3A1 week 7 Flashcards

1
Q

aan welke 5 van de 6 criteria moet worden voldaan voor de klinische diagnose perinatale asfyxie?

A
  1. foetale nood (foetale bradycardie of andere CTG veranderingen)
  2. meconiumhoudend vruchtwater
  3. metabole acidose < 7,05
  4. Apgar-score (<5 op 5 minuten)
  5. hypoxisch-ischemisch encephalopathie
  6. multi orgaan falen (meer dan 1 met uitzondering van de hersenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de diagnostiek en behandeling bij perinatale asfyxie?

A
  • neurologische testen (Sarnat score of Thompson score), hersenbeeldvorming (echo, MRI), EEG
  • behandeling: kinderen met ernstige perinatale asfyxie worden 3 dagen op 33,5C gehouden om secundaire schade te voorkomen en ondersteuning andere aangedane organen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom doe je geen vaginaal toucher bij vermoeden placenta praevia?

A

als de placenta over het ostium ligt dan heb je kans dat je hem volledig loswoelt (mag wel met speculo kijken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke DD heb je bij vaginaal bloedverlies 2de-3de trimester?

A
  • placenta previa
  • randvene bloeding
  • solutio placentae
  • placenta circumvallata
  • gynaecologische oorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is er gescheurd bij een 1e, 2de en 3de graad perineumruptuur?

A

1e graad: alleen de huid is gescheurd, de rest intact
2de graad: de huid, subcutis, perineumspieren (m. bulbospongiosus, m. transversus perinei profundus/superficialis) en vaginawand
3de graad: al het bovenstaande en de m. sphinter ani
4de graad: ook rectumslijmvlies gescheurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de prevalentie van postnatale depressie bij vrouwen die geen psychiatrische VG hebben?

A

10-15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke kenmerken uiten vrouwen met een postpartum psychose?

A

snel progressief beloop beginnend met: slaapstoornis, prikkelbaarheid, achterdocht en ontremd gedrag.
Kan resulteren in: verwardheid, hallucinaties, wanen en wisselend bewustzijn
toegenomen kans op suicide en agressief gedrag naar pasgeboren kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een fluxus postpartum en wat zijn de oorzaken?

A

wanneer er tijdens een bevalling >1000 cc bloedverlies is

  • tonus: na langdurige baring, uterus myomatosus
  • trauma: laesie, ruptuur, keizersnede
  • tissue: placenta problematiek
  • trombine: stollingsziekte moeder, verbruik coagulopathie

denk bij eerdere keizersnede aan uterusruptuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe vaak komt een a-terme stuitligging voor?

A

3% van de zwangerschappen
95% ‘ligt goed’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de mogelijke oorzaken van een stuitligging?

A
  • premature termijn
  • myomen
  • tumoren in het kleine bekken
  • afwijkend benige bekken
  • placenta praevia
  • uterus septum
  • polyhydramnion
  • multipariteit
  • structurele foetale afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke medicatie dien je toe bij een fluxus postpartum?

A

oxytocine en prostaglandinen. plus infuus met volumesuppletie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de volgende termen:
- placenta previa
- solutio placentae
- placenta circumvallata
- placenta accreta

A
  • previa: placenta ligt onderin de baarmoeder, mogelijk obstruerend voor de baarmoedermond. bij vermoeden geen VT doen met risico loswoelen placenta
  • solutio: loslating van de placenta
  • circumvallata: de vaten van de placenta reiken niet helemaal tot de rand, kan bloeding veroorzaken
  • accreta: placenta is te diep ingegroeid in de uterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de volgorde van cellagen van de placenta van maternaal naar foetaal?

A
  • maternale vaten/spiraal arterien
  • intervilleuze ruimte
  • syncytiotrofoblast
  • cytotrofoblast
  • foetale capillairen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly