3. Histoire générale et politique Flashcards

1
Q

De Nederlanden kunnen worden gedefinieerd als de regio gelegen aan de monding van drie grote rivieren: de Rijn, de Maas en de Schelde. Tegenwoordig delen vijf landen dit grondgebied: Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk.

A

Les Plats Pays ou Pays-Bas, peuvent se définir comme la région située à l’embouchure de trois grands fleuves: le Rhin, la Meuse et l’Escaut. Aujourd’hui, cinq nations se partagent ce territoire : les Pays-Bas, la Belgique, le Luxembourg, l’Allemagne et la France.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het vormde vroeger de Bourgondische staat, geboren uit de vergadering van vorstendommen en
heerlijkheden gelegen op de grens van het Koninkrijk Frankrijk en het Germaanse Rijk

A

Il formait jadis l’Etat bourguignon, né de la réunion de principautés et seigneuries situées en bordure du Royaume de France et de l’Empire germanique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De Vlakke Landen vormen een heel apart cultureel landschap op de kaart van Europa. Zodra je er binnenkomt, besef je het vrijwel onmiddellijk. In dit opzicht zijn de zaken sinds de Middeleeuwen niet veranderd.

A

Les Plats Pays constituent un paysage culturel bien distinct sur la carte de l’Europe. Il suffit d’y pénétrer pour s’en rendre compte presque aussitôt. A cet égard, les choses n’ont pas changé depuis le Moyen Âge.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De buitenlandse bezoeker die door de door de Noordzee omringde landen reisden, werden vooral getroffen door hun rijkdom, het aantal en de pracht van steden, de bloei van schilderkunst en muziek, en dra ook door de uitingen van
het humanistische denken en, in het kielzog daarvan, door intensieve wetenschappelijke activiteit en het hoge opleidingsniveau van de
inwoners.

A

Le visiteur étranger qui parcourait ces terres baignées par la mer du Nord était surtout frappé par leur richesse, le nombre et la splendeur des villes, la floraison de la peinture et de la musique, bientôt aussi par les expressions de la pensée humaniste et, dans le sillage de celle-ci, par l’activité scientifique intense et le haut degré d’instruction
des habitants.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Maar onder deze pracht en deze schijn van sociale harmonie ontwikkelden zich vele latente spanningen: tussen de bourgeoisie en de prins, tussen de stad en het platteland, tussen de steden onderling en tussen de ambachten die zij binnen hun muren huisvestten.

A

Mais sous ce faste et cette apparence d’harmonie sociale se développaient aussi de nombreuses
tensions latentes: entre la bourgeoisie et le prince, entre la ville et la campagne, entre les villes elles-mêmes et entre les métiers qu’elles abritaient en leurs murs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De Nederlanden onderscheiden zich door hun dorst naar vrijheid en hun diepe afkeer van te veel opgedrongen centralisatie.

A

Les Plats Pays se distinguent par leur soif
de liberté et leur aversion profonde pour une centralisation trop poussée.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De grote autonomie van de provincies en steden, die hun eigen standenvergaderingen en hun eigen rechtbanken hebben, maken deel uit van een lange traditie, even volhardend als de veelheid aan Nederlandse, Franse en Duitse dialecten
die vandaag nog steeds gesproken worden.

A

La grande autonomie des provinces et des villes, qui disposent de leurs propres assemblées représentatives et de leurs propres tribunaux, s’inscrit donc dans une longue tradition, aussi tenace que la multiplicité des dialectes néerlandais, français et allemands que l’on parle encore aujourd’hui.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De regio van de Lage Landen heeft vanaf het begin geen duidelijke en goed onderscheiden naam gehad. In Schotland bijvoorbeeld, worden de Lowlands ook wel de laaggelegen gebieden genoemd: lage landen of platte landen. Gedurende de eeuwen werden verschillende termen gebruikt om dit gebied proberen te definiëren: Vlaanderen, Nederlanden, Zeventien Provinciën, België en zelfs Benelux.

A

La région des Pays Plats n’a pas eu dès le départ, un nom clair et bien distinct. En Écosse par exemple, les Lowlands sont aussi des terres basses: des pays bas ou plats pays. Au fil des siècles, différents termes furent employés pour tenter de définir cette zone : Flandre, Pays-Bas, Dix-Sept Provinces, Belgique et même Benelux.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In de late Middeleeuwen vormden ze niet het grondgebied van een uniek volk zoals er een volk van Engelsen, Denen of Hongaren was. Laten we ons troosten met de gedachte dat onze directe buren naar het oosten net zo slecht bedeeld zijn als wij, aangezien Deutsch gewoon “van het volk” betekent, zodat Deutschland eigenlijk “het land van het volk” betekent. Ook Italië was tot de 19e eeuw slechts een geografisch begrip.

A

Au haut Moyen Âge, ils ne constituaient pas le territoire d’un peuple unique de Néerlandais comme il y avait un peuple d’Anglais, de Danois ou de Hongrois. Consolons-nous en songeant que nos voisins directs à l’est sont tout aussi mal lotis que nous puisque Deutsch veut tout simplement dire «du peuple», de sorte que Deutschland signifie en fait “le pays du peuple”. L’Italie aussi n’a été qu’une notion géographique jusqu’au 19e siècle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het eerste belangrijke vorstendom dat een belangrijke rol speelde in de regio van de Lage Landen heette Vlaanderen. Het kwam voort uit een klein kanton van het grote Frankische Rijk: de Pagus Flandrensis. Tijdens de Middeleeuwen werd het een graafschap en maakte het meestal deel uit van het koninkrijk Frankrijk, maar het slaagde er geleidelijk aan in zich ervan los te maken.

A

La première principauté qui joua un rôle important dans la région des Plats Pays s’appelait la Flandre. Elle était issue d’un petit canton du grand Empire franc: le Pagus Flandrensis. Devenu comté au Moyen Âge, elle fit le plus souvent partie du royaume de France, mais elle sut progressivement s’en détacher.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Haar buitengewone economische bloei, met als parels de steden Brugge en Gent, maakte Vlaanderen beroemd in de wereld van die tijd. De “Fiamminghi” verschijnen al in La Divina Commedia van Dante Alighieri (+1321). Toen, een eeuw later, de opkomst van het grote Bourgondische rijk plaatsvond, dat geleidelijk bijna alle vorstendommen van de Lage Landen zou absorberen, werd de term Flamenco, Fiammingo en Flameng(ue) geleidelijk in steeds bredere zin gebruikt in de mediterrane wereld, zodat het uiteindelijk alle inwoners van de Lage Landen omvatte.

A

Son extraordinaire essor économique, avec comme fleurons les villes de Bruges et de Gand, rendit la Flandre célèbre dans le monde de l’époque. Les «Fiamminghi» apparaissent déjà dans La Divina Commedia de Dante Alighieri (+1321). Lorsque,
un siècle plus tard, on assista à l’émergence de la grande entité bourguignonne, qui allait peu à peu absorber presque toutes les principautés des Plats Pays, la notion de Flamenco, Fiammingo et Flameng(ue) fut progressivement employée dans un sens de plus en plus large dans le monde méditerranéen, à tel point qu’elle finit par
englober tous les habitants des Plats Pays.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dus, Brabanders, Hollanders, inwoners van Gelderland, Utrecht of Overijssel en soms zelfs Friezen en inwoners van de huidige Waalse provincies aarzelden niet om zichzelf in het buitenland te identificeren als “Vlaemsch” of “Flameng”, precies zoals de inwoners van het graafschap Vlaanderen zelf deden, en deze gewoonte bleef bestaan tot de 18e eeuw.

A

Ainsi, Brabançons, Hollandais, habitants de Gueldre, d’Utrecht ou d’Overijssel et même parfois Frisons et habitants des actuelles provinces wallonnes n’hésitaient pas à se désigner comme « Vlaemsch » ou « Flameng » à l’étranger, exactement comme le faisaient les habitants du comté de Flandre proprement dit, et cette habitude persista jusqu’au 18e siècle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De algemene en zeer vage aanduiding gebruikt door de hertogen van Bourgondië werd al snel vergeten. Zij spraken over de “Pais de par decha” of “Landen van herwaerts overe”, om duidelijk onderscheid te maken met hun veel zuidelijkere bezittingen zoals Bourgondië of Franche-Comté. Maar toen hun voorouderlijk land, Bourgondië, in 1477 door de koning van Frankrijk werd afgenomen en het zwaartepunt van hun territorium naar de Lage Landen verschoof, verloor de door hen bedachte naam al snel zijn betekenis en raakte hij snel in onbruik.

A

La dénomination commune très vague utilisée par les ducs de Bourgogne fut très vite reléguée aux oubliettes.
Ceux-ci parlaient des « Pais de par decha » ou « Landen van herwaerts overe », pour faire clairement la distinction avec leurs possessions beaucoup plus méridionales telles que la Bourgogne ou la Franche-Comté. Mais lorsque leur terre ancestrale, la Bourgogne, leur fut arrachée par le roi de France en 1477, et que le centre de gravité de leur territoire se déplaça aux Plats Pays, le nom qu’ils avaient inventé perdit tout son sens et tomba rapidement en désuétude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De feodale tijd (900-1400)
Door het Verdrag van Verdun (843) werd het Frankische Rijk verdeeld in drie delen: West-Francië (dat later Frankrijk zou worden), Oost-Francië (het toekomstige Duitsland) en het middenterritorium, dat aan Lotharingen toekwam en zich uitstrekte van Friesland tot aan Italië, waarbij het het voormalige hart van het Frankische rijk tussen de Maas, de Rijn en de Moezel omvatte, evenals een deel van Bourgondië. Dit middelste rijk zou al snel worden geabsorbeerd door zijn twee grote buren, waardoor het rijk van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome werd verdeeld in twee belangrijke zones, waarbij de ene een Romaanse kern had en de andere een Germaanse kern.

A

L’époque féodale (900-1400)
Par le Traité de Verdun (843), le Royaume franc fut divisé en trois parts: la Francie occidentale (qui deviendra la France), la Francie orientale (la future Allemagne) et le territoire du milieu, qui échut à Lothaire et qui s’étendait de la Frise à l’Italie, englobant l’ancien cœur du domaine franc entre Meuse, Rhin et Moselle, ainsi qu’une partie de la Bourgogne. Très vite, ce royaume médian serait absorbé par ses deux grands voisins, de sorte que
l’empire de Charlemagne et de Louis le Pieux se trouva divisé en deux zones importantes, possédant l’une un noyau roman et l’autre, un noyau germanique.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het zou logisch zijn geweest om te zien dat deze twee koninkrijken een parallelle en harmonieuze ontwikkeling doormaakten, maar in plaats daarvan begonnen ze uiteen te vallen: Frankrijk in de 9e eeuw, Duitsland in de 13e eeuw. Dit leidde tot de oprichting van twee onafhankelijke zones, Vlaanderen en Neder-Lotharingen, die uiteindelijk zouden samensmelten onder de “Bourgondische dynastie” om de Nederlanden te vormen.

A

il aurait été dans la logique des choses de voir ces deux royaumes connaître un développement parallèle et harmonieux, au lieu de quoi ils commencèrent à se désagréger : la France au 9e siècle, l’Allemagne au 13e siècle. Ce qui a permis la création de deux zones indépendantes, la Flandre et la Basse-Lotharingie, qui allaient finalement se fondre sous la « dynastie bourguignonne » pour former les Pays-Bas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Na de kroning van Hugo Capet in 987 was de koning niet meer dan een lokale feodale heer onder vele anderen ten noorden van de Loire, waar niemand veel belang aan hechtte. Deze omstandigheden, samen met de onveiligheid veroorzaakt door Vikingaanvallen, verklaren de opkomst van vele onafhankelijke vorstendommen zoals Vlaanderen, Poitou, Bourgondië, Champagne, Toulouse, Blois, Maine en vele anderen.

Oorspronkelijk was de pagus Flandrensis een bescheiden Frankisch district dat nogal perifeer lag, gelegen in de regio van Brugge en dat zijn naam zou geven aan een reeks pagi die een brede strook vormden langs de Noordzee, tussen de Aa en de Zwin.

A

Après le couronnement de Hugues Capet en 987, le roi n’était plus qu’un seigneur féodal local parmi tant d’autres
au nord de la Loire, dont personne ne faisait grand cas. Ces circonstances, ainsi que l’insécurité due aux raids des Vikings, expliquent la naissance de nombreuses principautés indépendantes telles que la Flandre, le Poitou, la Bourgogne, la Champagne, Toulouse, Blois, le Maine et bien d’autres.
A l’origine, le pagus Flandrensis était un modeste district franc plutôt périphérique, situé dans la région de Bruges et qui allait donner son nom à un ensemble de pagi formant une large bande le long de la mer du Nord, entre le Aa et le Zwin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Twee specifieke omstandigheden verklaren de opkomst van Vlaanderen: de dringende noodzaak om het land te verdedigen tegen de aanval van de Noormannen (die tussen 879 en 883 een kamp hadden opgericht in Gent) en het ontbreken van koninklijke bescherming. Waar de monarchie tekortschoot, was de bevolking gedwongen zichzelf te verdedigen, onder leiding van een eigen leider. Overal ontstonden “territoriale vorstendommen”, ware regionale staten die theoretisch alleen nog aan de koning van Frankrijk gebonden waren. Deze situatie stelde de graven van Vlaanderen - waaronder beroemde namen zoals Boudewijn de IJzeren, Arnulf de Grote, Boudewijn van Rijsel en Robrecht de Fries - eerst als regionale vertegenwoordigers van de koninklijke autoriteit, in staat om zich op te werken tot leiders van een echt vorstendom. De opkomst van Vlaanderen is des te opmerkelijker omdat het graafschap geen model was van cohesie. Taalkundig gezien had het een Germaanse en een Romaanse component. Geografisch gezien bestond het uit een kustregio en een heuvelachtig achterland. Politiek gezien viel Vlaanderen onder het koninkrijk Frankrijk maar ook, als gevolg van zijn vroege uitbreiding ten oosten van de Schelde, onder het Duitse Rijk. Wat betreft de kerkelijke configuratie van het graafschap, was deze niet minder heterogeen omdat het de bisdommen van Atrecht, Doornik, Kamerijk, Terwaan en Utrecht omvatte, die zelfs niet tot dezelfde kerkprovincie behoorden, aangezien Utrecht deel uitmaakte van de provincie Keulen en de andere bisdommen van die van Reims.

