3. Hoofdstuk 6 Flashcards
1
Q
Op welke 2 manieren kan een ondertekening van een verdrag die op zichzelf niet tot binding leidt, toch rechtsgevolgen hebben?
A
1) De staat die het verdrag heeft ondertekend moet zich onthouden van handelingen die een verdrag zijn ‘voorwerp en doel’ zouden ontnemen (in NL: dwz, als de toekomstige toepassing van een verdrag onmogelijk wordt).
2) Staten kunnen overeenkomen om vanaf het moment van ondertekening verdragen voorlopig toe te passen.
2
Q
Welke 3 stappen vormen het proces van sluiting en inwerkingtreding van verdragen voor Nederland?
A
1) Ondertekening
2) Bekrachtiging en toetreding
3) Inwerkingtreding