34-35 (N-E) Flashcards
1
Q
Openbaar vervoer
A
Public transport
2
Q
Middel
A
Means
3
Q
Vertrekken
A
To leave
4
Q
Vertrek
A
Departure
5
Q
Aankomst
A
Arrival
6
Q
Perron
A
Platform
7
Q
Wagon
A
Carriage
8
Q
Vrij
A
Vacant
9
Q
Over tijd
A
Overdue
10
Q
Lading
A
Cargo
11
Q
Taxi
A
Taxi/cab
12
Q
Rij
A
Queue
13
Q
In de rij staan
A
To queue
14
Q
Verbinden
A
To connect
15
Q
Verbinding
A
Connection
16
Q
Verband
A
Connection
17
Q
Forens
A
Commuter
18
Q
Heen en weer reizen
A
To commute
19
Q
Tarief
A
Fare
20
Q
Ver / afgelegen
A
Distant
21
Q
Metro
A
Underground
22
Q
Voetgangerstunnel
A
Subway
23
Q
Eindstation
A
Terminus
24
Q
Kofferbak
A
Boot
25
Monteur
Mechanic
26
Repareren
To repair
27
Motorkap
Bonnet
28
Zaklantaarn
Torch
29
Batterij
Battery
30
Accu
Battery
31
Versnelling
Gear
32
Controleren
To check
33
Lekke band
Flat tyre
34
Lek
Puncture
35
Druk
Pressure
36
Verstellen
To adjust
37
Verstelbaar
Adjustable
38
Gordel
Belt
39
Benzine
Petrol
40
Opraken
To run out
41
Brandstof
Fuel
42
Zuinig
Economical
43
Poetsen
To polish
44
Was
Wax
45
Kenmerk
Feature
46
Doel
Purpose
Hahahaha purpoos, dit bedoelde die gast dus
47
Onvermijdelijk
Inevitable
48
Reserveonderdelen
Spare part
49
Huren
To hire
50
Onmisbaar
Indispensable
51
Afleggen
To cover