A

Deux circonstances particulières expliquent l’ascension de la Flandre : l’urgence de défendre le pays contre l’offensive des Normands (qui avaient établi un camp à Gand entre 879 et 883) et l’absence de protection royale. Là où la monarchie était défaillante, la population en était réduite à se défendre elle-même, sous le commandement d’un chef propre. Des « principautés territoriales » se formèrent partout, véritables états régionaux que seule liait encore au roi de France une allégeance théorique. Cette situation permit aux comtes de Flandre – parmi lesquels des noms célèbres : Baudouin Bras-de-Fer, Arnolphe le Grand, Baudouin de Lille et Robert le Frison – d’abord représentants régionaux de l’autorité royale, de s’élever au rang de chefs d’une véritable principauté. L’essor de la Flandre est d’autant plus remarquable que le comté n’était pas un modèle de cohésion. Du point de vue linguistique, il comptait une composante germanique, une autre romane. Géographiquement, il était composé d’une région côtière et d’un arrière-pays vallonné. Sur le plan politique, la Flandre ressortissait au royaume de France mais aussi, suite à son expansion précoce à l’est de l’Escaut, à l’empire allemand. Quant à la configuration ecclésiastique du comté, elle n’était pas moins hétérogène car il couvrait les évêchés d’Arras, de Tournai, de Cambrai, de Thérouanne et d’Utrecht, lesquels n’appartenaient même pas à la même province ecclésiastique, puisque Utrecht faisait partie de la province de Cologne et les autres évêchés de celle de Reims.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De 12e eeuw was een bloeiperiode voor Vlaanderen. Door zijn huwelijk voegde graaf Filips van de Elzas het graafschap Vermandois toe aan zijn grondgebied, dat zich vanaf dat moment uitstrekte van de Schelde tot aan de regio van de Somme, waardoor Filips de grootste vazal van de kroon werd en een regent van Frankrijk. Hij botste echter met de ambitie van Filips Augustus, koning van Frankrijk van 1180 tot 1223. Na de dood van Filips in 1191 veroverde de koning Artesië, een welvarende regio met belangrijke steden zoals Atrecht en Sint-Omaars. Bovendien liet de glansrijke overwinning die hij behaalde in 1214 bij Bouvines op de grote coalitie van Engeland, Vlaanderen en het Keizerrijk geen twijfel bestaan: de tijd van onafhankelijke “territoriale staten” was voorbij.

A

Le 12e siècle fut une période faste pour la Flandre. Par son mariage, le comte Philippe d’Alsace ajouta le comté de Vermandois à son territoire, qui s’étendait dès lors de l’Escaut à la région de la Somme, ce qui faisait de Philippe le plus grand vassal de la couronne ainsi qu’un régent de la France. Il se heurta toutefois à l’ambition de Philippe Auguste, roi de France de 1180 à 1223. Après la mort de Philippe en 1191, le roi s’empara de l’Artois, région prospère qui comprenait des villes importantes comme Arras et Saint-Omer. De plus, la victoire éclatante qu’il remporta en 1214 à Bouvines sur la grande coalition réunissant l’Angleterre, la Flandre et l’Empire, ne laissaient
planer aucun doute : le temps des «États territoriaux» indépendants était révolu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De logica van de Franse eenwording leek onvermijdelijk: Vlaanderen zou worden opgenomen in het koninkrijk. Toch werd op 11 juli 1302 het trotse Franse leger afgeslacht door een heterogene troep bestaande uit Brugse ambachtslieden, kustboeren en Gentse troepen onder leiding van enkele ridders. De overwinnaars, die de sporen van de Franse ridders als trofeeën hadden behaald, noemden deze beslissende slag de “Slag bij de Guldensporen”.

In de 14e eeuw probeerde de Franse kroon Vlaanderen op meer diplomatieke wijze te veroveren, namelijk door middel van huwelijksbeleid. In 1369 trouwde Margaretha van Male, de dochter en erfgename van de graaf van Vlaanderen Lodewijk van Male, met Filips de Stoute, zoon van de koning van Frankrijk. Filips was hertog van Bourgondië, een onderdeel van Frankrijk. De onderdelen bleven een integraal onderdeel van het koninkrijk en hoogstwaarschijnlijk zou dit ook het geval moeten zijn voor Vlaanderen, dat nu verbonden was met het hertogdom Bourgondië door een persoonlijke unie en altijd al aan Frankrijk verbonden was geweest door feodale banden. Maar de gebeurtenissen namen een heel andere wending. Het bleek later dat het Vlaamse erfgoed, verre van een eerste stap te zijn naar een vreedzame absorptie van het graafschap door de Franse kroon, de vorming van een Bourgondische confederatie in de Nederlanden voorbereidde, die zich tegen Frankrijk zou keren en uiteindelijk haar erfelijke vijand zou worden.

A

La logique de l’unification française paraissait inéluctable : la Flandre serait incorporée au royaume. Pourtant, le 11 juillet 1302, la fière
armée française fut massacrée par une troupe hétérogène composée d’artisans brugeois, de paysans du littoral et de troupes gantoises sous la conduite de quelques chevaliers. Les vainqueurs ayant remporté les éperons des chevaliers français en guise de trophée, cette bataille décisive fut baptisée «Bataille des Éperons d’Or».
Au 14e siècle, la couronne française tenta d’accaparer la Flandre par des voies plus diplomatiques, celles de la politique matrimoniale. En 1369, Marguerite de Male, la fille et l’héritière du comte de Flandre Louis de Male, épousa Philippe Le Hardi, fils du roi de France. Philippe était duc de Bourgogne, un apanage de la France. Les apanages demeuraient partie intégrante du royaume et selon toute probabilité ce devait être également le cas
de la Flandre, à présent rattachée au duché de Bourgogne par une union personnelle et depuis toujours à la France par des liens féodaux. Mais les évènements prirent une toute autre tournure. Il apparut plus tard que l’héritage flamand, loin de constituer un premier pas vers une absorption pacifique du comté par la couronne de France, préparait la formation d’une confédération bourguignonne aux Pays-Bas, laquelle se tournerait contre la France, devenant même à la longue son ennemi héréditaire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

In Oost-Francië, dat later Duitsland zou worden, bleef de koninklijke macht nog vele eeuwen aanzienlijk, wat zorgde voor samenhang tussen de regio’s en de stevigheid van de band met de monarchie. Wat betreft de Nederlanden behielden de keizers lange tijd hun autoriteit over de bisschoppen, die sinds de 10e eeuw hun vazallen waren geworden door hen het graafschapsgezag te verlenen. De betrokken bisdommen waren die van Utrecht en het prinsbisdom Luik. De macht van de keizer over de wereldlijke vorstendommen, waaronder Holland en Brabant de belangrijkste zouden worden, was minder duidelijk.

In de Nederlanden kende het hertogdom Brabant een opmerkelijke opkomst. Het beslissende evenement in zijn emancipatie was de Slag bij Woeringen in 1288. De opvolging van het kleine hertogdom Limburg, een arme maar begeerde regio vanwege haar strategische ligging op de belangrijke handelsroute tussen Brabant en Keulen, lag aan de basis van het conflict. De hertog van Brabant kwam als overwinnaar uit de strijd en zo kon Brabant zijn hegemonie vestigen tussen de Maas en de Rijn.

A

En Francie orientale, qui devait devenir l’Allemagne, le pouvoir royal resta considérable pendant de nombreux
siècles encore, assurant la cohésion entre les régions et la solidité du lien avec la monarchie. En ce qui concerne
les Pays-Bas, les empereurs maintinrent le plus longtemps leur autorité sur les évêques dont ils avaient fait leurs
vassaux depuis le 10e siècle, en leur accordant le pouvoir comtal. Les évêchés concernés étaient ceux d’Utrecht et la principauté épiscopale de Liège. Le pouvoir de l’empereur sur les principautés laïques, parmi lesquelles la Hollande et le Brabant deviendraient les plus importantes, était moins affirmé.
Aux Pays-Bas, le duché de Brabant connut une ascension remarquable. L’évènement décisif dans son émancipation fut la bataille de Worringen en 1288. La succession du petit duché de Limbourg, une région pauvre mais convoitée à cause de sa situation stratégique sur l’importante voie marchande reliant le Brabant à Cologne, était
à la base du conflit. Le duc de Brabant sortit vainqueur et c’est ainsi que le Brabant put établir son hégémonie entre la Meuse et le Rhin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Het sociaaleconomische landschap van Nederland
Het model van moderne welvaart ontstond in Vlaanderen en breidde zich geleidelijk uit naar het noorden, naar Brabant en Holland. De opkomst van steden moet worden gezien als zowel het gevolg als de motor van fundamentele economische mechanismen. De agrarische productiviteit moest immers in staat zijn om te voldoen aan de behoeften van een snelgroeiende stedelijke bevolking. De stedelijke industrie moest kwaliteitsproducten leveren voor een brede markt en winst genereren om grondstoffen en lonen te betalen.

A

Le paysage socio-économique des Pays-Bas
Le modèle de la prospérité moderne naquit en Flandre pour s’étendre progressivement vers le nord, en gagnant le Brabant et la Hollande. L’essor des villes doit être vu à la fois comme la conséquence et le moteur de mécanismes économiques fondamentaux. En effet, la productivité agricole devait être à même de répondre aux besoins d’une population urbaine en pleine croissance. L’industrie des villes devait fournir des produits de qualité destinés à un large marché et engendrer des bénéfices permettant de payer matières premières et salaires.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Het kopen van wol in Engeland, de productie van kwaliteitsstoffen en hun verkoop overal in Europa vereiste een context van internationale handel en een monetaire economie. Al deze voorwaarden werden vervuld in Nederland. We zagen een interne diversificatie, waarbij sommige steden, zoals Brugge, vooral commerciële centra werden, terwijl andere, zoals Ieper en Gent, productiecentra werden.

A

L’achat de laine en Angleterre, la production de tissus de qualité et leur vente partout en Europe supposaient un contexte d’échanges internationaux et d’économie monétaire. Toutes ces conditions furent réalisées aux PaysBas. On assista à une diversification interne, certaines villes, telle Bruges, devenaient avant tout des centres commerciaux, d’autres, telles Ypres et Gand, des centres de production

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Er zijn ook verschuivingen van actieve handel naar passieve handel waar te nemen. In eerste instantie was de Vlaamse handel, met name die van Brugge, actief, in die zin dat Vlaamse kooplieden en zeelieden goederen verkochten en kochten in het buitenland. Dit was de hoogtijdagen van de hanzen: de Vlaamse Hanze van Londen, de Hanze van de Zeventien Steden en de Duitse Hanze. Later werd deze internationale handel passief: bedrijven en handelaren vestigden zich in Brugge en domineerden daar de handelsactiviteiten, waardoor de lokale bevolking een rol kreeg als tussenpersonen en gastheren. Tegelijkertijd kenden de 13e en 14e eeuw een verschuiving van handel over land naar handel over zee.

A

On observe aussi des glissements du
commerce actif vers un commerce passif. Dans un premier temps en effet, le commerce flamand, et tout particulièrement brugeois, fut actif, en ce sens que les marchands et navigateurs flamands vendaient et achetaient à
l’étranger. Ce fut la grande époque des hanses : la Hanse flamande de Londres, la Hanse des dix-sept villes et la
Hanse allemande. Par après, ce commerce international devint passif : les firmes et les marchands s’établirent
à Bruges et y dominèrent les activités commerciales, laissant à la population locale un rôle d’intermédiaires et
d’hôtes. En même temps, les 13e et 14e siècles connurent l’évolution du commerce terrestre vers le commerce
maritime.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

In de 13e eeuw werden de jaarmarkten van Champagne, die een draaischijf vormden tussen het Middellandse Zeegebied en het noorden en waar de aanwezigheid van Vlaamse handelaren belangrijk was, vervangen door overzeese handel. Vanaf dat moment namen handelaren uit het zuiden de Atlantische Oceaan om te handelen in Brugge, terwijl Brugge zelf het centrum werd van de handel met Engeland en de Baltische staten. Veel gebouwen in Brugge herinneren aan de aanwezigheid van Genuezen, Florentijnen, Spanjaarden, Engelsen, Schotten en “Oosterlingen”, terwijl het huis van de familie van der Beurse vandaag de dag getuigt van de financiële en beursactiviteiten van de lokale bevolking.

A

Au 13e siècle, les foires de Champagne, qui constituaient une plaque tournante entre le monde méditerranéen et le nord et où la présence des marchands flamands était importante, firent place au commerce
d’outremer. Désormais, les marchands venant du sud empruntaient l’océan Atlantique pour faire du commerce
à Bruges, tandis que Bruges, de son côté, devenait le centre des échanges avec l’Angleterre et la Baltique. De
nombreux immeubles à Bruges rappellent la présence des Génois, Florentins, Espagnols, Anglais, Écossais et
« Orientaux », tandis que la maison de la famille van der Beurse témoigne aujourd’hui des activités financières
et boursières de la population locale.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Tussen 1100 en 1400 (ook wel de tweede feodale periode genoemd) slaagden Vlaanderen, Brabant, Holland en andere provincies er geleidelijk aan in om hun autonomie te veroveren op de machtige buren Frankrijk en Duitsland. Er ontstond een ruimte waarbinnen de verschillende vorstendommen langzaam maar zeker hun banden verstevigden.

