3A1 week 4 Flashcards

1
Q

welke 3 vormen van urine-incontinentie zijn er?

A

stressincontinentie (50%): verliezen urine tijdens drukverhogende momenten (hoesten, niezen, tillen, seks)

urge-incontinentie (20%): plotseling aandrang en niet kunnen ophouden

combinatieincontinentie

overloopincontinentie (vaak neurogeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke aanvullend onderzoek doe je bij urine-incontinentie?

A
  • urinesediment: bij urge-incontinentie altijd om blaasontsteking uit te sluiten
  • PAD test: wegen van inlegkruisjes
  • stress test
  • cytoscopie
    -urodynamisch onderzoek: meet functie detrusor en urethra. blaas gevuld met vocht en drukmeting bij hoesten
    -echo: hypermobiele urethra in beeld brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een suspensie operatie/TVT bandje?

A

bandje onder de plasbuis waaraan de plasbuis wordt opgehangen. Bij drukverhoging drukt het bandje de urethra dicht (werkt goed bij stress-incontinentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke soorten prolaps heb je?

A
  • enterocele: verzakking van de darmen via de vagina
  • cystocele: verzakking blaas (voorste compartiment)
  • descensus uterus/topprolaps: verzakking uterus
  • rectocele: verzakking rectum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn risicofactoren voor een prolaps?

A

vagina bevalling
kind > 4kg
positieve familieanamnese
multipariteit
hoog BMI
hysterectomie
eerdere prolaps chirurgie
obstructief longlijden/roken
fysiek zwaar werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn symptomen van een prolaps?

A

dyspareunie
lage rugpijn
residugevoel
incontinentie
zwaar gevoel
toename aan het einde van de dag
zichtbare prolaps
stressincontinentie
fecale/urine urgency

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt de mate van prolaps gemeten?

A

hymen als referentiepunt. alles wat daarbuiten ligt wordt positief en alles erbinnen negatief (POP-Q classificatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke behandelingen zijn er voor prolaps?

A
  • niks
  • leefstijladviezen
  • bekkenfysiotherapie
  • pessarium (nu alleen bij CI operatie)
  • operatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de klachten bij ovariumcarcinoom?

A
  • Geen!!!
  • vergevorderd stadium:
    • vage gastro-intestinale klachten
    • toename van de buikomvang
    • mictie- of defecatie klachten
  • acute buik door ruptuur of steeldraai
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn lage en hoge risicofactoren voor het ontwikkelen van ovariumcarcinoom?

A

laag:
- minder ovulaties -> pilgebruik > 3 jaar
- meerdere zwangerschappen
hoog:
- BRCA1 of 2
- Lynchmutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke diagnostiek doe je bij verdenking ovariumcarcinoom?

A
  • gynaecologisch onderzoek
  • vaginale echografie
  • CT-scan
  • meting Ca-125
  • Echografie, letten op: cysteus/solide, uni/multinodulair, dikte van de septa, proliferaties, ascites
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

naar welke labmarkers kijk je bij verdenking ovariumcarcinoom?

A
  • algemeen lab
  • Ca-125
  • CEA
  • A1FP, hCG, LDH
  • Inhibine A en B, estradiol, AMH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de kenmerken van laag stadium ovariumtumoren?

A
  • vaak toevalsbevinding
  • zelden klachten
  • tumor in orgaan van origine
  • 75-90% genezing
  • laparoscopische stagering zeer belangrijk voor behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn risicofactoren voor ontstaan endometriumcarcinoom?

A
  • hormoongebruik (alleen oestrogenen)
  • obesitas
  • infertiliteit in de VG
  • nullipariteit
  • late overgang
  • leeftijd
  • diabetes
  • hypertensie
  • radiotherapie van het bekken
  • erfelijk
  • roken geeft lagere kans omdat oestrogenen sneller omgezet worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk diagnostisch onderzoek doe je bij verdenking endometriumcarcinoom?

A
  • routine pre-operatief bloedonderzoek
  • Ca-125
  • transvaginale echografie
  • MRI/CT-scan
  • vrouwen < 70 risico Lynch
  • bepalen risicoprofiel moleculaire markers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de voornaamste klacht bij endometriumcarcinoom?

A

postmenopauzaal bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is de behandeling bij endometriumcarcinoom?

A

vaak laparoscopische hysterectomie en verwijdering adnexa

aanvullend kan: bestraling inwendig of uitwendig, hormoonbehandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn de klachten van cervixcarcinoom?

A
  • bloedverlies
  • abnormale afscheiding
  • buikpijn
  • geen: ontdekt bij screening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn risicofactoren van het overgaan van een HPV-infectie naar cervixcarcinoom?

A
  • gestoorde immuunstatus
  • roken
  • andere infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welke diagnostiek die je bij verdenking cervixcarcinoom?

A
  • uitstrijkje (cytologie) -> kan je geen kankerdiagnose meegeven
  • colposcopie: weefsel-las zichtbaar, zichtbare afwijkingen, bepalen plaats meest ernstige afwijking en sample nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is de behandeling van cervixcarcinoom?

A
  • conisatie: binnenste stukje baarmoederhals weghalen
  • simpele hysterectomie: verwijderen uterus
  • radicale hysterectomie: verwijderen uterus en eierstokken
  • trachelectomie: verwijdering cervix, parametrium en lymfklieren bekken zonder verwijdering uterus
  • pelviene lymfadenoectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wanneer doe je een trachelectomie?

A

bij een duidelijke kinderwens, maar niet als de tumor > 2cm is of technisch onmogelijk

kunnen niet meer vaginaal bevallen door bandje rond baarmoedermond (anders verliezen zwangerschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is de gemiddelde leeftijd voor de overgang?

A

51 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

welke verschijnselen heb je bij de overgang?

A
  • Menstruatieklachten:
    o Onregelmatigheid
    o Meer bloedverlies (stolsels)
    o Langer bloedverlies
  • Opvliegers
  • Nachtelijk transpireren
  • Hartkloppingen
  • Stemmingswisselingen
  • Hoofdpijn of migraine
  • Verlaagd libido
  • Urine-incontinentie
  • Vaginale verschijnselen
  • Depressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat is de fysiologie van een opvlieger?

A

op niveau hypothalamus. Thermoneutrale zone versmald bij vrouwen met opvliegers

Door dalen oestrogeenspiegel:
- Perifere vasodilatatie, gevoel van warmte en stijging HF
- Reactie is transpireren en daalt kerntemperatuur
- Bibberen door daling kerntemperatuur

26
Q

wat zijn de voordelen en nadelen van hormonale substitutie therapie?

A

voordelen:
- overgangsklachten verdwijnen
- goed voor de botten
- goed voor de blaas en vagina
- goed voor de huid, haar, slijmvliezen

nadelen:
- soms weer ongesteld
- steeds hormonen slikken
- soms gespannen borsten
- soms misselijk
- soms vocht vasthouden

27
Q

wat zijn indicaties en contra-indicaties voor HST?

A

Indicaties:
- Optreden menopauze < 46 jaar
- Ernstige klachten
- Versterkte botontkalking < 50 jaar
Contra-indicaties:
- Borstkanker
- Baarmoederslijmvlieskanker
- Trombose en/of longembolie

28
Q

werkt een mirenaspiraal tegen overgangsklachten?

A

nee, bevat alleen progesteron. overgangsklachten worden veroorzaakt door tekort aan oestrogeen

29
Q

wat zijn de effecten van kanker op de seksualiteit?

A
  • vermoeidheid
  • pijn
  • angst
  • depressie
  • negatief zelfbeeld
  • verstoorde anatomie
  • slechte conditie
  • bijwerkingen van de therapie
  • partner die er niet goed mee om kan gaan
30
Q

wat is het grootste risico van robotgeassisteerde laparoscopische prostatectomie (RALP) en waarom

A

seksuele disfuncties door het raken van de zenuwbanen die over de prostaat lopen.

31
Q

werkt viagra na zenuwschade?

A

nee, NO kan niet vrijkomen in de penis

32
Q

noem enkele behandelopties voor mensen met seksuele disfunctie

A
  • lifestyle veranderingen
  • medicatie bijstellen
  • verbeteren intimiteit partner
  • glijmiddel
  • pelottes
  • verbeteren lokale stimulatie (vibrator)
  • PDE-5 remmers
  • erectieprothese
  • vacuumpomp met drukring
  • hormoontherapie
33
Q

welke spier is het probleem bij een prolaps na de bevalling?

A

met name de m. puborectalis als onderdeel van m. levator ani. rekt tot 3x zijn lengte, kan scheurtje in komen of grote scheur. kan verticaler gaan liggen

34
Q

welke diagnostiek doe je bij prolaps?

A
  • cysto-colpo-defaecogram
  • transperineale echografie 2D/3D/4D
  • MRI
  • cystoscopie/rectoscopie/sigmoidoscopie
35
Q

wat is de stadiumindeling voor een prolaps?

A

stadium 0: geen prolaps
stadium 1: distale punt prolaps > 1cm boven hymen
stadium 2: distale punt tussen 1cm boven en 1cm beneden hymen
stadium 3: distale punt van prolaps > 1 cm beneden hymen en < TVL-2 cm
stadium 4: volledige eversie uterus en vagina. distale punt prolaps meer dan TVL-2 cm beneden hymen

36
Q

uit welk soort weefsel bestaat de endo- en ectocervix?

A

endocervix: eenlagig cilindrisch epitheel
ectocervix: meerlagig niet-verhoornd plaveiselepitheel

overgang: squamocolumnar junction (SCJ)

37
Q

wat is een ectropion?

A

groot rond cilindrisch epitheel op de baarmoedermond wat goed doorbloed is (vooral fertiele levensfase)

38
Q

waar vaccineer je tegen met HPV-vaccin?

A

tegen HPV 16 en 18 (high risk virussen)

39
Q

wat is de KOPAC-B codering?

A

cytologische beoordeling van een uitstrijkje
kompositie, ontsteking, plaveiselcelepitheel, andere afwijking endometrium, cilinderepitheel endocervix, beoordeelbaarheid

40
Q

wat is de PAP-classificatie?

A

cytologische beoordeling uitstrijkje

  • PAP 0: niet beoordeelbaar
  • PAP 1: normaal celbeeld
  • PAP 2: minimale afwijkingen
  • PAP 3a1: matige cel afwijkingen
  • PAP 3a2: ernstige afwijkingen
  • PAP 4: carcinoma in situ
  • PAP 5: kankercellen (niet per sé baarmoederhalskanker)
41
Q

wat is de CIN-classificatie?

A

histologische beoordeling uitstrijkje

CIN 1: geringe dysplasie
CIN 2: matige dysplasie
CIN 3: ernstige dysplasie
CIS: carcinoma in situ

42
Q

welke behandelingen kan je doen bij CIN-afwijkingen?

A
  • large loop excision of transformation zon (LLETZ): verwijdering kleine laesie met warme lus
  • cryocoagulatie: enkel bij ectropion
  • laser: vaginale afwijkingen
  • imiquimod zalf: vrouwen met kinderwens
  • vaccinatie
43
Q

wat is de DD bij postmenopauzaal bloedverlies?

A
  • corpus uteri: atrofie endometrium, endometrium poliep, hyperplasie, endometriumcarcinoom
  • andere organen: cervixafwijkingen, ulcus door prolaps/pessarium, carcinoom, lichen, fissuur, hormoonproducerende tumor ovarium, blaascarcinoom, darmtumor, aambeien
44
Q

geef de betekenis van de volgende termen:
anovulatie
amenorroe
menorragie
metrorragie
dysmenorroe

A
  • cyclus zonder ovulatie
  • afwezigheid menstruatie > 6 maanden
  • langdurige en overvloedige menses, Hb ondermijnend
  • geen cyclus patroon herkenbaar
  • pijnlijke menstruatie
45
Q

wat kunnen de oorzaken zijn hevig menstrueel bloedverlies (> 120ml)

A
  • poliep
  • adenomyosis
  • leiomyoma
  • maligniteit uterus
  • coagulatiestoornissen
  • ovulatoire dysfunctie
  • endometrium afwijkingen
  • iatrogeen
  • niet gespecificeerd
46
Q

welke soorten myomen heb je?

A
  • subsereus: mechanisme klachten als ze heel groot worden door druk blaas of darm
  • intramuraal: alleen in spierlaag, kan pijnklachten geven bij contractie uterus
  • intracavitair: meeste bloedingsneiging
47
Q

welke behandelingen zijn er voor een myoom?

A

niks

medicamenteus:
- OAC: minder bloedverlies
- mirena spiraal
- progestagenen: minder opbouw endometrium
- GnrH analogen: alleen postmenopauzaal
- NSAIDs
- antifibinolytica: tranexaminezuur

operatief:
- emboliseren
- myoomnucleatie
- uterusextirpatie

48
Q

wat is endometriose?

A

endometrium bevindt zich buiten de baarmoederholte, veroorzaakt chronische ontstekingsreactie

49
Q

wat zijn de symptomen van endometriose?

A
  • dysmenorroe
  • dyspareunie
  • buikpijn
  • dysurie
  • dyschezia (pijn bij defecatie)
50
Q

wat zijn de voorkeurslocaties van endometriose?

A
  • rond organen in kleine bekken
  • oppervlakkig: ovaria, lig. sacro-uterina, cavum douglasi
  • diep: darm, blaas, frozen pelvis (verklevings tussen organen in kleine bekken)
  • buiten kleine bekken
51
Q

wat zijn de medicamenteuze en operatieve behandelingen voor endometriose?

A

medicamenteus:
- OAC
- continu progestageen
- aromataseremmer
- GnRH analoog
- pijnmedicatie
operatief:
- laparoscopie
- laparotomie

52
Q

welke 4 verschillende histologische typen ovariumcarcinomen bestaan er?

A
  • epitheliaal: sereus, mucineus, endometrioid
  • niet-epitheliaal: kiemceltumoren, embryonaalcarcinoom etc.
  • Sexcord-stromaceltumoren: granulosaceltumor, thecaceltumor
  • mesenchymale tumoren: fibrosarcoom, neurofibrosarcoom etc.
53
Q

waarom is het vaststellen van endometriose belangrijk bij acute buik/onverwacht vaginale bloeding etc.?

A

er is een verband tussen ovariele endometriose en epitheliale ovariumcarcinomen

2,5% van ovariele endometriose transformeert in epitheliale ovariumcarcinoom (EOC)

54
Q

waar kan je marker Ca-125, CEA voor gebruiken?

en hCG, AFP (alfa-foetoproteine) en LDH (lactaatdehydrogenase)

A
  • tumormarker voor de meeste epitheliale tumoren (ook benigne aandoeningen o.a. menstruatie, cysten, myomen, endometriose etc)
  • CEA (carcinoembryonic antigen) voor mucineuze tumoren
  • markers voor kiemceltumoren
55
Q

wat is het standaard gynaecologisch onderzoek bij postcoitaal bloedverlies?

A
  • palpatie van buik
  • inspectie van de vulva
  • speculumonderzoek
  • vaginaal toucher
  • inspecteer handschoen na VT op bloed
56
Q

wat is het aanvullend gynaecologisch onderzoek bij postcoitaal bloedverlies?

A
  • kweken: op chlamydia trachomatis, schimmeldraden
  • uitstrijkje baarmoedermond
  • colposcopisch onderzoek
57
Q

wat is de meest voorkomende oorzaak van stressincontinentie bij mannen en bij vrouwen?

A

man: intrinsieke sphincterdeficientie (ISD)

vrouw: hypermobiliteit vaginavoorwand

58
Q

wat kunnen de oorzaken zijn voor overloopincontinentie?

A
  • subvesicale obstructie
  • acontractiele blaas (etc. DM, MS)
  • verslapping gladde spieren van de blaas door bv. medicatie
  • psychogene retentie
59
Q

wat is de druk-transmissie ratio en de leak point pressure?

A

druk-transmissie ratio: de verhouding tussen de drukstijging in de urethra en de gelijktijdige druk in de blaas

leak point pressure: de door buikpers opgewekte laagste druk in de blaas waarbij urine lekkage optreedt

60
Q

welke oorzaken kunne er zijn voor het ontstaan van ene vervroegde menopauze?

A
  • iatrogeen (chemo- of radiotherapie, profylactisch chirurgisch verwijderen ovaria)
  • auto-immuun (antistoffen tegen ovariumweefsel)
  • idiopathisch