2+3 Flashcards
rinascimentale
(in IT met kleine letter)
Renaissance
affreschi
fresco’s
fu girata la scena
de scene werd gedraaid
vescovo
bisschop
abbina le cose
match de dingen
sostantivi
zelfst. naamwoorden
nell’agro
op ‘t plattelandd
stancante
vermoeiend
su alture
op hoogten
eccelse
hij blonk uit
verspreid
disseminati
legata alla
gekoppeld aan
fu la patria
het was het thuisland
piantagioni
plantages
si contendono la fama
ze strijden om roem
legati per sempre
voor altijd samen
ricoperti
bedekt
trasse ispirazione (trarre)
inspiratie op doen
poiché
zolang als
ovvero
dat wil zeggen
concordare
eens worden
attraente
aantrekkelijk
scheda
formulier
verso il tramonto
richting zonsopgang
una spina sulle fronte
een doorn op het voorhoofd
benché fosse stanco
ook al was hij moe
pensavo che avesse mangiato
ik dacht dat ze al gegeten had
speravo che lo incontrassi
ik hoopte dat ik hem zou tegenkomen
credo che abbia detto
ik dacht dat jij/hij de waarheid vertelde
temo che sia troppo tardi
ik vrees dat het te laat is
vorrebbe
hij zou willen
vorresti
jij zou willen
vorrebbero
zij zouden willen
terremoto
aardbeving
per farti sopravvivere
om je te helpen overleven
accanimento terapeutico
therapeutische hardnekkigheid
come lo traduciamo?
hoe vertalen we dit
avevano interrotto
zij hadden onderbroken
Ik leef gewoon / ik heb slechts een vraag
vivo soltanto / Ho soltanto una domanda
ha ucciso due giudici
hij heeft twee rechters vermoord
hanno catturato
zij veroverden
lupara bianca
afgezaagd geweer v Cosa Nostra / moord waarbij lichaam niet wordt gevonden
fucile
geweer
a proposito
Daarover gesproken
accorciato
ingekort
soprannome
bijnaam
è stato trattenuto
hij werd vastgehouden
loro coprono, coprire
zij bedekken, bedekken
fino quando il momento giusto
tot het juiste moment
era in latitanza
hij was op de vlucht
allergato l’idea
het idee vergroot