3B2 week 6 Flashcards
wat voor soorten pijn heb je bij kanker?
- Gerelateerd aan de tumor en/of metastasen:
o Nociceptieve pijn
Somatische pijn: door weefselschade bijv. huid en botten
Gerefereerde pijn: viscerale pijn. Straalt uit of zit niet op de plek waar het vandaan komt.
Gemengde pijn: menging tussen nociceptieve pijn en neuropathische zenuwpijn
o Gerelateerd aan behandeling:
Nociceptieve pijn: bijv. mucositis
Neuropathische pijn: gevolg van een in het verleden beschadigde zenuw
wat is de behandeling van pijn bij kanker?
Hele dag door pijn dus round-the-clock doseren met langwerkende pijnstillers. Doorbraakpijn moet behandeld worden met kortwerkende pijnstillers: rescues
wat is de medicatie van de WHO-pijnladder?
Stap 1: non-opioid met of zonder adjuvant
- Paracetemol met eventueel NSAID (ibuprofen, diclofenac, naproxen). Alternatief NSAID (etoricoxib of celecoxib)
Stap 2: matig tot mild opioid met of zonder non-opioid en/of adjuvant: gegeven als pijn aanhoudt of verergert
- Codeine of tramadol
- Deze stap overgeslagen bij kankerpatienten, gelijk stap 3
Stap 3: sterk opioid met of zonder non-opioid en/of adjuvant, gegeven als pijn verder aanhoudt of verergert
- Oxycodon slow release of immediate release, morfine, fentanyl
Stap 4: parenterale en invasieve pijnbestrijding
- Morfine, hydromorfon, fentanyl IV
- Eventueel via spinale, epidurale katheter
- Invasief: zenuwdoorsnijding (als patiënt snel komt te overlijden)
wat voor co-analgetica heb je om neuropathische of gemengde pijn te behandelen?
- Pregabaline (anti-epileptica) -> werking door verlaging prikkelbaarheid van neuronen
- Amitryptiline (antidepressiva) -> werking door verhoging dopamine, serotonine en noradrenaline, wat centrale pijninhibitie stimuleert
- Dexamethason (corticosteroïd) -> werking door vermindering oedeem en verlichten druk
hoe herken je een meningeoom op een MRI-scan?
(grote) massa extraparenchymateus (buiten de hersenen en verdrukt de hersenen), bij T2-kleuring zie je een witte lijn rond om de massa (liquor)
behandeling: resectie en bij graad 3 bestraling erbij
wat is een vestibulair Schwannoom?
gaat uit van de Schwanncellen van de n. vestibulocochlearis.
Aangedane zenuwen mogelijk n. vestibulocochlearis, n. trigeminus en n. facialis
kan erfelijk syndroom en dan bilateraal voorkomen: neurofibromatose type 2
goedaardige tumor: resectie plus evt. bestraling
wat is de klinische presentatie van een hypofyse adenoom?
cushingoid uiterlijk: vollemaansgezicht, buffalo hump, haar op de kin en mediale zijde benen. bitemporale hemianopsie, hoofdpijn en dubbelzien
wat is nociceptieve en neuropathische pijn?
nociceptieve pijn: normale pijn die ontstaat naar aanleiding van iets
neuropathische pijn: pijn zonder duidelijke aanleiding, reageert slecht op medicatie
waar zit het placebocentrum en hoe werkt het?
zit in orbitofrontale schors waarin verwachtingen worden bepaald. Als iemand verwacht dat ze minder pijn krijgen als ze medicatie innemen wordt de insula gedeeltelijk geremd waardoor minder emotie en minder pijnwaarneming
wat is de periaquaductale grijze stof en welke rol speelt deze met pijn?
Periaquaductale grijze stof (PAG) krijgt signalen van amygdala, hypothalamus en dorsale hoorn, zorgt voor pijninhibitie door signaal naar raphe kernen (serotonine en GABA) en locus coeruleus (noradrenaline)
welke anatomische structuren zijn de aangrijpingspunten van opioiden?
PAG (periaquaductale grijze stof)
NRPG (nucleus reticularis paragigantocellularis)
NRM (nucleus raphe magnus)
locus coeruleus
dorsolaterale funiculus
insulaire cortex
hypothalamus
amygdala
periferie
hoe werkt de pathway van opioiden?
Ze werken op remmende pathways door stimulatie
Door stimulering opioidreceptoren:
o Daling cAMP
o Openen van kaliumkanalen (hyperpolarisatie -> remming neuronale excitabiliteit)
o Sluiting van calciumkanalen (remming transmitter afgifte)
hoe werken niet-opioiden?
werken op prostaglandine door remming vorming -> NSAID’s, coxibs, paracetemol en corticosteroïden.
wat zijn de bijwerkingen van opiaten?
Slaperigheid, misselijkheid en braken: verdwijnen bij herhaalde toediening
Ademdepressie: niet bij normaal gebruik
Obstipatie: laxantia geven
Gewenning: vooral lichamelijk, daarom afbouwen
Verslaving
Hyperalgesie: zowel centrale als perifere toename van de pijnprikkel
wanneer krijg je medicatie-afhankelijke hoofdpijn en wat is kenmerkend ervoor?
- Overmatig gebruik van:
o Triptanen, > 10 dagen/maand
o Paracetemol, > 15 dagen/maand - Kenmerkend:
o Duurt langer dan 3 maanden
o Stijging van de frequentie van hoofdpijn
o Hoofdpijn bijna dagelijks, > 15 dagen/maand