3 & 4 Flashcards
il fusibile
de zekering
non basta per invertire il calo
niet genoeg om de daling te keren
credo che non stimulino
Ik denk dat ze niet stimuleren (conjunctivo)
metselaars
muratori
le straci
de vodden
le tessile
textiel
mescolare
mengen, mixen
marocchini, indiani
marrokaans, indiaas
risente
is beïnvloed door
essere risentito
geergerd
ossia
oftewel
il fatto che (continui)
het feit dat. Onpersoonlijk dus volgt: conjunctivo
inorridire
afschuwelijk maken
spaventoso
beangstigend
spudorato
schaamteloos
come reagisce
hoe reageert
la bandiera
de vlag
dalla padella alla brace
van de pan tot de houtskool
di male in peggio
van kwaad tot erger
farcela
het redden
ce l’ho fatta
ik heb het gedaan
wanneer perché conjunctivo nodig?
wanneer perché “zodat” of “opdat” betekent, en niet: omdat (perché als uitleg)
Ieri sera non ho mangiato, perche… vervoeging conjunctivo of niet?
Nee. Perche sono arrivato a casa troppo tardi
Lavoro notte e giorno, perche … vervoeging conjunctivo of niet?
Ja. Perche tu non abbia problemi economici e possa avere…
martellare
hameren
penso che tu abbia ragione
tu omdat eerste vormen ‘t zelfde zijn
Penso di avere ragione
als het over jezelf gaat, geen conjunctivo. niet: penso che abbia.
purche tu mi dia ..
zolang je mij maar .. geeft
solo se mi dai ..
zolang je mij maar .. geeft
sebbene si parli
ook al praat men
anche se si parla
ook al praat men
svago
vrije tijd, Per me la fotografia è uno svago piacevole
a confronto i
vergeleken met
Chanteren
Ricattare, lo stavano ricattando
paragonato a
vergeleken met
vergeleken met NL
rispetto ai Paesi Bassi
mijn bril
i miei occhiali
de lekkage
la perdita
la perdita è stata riparata
de lekkage is gerepareerd
het lekt hier
sta perdendo qui
facendo la riabilitazione
ik ben aan het revalideren
mijn hiel
mio tallone
in de file staan
essere in fila / coda
con questo incarico nell’ateneo
met deze rol op de universiteit
Il “soffitto di cristallo”
glazen plafond