12. Desinformatie Flashcards

1
Q

waardoor wordt rechtvaardiging van veiligheidsbeleid bepaald?

A

door het overtuigen van relevante groepen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom is informatiemanagement belangrijk?

A

voor het overtuigen van relevante groepen in de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nepnieuws

A

nieuws verspreiden dat niet waar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschil tussen nepnieuws / normaal nieuws

A

gradaties = hoever van de waarheid verwijderd

normativiteit = hoe erg is het dat iets wel / niet waar is

intenties = bewust of onbewust misleidend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschil framing / nepnieuws

A

bij framing zelf is er altijd een bepaalde invalshoek, dat is iets anders dan het delen of creëren van informatie die controleerbaar onjuist is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

misinformatie

A

verspreiden van foutieve / misleidende informatie. Vaak individuen die der goede trouw handelen. Kan voorkomen door beperkte informatiecontext

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

desinformatie

A

misinformatie die bewust gebeurd, dus als je zelf weet dat het niet klopt, maar vanuit belang / strategie alsnog verspreidt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom trappen we in desinformatie?

A

confirmation bias / filter bubbels

Je zoekt naar informatie die jouw huidige geloof/theorie bevestigen, waardoor je in een filter bubbel blijft zitten. Algoritmes op sociale media helpen hier enorm bij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

paradox desinformatie

A

zowel minder als meer agency in desinform

minder –> door algoritmes, niet door mensen zelf

meer –> burgers als nieuwsproducent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is er nieuw aan desinformatie?

A

Desinformatie geen nieuw fenomeen, maar de vorm die het aanneemt verandert op paradoxale wijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe deal je met desinformatie

A

definities = duidelijk maken van parameters van discussie / wat bedoelen we met iets?

bewijs = verificatie en falsifieerbaarheid

context = reflexief expliciteren van machtsverhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

conclusie desinformatie

A

Misleiden is een inherent en universeel onderdeel van framing –> het beïnvloedt de diagnoses, prognoses en motivaties die veiligheidsbeleid bepalen

Om te analyseren of iets misinformatie is kijken we naar feitelijkheid op basis van definities, bewijs en context

Om te bepalen of iets desinformatie is analyseren we in welke mate misleiding bewust/strategisch is en op welke manieren het onbewust/systemisch is door middel van bewijslast (wat wist iemand of had iemand kunnen weten?) en belangenanalyse (wie heeft baat bij een bepaalde vorm van misinformatie?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe analyseer je of iets misinformatie is

A

kijken naar feitelijkheid op basis van definities, bewijs en context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

definities (misinformatie)

A

duidelijk maken van parameters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bewijs (misinformatie)

A

verificatie / falsifieerbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe bepaal je of iets desinformatie is

A

analyseren in welke mate misleiding bewust/strategisch is en op welke manieren het onbewust/systemisch is door middel van bewijslast (wat wist iemand of had iemand kunnen weten?) en belangenanalyse (wie heeft baat bij een bepaalde vorm van misinformatie?)