3 - Astma Flashcards
Hoeveel procent van de bevolking in België lijdt aan astma?
6-7%.
Wat zijn de mechanismen van luchtwegvernauwing bij astma?
- Verdikking van de bronchiale wand met inflammatie en remodelling
- Samentrekken van de gladde spiercellen
- Aanwezigheid van bronchiale secreties
Bespreel de pathologie van astma.
- Verstoord en fragiel epitheel
- Slijmbekercelhyperplasie
- Oedeem van mucosa en submucosa
- Toegenomen aantal ontstekingscellen: eosinofielen, T-lymfocyten, mastcellen, dendritische cellen, monocyten
- Depositie van extracellulaire matrix onder basale membraan
- Hyperplasie en hypertrofie van gladde spiercellen
Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van astma?
Gastfactoren: genetische predispositie, atopie, bronchiale hyperreactiviteit, geslacht (meer jongens op kinderleeftijd, meer vrouwen op volwassene leeftijd)
Omgevingsfactoren:
- Allergenen, sensibiliserende stoffen in beroepsmilieu
- Tabaksrook (actief of passief), luchtverontreiniging
- Respiratoire of parasitaire infecties
- Socioeconomische status, familiegrootte, voeding
- Zwaarlijvigheid
- Farmaca: APA syndroom (aspirine overgevoeligheid, neuspoliepen, astma)
Welke prikkels kunnen astma uitlokken?
Inspanning, luchtverontreiniging, respiratoire infecties, farmaca (BB, cholinergica), psychologische factoren, allergenen.
Wat is het nut van longfunctiemetingen bij de diagnose van astma?
Hiermee kan men reversibele luchtwegvernauwing aantonen. Men laat de patiënt een bèta2-agonist inhaleren en voert een spirometrie uit. Wanneer de ESW toeneemt met minstens 12% en minstens 200mL en de PEFR toeneemt met minstens 60L/min, is de diagnose van astma waarschijnlijk.
Verder kan men het uitgeademend FeNO meten en kan men bronchiale hyperreactiviteit aantonen d.m.v. toediening van methacholine of histamine.
Welke vragen kan men stellen in de anamnese van astma?
- Heeft u een aanval of herhaalde episodes van piepende ademhaling gehad?
- Heeft u een storende hoest ’s nachts?
- Ondervindt u een piepende ademhaling of hoest na inspanning?
- Ondervindt u piepende ademhaling, druk op de borst, of hoest na blootstelling aan allergenen?
- Zakken de verkoudheden af naar de borst of duurt het langer dan 10 dagen om ervan te genezen?
- Worden de symptomen beter onder de invloed van adequate astma behandeling?
Hoe kan men astma fenotyperen?
- Allergietesten: onderscheid allergisch vs. niet-allergisch
- Bloedonderzoek: serum IgE, allergen-specifiek IgE, bloed eosinofielen
- FeNO meten in de uitgeademde lucht (indien verhoogd wijst het op aanwezigheid IL-13)
Welke maatregelen kan men nemen bij huisstofmijtallergie?
- Gladde vloerbedekking, geen tapijten
- Luchtdichte matrasovertrek en kussensloop
- Beddengoed wekelijks wassen op > 55°C
- Sober meubilair, geen stoffen zetels
- Geen huisdieren
- Geen planten, kledij, boeken,… laten rondslingeren
Wat is de ideale partikelgrootte bij inhalatietherapie?
Tussen de 2-5µm.
Wat is AIR-only en MART?
AIR-only therapie wordt toegepast bij patiënten met mild astma, in GINA stap 1 en 2. Hierbij gebruiken de patiënten formoterol + ICS enkel als reliever therapie.
Bij matig-ernstig astma (GINA stap 3 en 4) wordt MART toegepast: maintenance en reliever therapie. De patiënten gebruikten formoterol + ICS zowel als onderhoudsbehandeling als reliever therapie. Bij GINA stap 3 nemen de patiënten 2x per dag 1 puff als onderhoud, bij GINA stap 4 2x per dag 2 puffs.
Wanneer zit men in GINA stap 1, 2, 3 en 4 bij Track 1?
- Stap 1 en 2: minder dan 4-5 dagen last per week
- Stap 3: bijna dagelijkse symptomen of 1 of meerdere keren per week nachtelijke klachten
- Stap 4: dagelijkse symptomen of 1 of meerdere keren per week nachtelijke klachten of lage longfunctie.
Waaruit bestaat de behandeling van astma bij GINA stap 5?
- Add-on LAMA samen met onderhoudstherapie
- Verwijzen voor fenotypische evaluatie
- Hoge dosis ICS-formoterol
Wat zijn de bijwerkingen van systemische corticoïden?
- Huidverdunning en subcutane bloedingen
- Herverdeling van vetweefsel
- Spieratrofien osteoporose
- Cataract, glaucoom
- Slechte wondheling
- Gewichtstoename (obesitas)
- Verhoogd risico op infecties
- Hypertensie, diabetes mellitus
- Bijnierschorsinsufficiëntie
Wat zijn de bijwerkingen van inhalatiecorticosteroïden?
- Lokaal: heesheid, orofaryngeale candidiase
- Systemisch: huidverdunning, subcutane bloedingen, groeivertraging bij kinderen