4v 2.4 Flashcards

1
Q

Welke drie ingrijpende veranderingen zien we in de economische geschiedenis van de wereld?

A

De agrarische revolutie (overgang naar landbouw),
De industriële revolutie (overgang naar fabrieksmatige productie),
De opkomst van de dienstenmaatschappij, begeleid door de digitale revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de belangrijkste krachten achter de verschuiving van beroepsbevolking naar de dienstensector?

A

Stijging van arbeidsproductiviteit door mechanisering, automatisering en robotisering,
Stijging van welvaart en opleidingsniveau,
Ontwikkeling van informatietechnologie sinds 1990.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was het effect van de industriële revolutie op de arbeidsverdeling in de economie?

A

Door de industriële revolutie waren er door het gebruik van machines minder mensen in de landbouw nodig, waardoor meer mensen in de industrie gingen werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke twee indicatoren geven inzicht in de internationale arbeidsverdeling?

A

De verdeling van de beroepsbevolking en de samenstelling van het exportpakket van landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de internationale arbeidsverdeling in?

A

Het is de specialisatie van werkgelegenheid in verschillende delen van de wereld, waarbij landen zich richten op specifieke delen van het productieproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe is de export van ontwikkelingslanden veranderd sinds de jaren 1960?

A

Ontwikkelingslanden exporteren steeds vaker laagwaardige industriële producten, die nu ongeveer de helft van hun exportwaarde vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de nadelen van een exportpakket dat voornamelijk uit grondstoffen bestaat?

A
  1. De prijzen voor grondstoffen zijn minder snel gestegen dan die van eindproducten.
  2. De prijzen van grondstoffen fluctueren sterk op de wereldmarkt.
  3. Misoogsten en overproductie kunnen het inkomen van een land sterk doen teruglopen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom profiteren burgers van grondstofrijke landen vaak niet van de opbrengsten?

A

Veel olievelden en ertsmijnen zijn in handen van westerse multinationals die belastingen ontwijken. De nationale elite trekt vaak het resterende bedrag naar zich toe, waardoor de arme bevolking nauwelijks profiteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly