3A1 week 5 Flashcards
welke klachten kunnen duiden op een pre-maligne afwijking van de cervix?
- abnormale afscheiding
- contactbloedingen
- macroscopisch zichtbare afwijkingen op de cervix
- onregelmatig bloedverlies
wat is X-inactivatie?
een vrouw inactiveert 1 X-chromosoom per cel, willekeurig met 50/50 verdeling. In het pre-blastocyst stadium
Wat is een Barr-body?
een geinactiveerd X-chromosoom in de nucleus. heeft geen transcriptie en er is late replicatie
wat is de pseudo-autosomale regio?
de toppen van het X- en Y-chromosoom met dezelfde genen die aanblijven of ie nou geïnactiveerd is of niet
waarom heeft het meten van stollingseiwitten bij een zwangere vrouw met hemofilie niet veel nut?
stollingseiwitten nemen toe tijdens de zwangerschap, kan zorgen voor normale bevalling. Na de bevalling dalen ze gelijk waardoor postpartum bloedingen kunnen optreden
wat is het fragiele X-syndroom?
meest voorkomende erfelijke oorzaak van mentale retardatie bij mannen.
mutatie in FMR1-gen waardoor > 200 CGC-repeats waardoor geen transcriptie
uit welke embryonale structuur ontstaan de placenta en de navelstreng?
uit het extra-embryonale mesoderm (in deze laag ontstaat ook de chorionholte)
wanneer wordt de neurale buis gevormd?
in week 3-4
welke structuren komen voort uit deze structuren:
Paraxiaal mesoderm
Mesoderm
Pariëtaal mesoderm
Viscerale mesoderm
Endoderm
Ectoderm
Neuroectoderm
Somieten
Spieren, skelet, hart (lateraal), nieren (intermediair)
Weefsel rond de buikholte
Bindweefsel rond de darmen
Darm, longen, lever
Huid, zenuwstelsel
Ruggenmerg
aan de hand van wat kan je het ontwikkelingsstadium van een embryo/foetus bepalen?
hoeveelheid somieten
wat is het doel van prenatale screening en diagnostiek?
niet voorkomen zoveel mogelijk afwijkingen maar ouders in staat stellen om een goed-geinformeerde weloverwogen keuze te maken
waaruit bestaat prenatale screening?
- anamnese
- 13- en 20 weken echo
- NIPT
wat kunnen redenen zijn voor het uitvoeren van prenatale diagnostiek?
- vaststellen obstetrisch beleid: plaats van partus, tijdstip van bevalling, tijdstip van partus
- vaststellen neonataal beleid
- terminering zwangerschap
wat doe je met de NIPT?
bloedprikken, kijken naar maternaal DNA (90%) en placentair DNA (10%) en kijken naar eventuele afwijkingen (maligniteiten, deleties, duplicaties) of (trisomie 21, 18 en 13)
welke mogelijkheden voor prenatale diagnostiek zijn er?
- foetale MRI-scan
- echodiagnostiek (GUO geavanceerd ultrageluid diagnostiek)
- NIPD (non-invasieve prenatale diagnostiek)
- invasieve diagnostiek
- vlokkentest
- vruchtwaterpunctie
- navelstrengpunctie
wat is de kans op een miskraam bij invasieve prenatale diagnostiek?
1:500 tot 1:1000 (bij verhoogde kans op chromosoomafwijkingen bij eerdere screenende test is er geen hoger risico door sws hoger miskraam risico)
wat zijn beperkingen van prenataal echodiagnostiek?
- afwijking is te klein om te zien ten tijde van onderzoek
- afwijking is niet aanwezig ten tijde van onderzoek
- beeldvorming is beperkt (obesitas, littekens)
welke 2 groepen zijn er binnen de GUO
GUO1: verhoogd a priori risico op aangeboren afwijking
GUO2: verdenking op een afwijking tijdens de zwangerschap (na bijv SEO)
noem indicaties voor GUO1
- sterk verhoogde kans op structurele afwijking
- monozygote meerlingzwangerschap
- eerstegraadsverwant van de foetus met structurele afwijking
- pre-existente of in 1ste trimester diabetes mellitus
- hoge titer TSH-antistoffen
- hoge stralingsbelasting
- gebruik teratogene medicatie of geneesmiddelen
wanneer vinden er echo’s plaats?
13-weken
20-weken
32-weken