2.B Tot hoe laat is het museum open? Flashcards
Dan traja 24 ur.
Een dag duurt 24 uur.
Pol ure traja 30 min.
Een halfuur duurt 30 minuten.
Ena minuta traja 60 sek.
Een minuut duurt 60 seconden.
Kdaj je muzej v bistvu odprt? Od kdaj do kdaj?
Wanneer is het museum eigenlijk open? Van hoe laat tot hoe laat?
Vsak dan, razen v ponedeljek.
Iedere dag, behalve op maandag.
prihodnja sobota
aanstaande zaterdag
Med vikendom se muzej odpre šele ob 12h…
In het weekend gaat het museum pas om 12 uur open…
točno 12.00 opoldne
precies/exact 12 uur ‘s middags
9.15 zjutraj
kwart over negen ‘s morgens.
18.25 zvečer
vijf voor half zeven ‘s avonds
01.00 ponoči
één uur ‘s nachts
Kdaj se muzej zapre?
Hoe laat gaat het museum dicht? / Hoe laat sluit het museum?
Ob katerih dneh je muzej zaprt?
Op welke dagen is het museum gesloten?
Kdaj imaš čas? - V četrtek. / Med vikendom. / Ob pol 5h.
Wanneer heb jij tijd? - Op donderdag. / In het weekend. / Om half vijf.
To bi pa rada videla. Ali lahko eno urco pozneje?
Dat wil ik wel eens zien. Mag het een uurtje later zijn?
Samo, da pogledam. Kateri dan je to?
Even kijken. Welke dag is dat?
Superca! Bova lahko spet počvekala.
Hartstikke leuk! Dan kunnen we weer eens bijpraten.
modalni glagoli!!!! + iti (str. 11)
moeten, mogen, willen, kunnen, zullen, gaan
Greš jutri zraven v kino? - Ne, ne da se mi. Mogoče kdaj drugič.
Ga je morgen mee naar de bioscoop? - Nee, ik heb geen zin. Misschien een andere keer.
V torek sem že dogovorjena. Škoda.
Op dinsdag heb ik al een afspraak. Jammer.
Kaj bi počela? A bi šla v kafič?
Wat zullen we gaan doen? Zullen we naar het café gaan?
Naslednji teden v soboto imam rojstni dan. Takrat bom imela zabavo.
Volgende week zaterdag ben ik jarig. Dan geef ik een feestje.
Potem bova lahko končno spet poklepetala o tem, kar se je kaj dogajalo! (fraza)
Dan kunnen we eindelijk weer eens bijkletsen!
morati (Tu se moraš ustaviti.)
moeten (Hier moet je stoppen.)