4v 3.2 Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er met de lucht boven een verwarming in een kamer?

A

Lucht warmt op en stijgt -> Stroomt langs het plafond -> Koelt af en daalt aan de andere kant van de kamer -> Lucht wordt als het ware rondgepompt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er met warme lucht in de tropen?

A

Lucht zet uit door opwarming -> Luchtdruk neemt af, wat een lagedrukgebied vormt -> Lucht stijgt op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er met luchtdruk als je hoger in de atmosfeer komt?

A

Luchtdruk neemt af -> opstijgende lucht zet verder uit en koelt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met de lucht in een lagedrukgebied rond de evenaar?

A

Stijgt op -> Koelt af op grotere hoogte -> Zorgt elke middag voor regen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met de lucht rond 30° N.B. en Z.B.?

A

Lucht koelt af en daalt -> Vormt een hogedrukgebied -> Lucht is droog en warmt op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er met de lucht bij hogedrukgebieden rond 30° N.B. en Z.B.?

A

Lucht stroomt deels terug naar de evenaar _> Een deel stroomt naar de polen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er rond 60° N.B. en Z.B. met de lucht?

A

Relatief warme lucht stijgt op tegen koude poollucht -> Lagedrukgebieden met regen en wind ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met de lucht rond de polen?

A

Koude lucht daalt -> Vormt een hogedrukgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de atmosferische circulatie?

A

Het geheel van luchtstromen op aarde.
Gevormd door luchtstromen tussen lage- en hogedrukgebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het corioliseffect?

A

Afwijking van luchtstromen door de draaiing van de aarde. Lucht wijkt op het noordelijk halfrond af naar rechts en lucht wijkt op het zuidelijk halfrond af naar links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de wet van Buys Ballot?

A

Lucht stroomt van hoge naar lage druk -> Door het corioliseffect wijkt de wind op het noordelijk halfrond af naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn passaten?

A

Winden die rond de evenaar waaien. Op het noordelijk halfrond uit het noordoosten en op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met de intertropische convergentiezone (ITCZ) tijdens onze zomer?

A

Schuift naar het noorden.
De zuidoostelijke passaat moet de evenaar kruisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er met de zuidoostelijke passaat als deze de evenaar kruist?

A

Draait af naar rechts op het noordelijk halfrond -> Wordt een zuidwestelijke wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een moesson?

A

Omgebogen passaatwind.
Waait in de zomer naar de ITCZ.
Veroorzaakt veel regen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er met de noordoostelijke passaat in onze winter?

A

Buigt af op het zuidelijk halfrond -> Wordt een noordwestelijke moesson

17
Q

Wat gebeurt er met lucht die van de evenaar naar hogere breedtes stroomt?

A

Wind raakt voor op de draaiing van de aarde.

18
Q

Wat gebeurt er met lucht die van hoge naar lage breedtes stroomt?

A

Wind raakt achter op de draaiing van de aarde -> Lucht verliest snelheid