29.1 + 29.2 Flashcards

1
Q

waarom moet voedingsstoffen in afvalwater verminderd worden?

A

dit kan leiden tot o2tekort in water doordat micro-organismen de o2 gebruiken tijdens afbraak van deze stoffen. dit o2 tekort is dodelijk voor vissen en andere waterdieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waaruit bestaat afvalwater

A

materiaal dat door huishoudelijke leidingsystemen stroomt (toilet en baden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is biochemisch zuurstofverbruik (BOD)

A

dit is d ehvlheid zuurstof die nodig is voor microbiele afbraak van organisch materiaal in bep monster.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is er bij hoge BOD waarde

A

duiden op veel afbreekbaar materiaal, wat kan leiden tot zuurstoftekort in water. Deze moeten verdund worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 pricessen omvat afvalwaterzuivering

A
  1. primaire zuivering
  2. secundaire zuivering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is effluent

A

vloeibare gezuiverde deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er tijdens de zuivering

A

het gezuiverde vloeibare deel (efflucent) wordt geloosd in ontvangende water, terwijl slib (vaste deel) apart wordt behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er in primaire zuivering

A

fysiek proces dat grote voorwerpen en bezinkbare materialen uit afvalwater verwijderd. Eerst water gefilterd (takken etc) en drna gaan vet olie en schuim weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

microben worden gestimuleerd om organisch materiaal aerobe af te breken tot H2O en CO2

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er tijdens secundaire zuivering ?

A

dit is biologisch proces waarbij het slib worden omgezet in anorganische verbindingen en celmassa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

actief slibproces

A

Dit is een veelgebruikte biologische zuiveringsmethode waarbij afvalwater wordt gemengd met een luchtige suspensie van micro-organismen (slib).
De micro-organismen breken organische stoffen af terwijl lucht in het mengsel wordt geblazen om zuurstof te leveren. Hierdoor blijven de micro-organismen actief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke secundaire zuiveringsmethodes zijn er

A
  1. actief slibproces
  2. trickling filter systeem
  3. lagoons
  4. wetlands
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Trickling filter systeem

A

dit wordt gebruikt bij kleine zuivering.
dit heeft een arm die vloeibaar materiaal over een bed van grind verpreidt.
hier breken biofilms het organisch materiaal aerobe af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lagoons

A

in ondiepe vijvers , leveren algen en cyanobacterien O2 op voor afbraak door aerobe organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wetlands

A

zelfde als lagoons, maar tegelijk ook leefgebied voor dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is gevanceerde behandeling

A

dit is gericht op het verwijderen van ammoniak, nitraten en fosfaten, omdat deze de groei van algen en cyanobacterien bevorderen

14
Q

wat is desinfectie van effluent

A

hierbij wordt het water ,voordat het in ontvangende water wordt geloosd, behandeld met chloor, ozon of UV-licht.

15
Q

wat doen ze met het chloor

A

het gedesinfecteerde water wordt dan gedeschlorineerd om te voorkomen dat er te veel chloor in milieu komt.

16
Q

wat wordt er met het slib gedaan die tijdens bezinken van 1st en 2nd zuivering is verkregen

A

deze slib wordt behandeld met anaerobe vergisting; organisch materiaal wordt omgezet in methaan door anaerobe microben.

17
Q

stappen omzetting tot methaan

A
  1. organish materiaal -> organische zuren
  2. organische zuren -> acetaat CO2 , H2
  3. Acetaat CO2, H2 -> methaan ch4
18
Q

voordeel van methaan

A
  • gebruikt als energiebron
  • kostenbesparing
  • minder afval
19
Q

septische systemen / individuele afvalwaterbehandsystemen

A

in platteland.
huishoudelijke afvalwater gaat naar grote tanks, stoffen bezinken en afgebroken door anaerobe microben.
effluent naar leidingen, hier organisch materiaal geoxideerd door aerobe microben

20
Q

stappen zuivering drinkwater

A
  1. bezinking
  2. coagulatie
  3. bezinking
  4. filtratie
  5. desinfectie
21
Q

wat zijn indiactororganismen

A

deze microben, die vaak in uitwerpselen voorkomen en langer overleven dan darmpathogenen, wijzen op fecale vervuiling en een verhoogd risico op schadelijke ziketeverwekkers

22
Q

Drinkwater wordt routinematig getest op de aanwezigheid van zogenoemde indicator-organismen. Wat is de reden dat er indicator-organismen gebruikt worden?

A

Omdat indicator-organismen ook in feces worden gevonden en dus een indicatie van vervuiling kunnen zijn.

23
Q

totale coliformen

A

deze worden het meest gebruit als indicatororganismen, bijv E.coli

24
Q

welke methodes om coliformen in water te detecteren?

A
  1. ONPG/MUG test
  2. aanwezigheid. afwezigheidstest
  3. most probable number (MPN)
  4. membraanfiltratie
25
Q

ONPG/MUG-test

A

ONPG/MUG-test wordt vaak gebruikt om coliformen en E. coli te detecteren in water- en voedselmonsters. er kunnen 2 resulaten zijn gele kleur en blauw fluorescerende kleur

26
Q

wat betekent de gele kleur bij ONPG en MUG test

A

lactose-fermenterende bacterien hydrolyseren ONPG, waardoor medium geel kleur bij coliformen

27
Q

wat betekent de blauw fluorescerende kleur

A

E.coli hydrolyseert MUG, dus is er E.coli aanwezig

28
Q

aanwezigheid/afwezigheidstest

A

Het watermonster wordt toegevoegd aan een groeimedium dat lactose bevat (bijvoorbeeld lactosebouillon), die selectief is gram-negatieve staafjes.
Coliformen kunnen lactose vergisten, waarbij gas en/of zuur vrijkomt.

29
Q

wat is een positieve effect bij aanwezigheid/afwezigheidstest

A

als er tijdens de vergisting gas ontstaat, duidt dit aan dat coliformen aanwezig zijn.

30
Q

MPN methode

A

hierbij worden er opeenvolgende verdunningen gebruikt om meest waarschijnlijke bacterien in monster te bepalen. MPN buizen die gas produceren worden verder getest op coliformen

31
Q

membraan filtratie

A

watermonster wordt door filter geleidt dat bacterien vasthoudt, vervolgens wordt folter op lactosebevattende selefctief en differentieel agarmedium geplaatst