2A1 week 2 Flashcards
Soorten mutaties in kanker (5)
- Groeibevorderende genen/proto-oncogenen
- Groeiremmende genen/tumor-suppressorgenen
- Genen betrokken bij genetische instabiliteit/ DNA reparatie genen
- Genen betrokken bij angiogenese en metastase
- Genen betrokken bij multi-drug-resistance
Werking van RAS (en mutatie)
RAS-gen kan celgroei en -differentiatie aanzetten. RAS-GTP zet celgroei aan. Als GTP hydrolyseert in GDP wordt de celgroei uitgezet. Een mutatie van glutamine 61 of 12 remt de GTP-hydrolyse waardoor RAS continu aanstaat en de cel blijft groeien.
Soorten puntmutaties (6)
- Transitie/stille mutatie
- Transversie -> missense of nonsense
- Deletie
- Insertie
Gevolgen puntmutaties:
- Transitie
- Transversie: missense en nonsense
- Deletie
- Insertie
- Niks
- Purine in pyridimine: missense is ander aminozuur. Nonsense is mogelijk stopcodon
- Deletie: van 1 of meerdere basen, heeft korter of langer eiwit tot gevolg
- Insertie: van 1 of meerdere basen, zelfde als hierboven
Chromosomale translocatie
Uitwisseling van chromosoomstrengen met of zonder DNA-verlies. Vorming van een fusiegen kan nieuwe, versterkte of verzwakte functies hebben.
Wat is een chromosomale amplificatie?
Vermeerdering van een mutatie
Wat is een chromosomale deletie?
Stukken DNA gaan verloren ten gevolge van 2 breuken binnen een chromosoomstreng. eventueel verlies van gezond allel waardoor allen het gemuteerde allel overblijft.
Chromosomale numerieke afwijking
Te veel of te weinig kopieen van een chromosoom
Wat voor chromosomale afwijkingen zijn er? (4)
- Translocatie
- Deletie
- Amplificatie
- Numerieke afwijking
Oorzaken DNA-schade (5)
- Chemische instabiliteit
- Chemische verbindingen
- Biologische stoffen
- Fysische agentia
- Foutieve replicatie
Chemische instabiliteit DNA-schade (2)
- Spontane hydrolyse: verbinding tussen de base en suikergroep gaat verloren. bij DNA-replicatie wordt deze abasische site overgeslagen en is er 1 deletie
- Deaminatie van basen: verdwijning van een aminogroep van een base.
verandering van de base en inbouw van een andere complementaire base.
Chemische verbindingen DNA-schade (2)
- Directe DNA-beschadiging: een stof bindt direct aan het DNA en beschadigd dit
- Indirecte DNA-beschadiging: een chemische stof moet eerst metabool geactiveerd worden voordat het het DNA kan beschadigen (cyclofosfamide en benzo(a)pyreen)
Biologische stoffen DNA-schade (2)
- Endogene stoffen: zuurstofradicalen
- Exogene stoffen: stoffen geproduceerd door organismen (aflatoxine geproduceerd door een schimmel)
Fysische agentia DNA-schade
Hoogenergetische straling
Foutieve replicatie DNA-schade (2)
- Translesie synthese: Door DNA fout kan DNA-polymerase er niet overheen en gaat de cel dood
- DNA-polymerase proofreading fouten: normaal gesproken controle of alles goed ingebouwd is
Soorten beschadigingen in het DNA (5)
- Chemische adducten
- Intrastreng crosslinks
- Interstreng crosslinks
- DNA-streng breuken
- Basepaar mismatches
Chemisch adduct
een chemische stof bindt aan een nucleotide in het DNA (cisplatine), kan DNA-dubbele helix verstorend of niet verstorend zijn
Intrastreng crosslink
Een kruisverbinding tussen nucleotiden in dezelfde DNA-streng (bijv cisplatine aan 2 guanines in dezelfde streng)
Interstreng crosslink
Een kruisverbinding tussen nucleotiden in tegenover elkaar liggende DNA-strengen (bijv. cisplatine)
Op hoeveel manieren kan cisplatine DNA-schade creëren en welke?
3
- Interstreng crosslink
- Intrastreng crosslink
- Chemisch adduct
Hoe worden enkel en dubbelstrengsbreuken veroorzaakt?
Enkel: oxidatieve DNA-schade
Dubbel: ioniserende straling
Basepaar mismatches
Een verkeerde base wordt ingebouwd (bijv. G-A), bij replicatie krijg je 1 streng met G-C en 1 met T-A