4v 4.3 Flashcards

1
Q

Wat beïnvloedt de bevolkingsspreiding in Zuid-Amerika?

A

Natuurlijke omstandigheden zoals klimaat, bodemkwaliteit en water beschikbaarheid, evenals bereikbaarheid voor handel, beïnvloeden de bevolkingsspreiding. De bevolkingsdichtheid is hoger in kustzones en steden, waar handel gemakkelijker is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar woonde de oorspronkelijke bevolking van het Amazoneregenwoud?

A

De oorspronkelijke bevolking woonde vooral langs de rivieren omdat daar water, voedsel uit het bos en vis beschikbaar waren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom verkozen Europese kolonisten de lagere delen van Zuid-Amerika?

A

De lagere valleien en plateaus hadden hogere temperaturen en waren beter geschikt voor het verbouwen van handelsgewassen zoals cacao, koffie en suikerriet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is bevolkingsdruk?

A

Bevolkingsdruk is de mate waarin een gebied de draagkracht heeft om mensen te ondersteunen. Bij lage bevolkingsdruk kunnen meer mensen in een gebied wonen met gunstige natuurlijke omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar concentreerden de eerste bewoners van de Andes zich?

A

De eerste bewoners van de Andes vestigden zich in de hogere delen, waar ze voedselgewassen zoals aardappelen, gerst en tarwe konden verbouwen in het gematigde bergklimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontwikkelde de bevolkingsdichtheid zich in kustgebieden van Zuid-Amerika?

A

De bevolkingsdichtheid nam toe in de kustzones, vooral bij rivierdelta’s, vanwege de handel en de mogelijkheid om goederen naar het koloniale moederland te verschepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?

A

Natuurlijke bevolkingsgroei is de toename van de bevolking door geboorten min sterfgevallen. Dit wordt gevolgd in het demografisch transitiemodel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er met de geboortecijfers in Zuid-Amerika de afgelopen 50 jaar?

A

De geboortecijfers zijn gedaald en de meeste landen zitten nu in fase 4 van het transitiemodel. Er zijn echter regionale verschillen, vooral in armere gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke fase van het demografisch transitiemodel bevonden Zuid-Amerikaanse landen zich in 1970?

A

In 1970 zaten rijke landen zoals Argentinië, Uruguay en Chili in fase 4, armere landen zoals Bolivia en Peru in fase 2, en Brazilië bevond zich in fase 3.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat veroorzaakte de snelle verstedelijking van Zuid-Amerika na 1950?

A

De snelle verstedelijking werd veroorzaakt door de uitstoot van arbeidskrachten in de landbouw, de opkomst van industrie, en betere leefomstandigheden in de steden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van de verstedelijking in Zuid-Amerika?

A

Er ontstonden megasteden, sloppenwijken (favela’s), een toename van de informele sector, en overbelasting van de stedelijke infrastructuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn sloppenwijken (favela’s) in Zuid-Amerika?

A

Sloppenwijken, of favela’s, zijn spontane, illegale stadswijken aan de rand van steden, vaak zonder geplande infrastructuur en met weinig voorzieningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is sociale bevolkingsgroei?

A

Sociale bevolkingsgroei is de toename van de bevolking door migratie, vooral van mensen die verhuizen van kleine plaatsen naar middelgrote steden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurde er met de bevolkingsdichtheid in de kustzone na 1980?

A

De bevolkingsdichtheid in de kustzone nam na 1980 minder snel toe, omdat de megasteden nauwelijks meer groeiden door migratie maar wel door een geboorteoverschot en annexatie van kleinere plaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly