36-37 (N-E) Flashcards
1
Q
In/naar het buitenland
A
Abroad
2
Q
Reis (over land)
A
Journey
3
Q
Reis (over zee)
A
Voyage
4
Q
Touringcar
A
Coach
5
Q
Veerboot
A
Ferry
6
Q
Hut
A
Cabin
7
Q
Kooi
A
Berth
8
Q
Jacht
A
Yacht
9
Q
Vaartuig
A
Vessel
10
Q
Verrekijker
A
Binoculars
11
Q
Wrak
A
Wreck
12
Q
Vergaan
A
To be wrecked
13
Q
Redden
A
To rescue
14
Q
Redding
A
Rescue
15
Q
Instappen
A
To board
16
Q
Hoogte
A
Altitude
17
Q
Kapen
A
To hijack
18
Q
Koers
A
Course
19
Q
Wijzigen
A
To alter
20
Q
Startbaan
A
Runway
21
Q
Annuleren
A
To cancel
22
Q
Neerstorten
A
To crash
23
Q
Raadsel
A
Mystery
24
Q
Verdwijnen
A
To disappear
25
Verdwijning
Disappearance
26
Onderzoek (naar)
Inquiry (into)
27
Voorleggen
To submit
28
Door de douane gaan
To go through customs
29
Douanebeambte
Customs officer
30
Aangeven
To declare
31
Bagage
Baggage
32
Bagageband
Baggage belt
33
Koffer
Suitcase
34
Bestaan uit
To consist of
35
Vastmaken
To attach
36
Extra bagage
Excess baggage
37
Grens
Border
38
Onderneming
Enterprise
39
Mede-
Fellow
40
Buitenlands
Foreign
41
Kaart
Map
42
Vakantieoord
Resort
43
Belasting
Tax
44
Belastingvrij
Tax-free
45
Bestemming
Destination
46
Omgeven
To surround
47
Omgeving
Surroundings
48
Verkennen
To explore
49
Formulier
Form
50
(On)geldig
(In)valid
51
Visum
Visa
52
Aanvragen
To Apply for
53
Aanvraag
Application
54
Bezienswaardigheden
Sight
55
Folder
Leaflet
