terrorisme uitoefenen?

A

Hoeft niet perse een groep te zijn, terrorisme kan ook een individu zijn. Elk soort actor kan dit doen, dus ook staten. Wel omstreden, want veel staten hebben statelijke actoren liever niet binnen de definitie van terrorisme, omdat ze er niet zelf beticht van willen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom zien staten de ‘staat’ liever niet als een mogelijke actor binnen de definitie van terrorisme

A

omdat ze er niet zelf beticht van willen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dominant terrorisme beeld

A

term terrorisme wordt sinds 9/11 sneller gebonden aan daders met een islamitische achtergrond dan aan andere daders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom doen groeperingen / staten / individuen aan terrorisme

A
  • Statelijk = machtsbehoud en afschrikking
  • Niet-statelijk = ‘weapon of the weak’, beperkte steun, aandacht, provocatie, polarisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nieuwe term / beelden van terrorisme en trend daarvan

A

Nu een nieuw terrorisme dat niet zo goed te vergelijken is met de oude vorm. Niet meer zo politiek, maar meer religieus. Dit maakt het zo extremistisch omdat het gericht is tegen alle ongelovigen / westerse manier van leven. Hierdoor moeilijk mee te praten / onderhandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

statelijke reden terrorisme

A

machtsbehoud / afschrikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

niet-statelijke reden terrorisme

A

‘weapon of the weak’, beperkte steun, aandacht, provocatie, polarisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

staatsterrorisme

A

landen bestempelen als staatsterrorisme heeft een grote impact op de manier waarop dit land gezien wordt. Creëert een vijandbeeld van de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dominante framing van terrorisme

A

Er zijn veel meer doden door terrorisme buiten het Westen dan in het Westen, maar toch lijkt het door de dominante framing over terrorisme dat het een enorm groot probleem is hier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gevolgen van dominant beeld over terrorisme

A

niet leren van verleden

geen context

geen zin ons in drijfveren te verdiepen (niet rationeel)

geen zin om met terroristen in gesprek te treden (uit op totale vernietiging)

geweld enige mogelijke reactie

gezien omvang dreiging veel geoorloofd en gelegitimeerd.

16
Q

eigenschappen dominant beeld terrorisme

A

Objectief fenomeen

Extreme dreiging van buitenaf

Islamitisch / Arabisch

Niet-statelijk

Religieuze fanatici

Geen maatregel te gek

Geweld is geoorloofd

17
Q

alternatief beeld terrorisme

A

Constructie

Dreiging valt mee

Homegrown

Extreemrechts

Ook staatsterrorisme

Politieke agenda

Niet proportioneel, escaleert en speelt terroristen in kaart

Praten, voedingsbodem wegnemen