2.3 pathologie 2 Flashcards

1
Q

Wat is een embolie?

A

afsluiting slagader of ader door materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is atherosclerose?

A

vetachtige stoffen worden afgezet in de wand van de slagaders. Dit zorgt voor plaque.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Trombose?

A

aandoening waarbij in een bloedvat een bloedstolsel zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er afgesloten bij een cherry red spot?

A

slagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een TIA?

A
  • tijdelijke uitval met zuurstoftekort

- afsluiten slagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet een veneuze trombose in de bloedbaan van de longen?

A

longembolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat leidt tot een herseninfarct?

A

arteriële trombose in de slagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat leidt tot een hartinfarct?

A

arteriële trombose in de kransslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is er sprake van een arteriële trombose?

A

een bloedstolsel sluit een slagader af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een trombo-embolie?

A

embolus van erytrocyten en fibrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil in arteriosclerose en atherosclerose?

A

arteriosclerose is een verzamelnaam voor een aantal ziekten en is een diffuse verstijving van slagaders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is atherosclerose?

A

focale plaques op plaatsen van hoge stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe begint atherosclerose?

A

verouderingsziekte die start bij jongvolwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat raakt er beschadigd en ontstoken bij atherosclerose?

A

endotheelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een atheromen?

A

afzetting met vettig materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn risicofactoren bij athereosclerose?

A
  • leeftijd
  • man
  • roken
  • ongezond eetpatroon
  • dm
  • htn
  • overgewicht
  • inactiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de eerste stap van atherosclerose?

A

verouderingsziekte die al start bij jongvolwassenen. Het is een ontsteking in de wand van de bloedvaten wat verdikt en verhard is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de tweede stap van atherosclerose?

A

Arteriële endotheelcellen raken beschadigd en gaan ontsteken. Hierdoor word het endotheel hyperpermeabel en komen er meer stoffen binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe ontstaat een chemische reactie in de bloedbaan bij een beginstadium atherosclerose?

A

LDL hecht zich aan de proteoglycanen en gaat een chemische reactie aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is stap drie in het proces van atherosclerose?

A

De geinfiltreerde monocyten differentiëren tot macrofagen en nemen het LDL op.

21
Q

Hoe kan een glad spierweefsel differentiëren naar een beschermend weefsel?

A

macrofagen produceren signaalstoffen en groeifactoren waardoor het glad spierweefsel migreert.

22
Q

Wat is stap vier van atheroscerose?

A

cholesterol+ ontstekingscellen hopen op in bloedvatwand. De plaque.

23
Q

Wat is een stenose?

A

vernauwing slagader

24
Q

Wat is angina pectoris?

A

aandoening van het hart. Symptomen zijn drukkend gevoel bij inspanning of emotie

25
Q

Op welke plek bevind zich een arteriële trombose?

A

slagader

26
Q

Wat is stap vijf van atherosclerose?

A

ruptuur van de kap leidt tot vervorming van trombus en verandert van een embolus tot embolie

27
Q

Hoe komt een hartslag tot stand?

A
  1. sinusknoop depolariseert.
  2. artria contraheert
  3. AV-knoop geactiveerd
  4. ventrikels trekken samen
28
Q

Welke ader is de belangrijkste van het oog/hersenen?

A

arteria ophtalmica

29
Q

Wat verzorgt de arteria ciliaris posterior longus?

A

voorste deel choroidea en het voorsegment van bloed

30
Q

Wat verzorgt de arteria ciliaris posterior brevis?

A

achterkant van de chorioidea

31
Q

Wat is de betekenis van een amaurosis fugax?

A

tijdelijk verlies van gezichtsvermogen

32
Q

Wat is een amaurosis fugax?

A

tijdelijk visusverlies in 1 oog

33
Q

In wat voor soort ader zit een embolie?

A

slagader

34
Q

Uit welke drie eenheden ontstaat een trais van Virchow?

A
  • verandering stroomsnelheid bloed
  • verandering vaatwand
  • verandering samenstelling bloed
35
Q

Wat is er mis als je spataderen hebt?

A

bloedvat wordt zwakker en wijder. Aderklep sluit niet goed

36
Q

Wat is oppervlakkige tromboflebitis?

A

een ontsteking in een oppervlakkige ader. na een kleine verwonding/spataderen.

37
Q

Welke symptomen heb je bij een diepe veneuze trombose?

A

opgezwollen huid, rood en warm.

38
Q

Wat zijn de specifieke veneuze risicofactoren?

A
  • trauma/chirurgie
  • kanker
  • zwangerschap
  • minder lichamelijke beweging.
39
Q

Wat is een venestamoccllusie?

A

grote hoofdader van het netvlies wat is afgesloten. er ontstaan overal lekkages

40
Q

Wat is een venetakocclusie?

A

afsluiting kleine ader. Klein deel van het netvlies is beschadigd.

41
Q

Noem de drie groepen waarin je beroertes kan onderscheiden?

A
  1. herseninfarct
  2. hersenbloeding
  3. subarachnoïdale bloeding
42
Q

Wat is een herseninfarct?

A

beroerte door een afsluiting van een slagader.

43
Q

Wat is het verschil tussen een herseninfarct en een tia?

A

Bij een herseninfarct zijn er verschijnselen die langer duren dan 24 uur. Bij een TIA is dit korter dan 24 uur.

44
Q

Wat is een hersenbloeding?

A

beroerte door een gescheurd bloedvat in of rond de hersenen

45
Q

Wat zijn de symptomen van een hersenbloeding?

A
  • zwakte
  • verlamming
  • gevoelloosheid
  • verlies spraak- en of gezichtsvermogen
  • verwardheid
46
Q

Wat is een subarachnoïdale bloeding?

A

bloeding in de ruimte tussen de hersenvliezen net onder de schedel.

47
Q

Wat zijn de functies van je rechter hersenhelft?

A

linkerhand
creativiteit
tijdsgevoel
intuïtie

48
Q

Wat zijn de functies van je linker hersenhelft?

A
rechterhand
logica
spraak
wiskunde
cijferen
schrijven