4. Pijn bij de parturiënte Flashcards
Wat is pijn?
Welke definitie gebruiken vroedvrouwen?
- veel voorkomend symptoom dagelijkse leven
- vaak 1ste signaal dat er iets mis is of misgaat
- subjectieve ervaring, individuele benadering nodig
Persoon met pijn is enige die iets over aard en bestaan pijn kan zeggen.
=> pijn steeds serieus nemen
Welke soorten pijn zijn er?
Lichamelijke en/of emotionele pijn
3 kenmerken van de menselijke pijnervaringen?
- iets onaangenaams
- aantasting van persoonlijk welbevinden of van beschermde barrière
- waarschuwing voor gevaar
Wat is de pijndrempel?
= wordt bereikt op moment waarop pijn wordt waargenomen
> laatste intensiteit van een prikkel nodig om pijn te veroorzaken
loopt niet altijd parallel met weefselbeschadiging
omgevingsfactoren (afleiding in positieve/negatieve zin), opvoeding, zelfdiscipline, omgeving,.. belangrijk
Pijnintolerantiedrempel
= pijngrens
- pijn wordt ondraaglijk, zowel duur als intensiteit
- wisselend per persoon, afhankelijk van motivatie en herinnering
Pijnreceptor
= gespecialiseerd zenuwelement, gevoelig voor bepaalde prikkels, welke omgezet tot elektrische signalen
Nociceptie
= gewaarwording of vermogen om pijn waar te nemen door ons lichaam
Pijntheorieën?
- Diffuse Noxious inhibiting control
- Poorttheorie
- Model van Loeser
Diffuse Noxious inhibiting control
Pijndempend systeem van limbisch systeem:
- bij impuls > fight or flight (terugslaan of terugtrekken) => bij terugslaan > remmen schakelstations > verminderde pijn
(Vb. Soldaat voelt pas pijn in veiligheid)
Poorttheorie
Wall & Melzack
- pijn wordt zachter gemaakt via poorten in schakelstations: ruggenmerg &hersenstam
- poorten openen-sluiten —»impulsen worden zwakker, even sterk of sterker doorgegeven
- onder invloed van vezelstimulatie
Hoe wordt pijn bepaald volgens poorttheorie?
Pijn wordt bepaald in hoge mate door verhouding van prikkels in zenuwvezels die naar ruggenmerg lopen.
Welke soorten vezels zijn er?
(Poorttheorie)
- dunne vezels (A-delta & C-vezels), gevoelig voor prikkels door weefselbeschadiging
- dikke vezels (A-beta vezels) die tast- of drukprikkels geleiden & nociceptieve prikkels van dunne zenuwen tegenhouden
Wat zijn nociceptieve prikkels?
Prikkels door weefselbeschadiging
Hoe gebeurt de afremming?
(Poorttheorie)
Door middel van sluismechanisme in de cellen van substantia gelatinosa in de achterhoorn van het ruggemerg
Poorttheorie
Functie sluismechanisme
Het sluismechanisme maakt optelsom van prikkelende en remmende signalen en geeft uitkomst aan hersenen => Reguleert de toevloed van zenuwprikkels van perifere zenuwen voordat zij de centrale overdrachtscellen in de achterhoorn beïnvloeden.
Beïnvloeding sluismechanisme
(Poorttheorie)
Psychologische factoren ( vroegere pijnervaringen, angst, kennis).
=> door zenuwvezels uitgaande van hersenen, wijzigen de hersenprocessen de eigenschappen van sluismechanisme
Hoe doet men aan pijnbeheersing volgens Poorttheorie?
Door invoeren van tast- en drukprikkels > poort van waarneming van nociceptieve prikkels kan zich sluiten
Toepassing pijnbeheersing met tast- en drukprikkels
- ZV zelf: masseren en/of drukken op pijnlijke plek
- Elektro-analgesie bij chronische, hardnekkige pijn
- de ene zv wel pijn vs andere zv geen pijn > geheugen en cognitieve processen invloed op zenuwprikkels voordat parturiënte waarneemt
Wat is elektro-analgesie bij chronische, hardnekkige pijn?
Adhv elektrische prikkelgenerator die percutaan of chirurgisch wordt aangebracht > remmende vezels geprikkeld > °sluis gaat dicht
Gedragtheoretische benadering van pijn, via welk model?
Pijnmodel van Loeser
Pijnmodel Loeser
Wat gaat steeds vooraf aan dit model?
Nociceptie: het signaleren van weefselbeschadiging door zenuwstelsel
Pijnmodel Loeser
Pijngewaarwording
Bewust worden van nociceptie.
Grens is overschreden, persoon gaat prikkel als pijnlijk ervaren. = pijndrempel
Pijnmodel Loeser
Pijnbeleving
Emotionele gewaarwording van pijn.
Geeft aanleiding tot pijngedrag, dit kan waargenomen worden.
Pijnmodel Loeser
Pijngedrag
= uiting van de interactie tussen pijnlijder en zijn omgeving
Pijnmodel Loeser
Welke factoren hebben een invloed op pijngedrag?
- Psychologische factoren (angst!)
- Sociale factoren
- Culturele factoren
Pijnmodel Loeser
Chronische pijn (zonder aanwijsbare lichamelijke oorzaak) te verklaren door?
Stimulus-respons-reactie
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van pijn?
- prikkelende chemische stoffen
- mechanische traumata
- extreme temperaturen
- psychogene factoren
- ischemie
Wat veroorzaken prikkelende chemische stoffen?
- Directe prikkeling van vrije sensorische zenuwuiteinden
- Bij weefselbeschadiging komen chemische stoffen (prostaglandines) vrij > °ontstekingsreactie of °prikkeling van bepaalde receptoren in beschadigde gebied
Welke mechanische traumata dragen bij tot pijn?
- Fysiek geweld of andere mechanische oorzaken
- Te grote uitrekking of contractie van spieren/organen
- Langdurige druk op weefsels > °ischemie (afsluiten kleine bloedvaten of opstapeling afvalstoffen)
- Baringspijn door weeën
Verklaring: baringspijn
- Druk van foetus op bekkenbodem & baringskanaal
- Door oprekken cervix, baarmoederligamenten en bekkenbodem
Wat is ischemie?
= verminderde bloedvoorziening naar organen en weefsels
* Zure afvalproducten van celstofwisseling kunnen opstapelen > ° stoffen prikkelen de vrije zenuwuiteinden
* Slechte bloeddoorstroming > afsterven weefselcellen > uit dode weefselcellen treden prikkelende chemische stoffen naar buiten
Hoe veroorzaken extreme temperaturen pijn?
- Extreme warmte > °brandende pijn > °chemische stoffen uit beschadigde cellen > °aanhoudende pijn
- Extreme koud > °vasoconstrictie in weefsel > °ischemie
Welke soorten pijn zijn er? Indeling op basis van tijdsduur
- Acute pijn
- Chronische pijn