A

Entre 1100 et 1400 (aussi appelée seconde période féodale), la Flandre, le Brabant, la Hollande ainsi que les autres provinces réussirent progressivement à conquérir leur autonomie sur les puissants voisins qu’étaient la France et l’Allemagne. Un espace prit ainsi forme à l’intérieur duquel les diverses principautés ressérèrent lentement mais sûrement leurs liens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

In 1339 ondertekenden Vlaanderen en Brabant een plechtig verdrag, waaraan later Henegouwen zou deelnemen. In de loop der jaren waren er afwisselende unies tussen Vlaanderen en Henegouwen, tussen Henegouwen en Holland, tussen Vlaanderen en Namen, maar deze bleken van korte duur te zijn. Er was ook een dynastieke actie: de vorsten verwierven nieuwe leengoederen door middel van huwelijken, aankopen of veroveringen. De hertogen van Bourgondië, die hierin uitblonken, slaagden erin om van de lappendeken van de Nederlanden een opmerkelijk samenhangend geheel te maken.

A

En 1339, la Flandre et le Brabant signèrent
un traité solennel, auquel allait se joindre le
Hainaut. Au cours des années, on assista à
une alternance d’unions entre la Flandre et
le Hainaut, entre le Hainaut et la Hollande,
entre la Flandre et Namur, mais elles se révélèrent éphémères. Il y eut aussi une action
dynastique : les princes acquéraient de nouveaux fiefs grâce à des mariages, à l’achat ou
à la conquête. Les ducs de Bourgogne, qui
excellaient en la matière, réussirent à faire
du puzzle des Pays-Bas un ensemble d’une
remarquable cohésion.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Gedurende deze periode, met name in de 14e eeuw, werden de fundamenten gelegd voor een vorm van een federaal staat die de voordelen van een centrale regering combineert met maximale autonomie van verschillende regio’s.

Op cultureel vlak werd de Bourgondische cultuur, van ongeëvenaarde rijkdom, door sommigen beschouwd als het equivalent van de Italiaanse Renaissance. Het gebruik van de term “Bourgondisch” is gerechtvaardigd omdat deze bloei plaatsvond in een land geregeerd door de hertogen van Bourgondië en zelfs deels door hen werd gecreëerd. Het zou meer gepast zijn om te spreken van een “Nederlandse Renaissance”, met de kanttekening dat de term “Renaissance” geassocieerd wordt met een terugkeer naar de kunst van de oudheid, een aspect dat in Nederland relatief minder prominent was. Het vernieuwingsproces in de 15e eeuw had immers geen neoklassieke kenmerken, maar moet worden gezien als de apotheose, aan het einde van de Middeleeuwen, van een beschaving die drie eeuwen eerder ontstond.

A

Au cours de cette période, et plus particulièrement au 14e siècle, furent jetées les bases d’une
forme d’État fédéral qui combine les avantages
d’un gouvernement central à ceux d’une autonomie maximale des différentes régions.
Sur le plan culturel, la culture bourguignonne, d’une incomparable richesse, fut considérée par certains comme le pendant de la
Renaissance italienne. Le terme « bourguignon » se justifie dans la mesure où cet essor s’est produit dans un pays gouverné par les ducs de Bourgogne et même créé en partie par eux. Il serait plus approprié de parler de « Renaissance néerlandaise », avec cette restriction : le terme de « Renaissance » est associé à un retour à l’art de l’Antiquité, un aspect qui resta plutôt mineur aux Pays-Bas. En effet, le renouveau du 15e siècle ne revêtait aucun caractère néo-antique, mais doit être vu comme l’apothéose, à la fin du Moyen Âge, d’une civilisation née trois siècles auparavant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Étendue de pays qui ressort d’une autorité ou d’une juridiction

A

territoire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Droit, autorité d’un homme sur la terre dont il est le propriétaire féodal

A

seigneurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Apparition au dehors

A

émergence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Libre développement, progrès

A

essor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Réunion, ensemble de personnes qui forment un même corps

A

assemblée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Circonscription territoriale, généralement formée de plusieurs communes

A

canton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Association de personnes ayant des règles, des droits, des obligations, des privilèges qui leur sont communs

A

Corporation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Indécis, mal déterminé

A

vague

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Difficile à extirper, têtu

A

tenace

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Qui forme un tout, une unité

A

entité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

S’unir, former un seul tout

A

se fondre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Se décomposer en ses parties constituantes, désunir

A

se désagréger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Obligation du sujet à l’égard du souverain

A

allégeance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Qui a rapport au clergé ou à l’Église

A

ecclésiastique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Favorable au succès

A

prospère

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Qui ne peut être évité

A

inéluctable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Bord de la mer

A

littoral

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Prendre pour soi exclusivement

A

accaparer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Terres du domaine royal ou impérial qu’un souverain donne aux princes non régnants, mais qui reviennent à la couronne après
l’extinction des descendants mâles de ceux-ci

A

apanage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Générer (des bénéfices…)

A

engendrer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Zich realiseren

A

Se rendre compte de

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

In onbruik raken

A

Tomber en désuétude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Troost vinden in

A

Se consoler de

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Onder de indruk zijn van

A

Etre frappé par

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

In dit opzicht

A

 cet égard

53
Q

Dorst hebben naar (vrijheid)

A

Avoir soif de (liberté)

54
Q

Volharden in

A

Persister à / dans

55
Q

In de vergetelheid raken

A

Reléguer aux oubliettes

56
Q

Zich onderscheiden door / zich onderscheiden van

A

Se distinguer par / se distinguer de

57
Q

Zich bevinden aan de rand van / terreinen aan de rand

A

Se situer en bordure de / terrains en bordure

58
Q

afkeer

A

aversion

59
Q

dubbelzinnig

A

équivoque

60
Q

onderscheiden

A

distinct

61
Q

opkomen, opduiken

A

émerger

62
Q

vaag

A

vague

63
Q

onderdompelen

A

immerger

64
Q

antipathie

A

antipathie

65
Q

interesse

A

intérêt

66
Q

smaak

A

goût

67
Q

naar boven komen

A

apparaître à la surface

68
Q

onbeslist

A

indécis

69
Q

vastberaden

A

déterminé

70
Q

vroeg

A

précoce

71
Q

laat

A

tardif

72
Q

seculier

A

laïque

73
Q

naast

A

à côté

74
Q

vroeg

A

hâtif

75
Q

kerkelijk

A

ecclésiastique

76
Q

voorspoedige periode

A

période faste

77
Q

gunstig

A

favorable

78
Q

schadelijk

A

néfaste

79
Q

de kust

A

le littoral

80
Q

het achterland

A

l’arrière-pays

81
Q

Margareta Van Oostenrijk

A

Marguerite d’Autriche

82
Q

dispensatie

A

dispensatie

83
Q

huwelijk

A

mariage

84
Q

bij volmacht

A

par procuration

85
Q
A

impératrice - keizerin

86
Q
A

belle-mère - schoonmoeder

87
Q
A

couronne - kroon

88
Q
A

cour - hof

89
Q
A

époux - echtgenoot

90
Q
A

importance stratégique - strategisch belang

91
Q
A

duché - hertogdom

92
Q
A

inopinément - onverwacht

93
Q
A

régente - regentes

94
Q
A

reine - koningin

95
Q
A

mariage - huwelijk

96
Q
A

fiançailles - verloving

97
Q
A

femme - vrouw

98
Q
A

veuf - weduwnaar

99
Q
A

beau-fils - stiefzoon

100
Q
A

descendants - nakomelingen

101
Q
A

forger - smeden

102
Q
A

conjugales - echtelijke

103
Q
A

l’ennemi héréditaire - de erfelijke vijand

104
Q
A

régent - regent

105
Q
A

reconnaître - erkennen

106
Q

alliances - bondgenootschappen

A

alliances - bondgenootschappen

107
Q

opvolging

A

succession

108
Q

consumeren

A

consommer

109
Q

weduwnaar

A

veuf

110
Q

trouwen met

A

épouser

111
Q

erfenissen

A

héritages

112
Q

bloedlijn

A

lignée

113
Q

erfgenamen

A

héritiers

114
Q

dynastieën

A

dynasties

115
Q

heilzaam

A

bénéfique

116
Q

huwelijksbeleid

A

politique maritale

117
Q

vredesverdrag

A

traité de paix

118
Q

Karel de Stoute

A

Charles le Téméraire

119
Q

Filips de Schone

A

Philippe le Beau

120
Q

Karel V

A

Charles Quint

121
Q

eerste huwelijk

A

premières noces

122
Q

nakomelingen

A

descendance

123
Q

onwettig

A

illégitime

124
Q

erfgenaam

A

héritier

125
Q

religieus schisma

A

schisme religieux

126
Q

anglicanisme

A

anglicanisme

127
Q

dubbele verwantschap

A

doublement apparentée

128
Q
A