2.1 macula hc1 Flashcards
1
Q
Met welke testen meet je de functie van de macula?
A
Amsler, GGB, visus
2
Q
Waar staat FAZ voor?
A
foveale avasculaire zone
3
Q
Hoe groot is de macula?
A
5-6 mm
4
Q
Hoe groot is de fovea?
A
1,5 mm
5
Q
Hoe groot is de FAZ?
A
0,6 mm
6
Q
Hoe groot is de foveola?
A
0,35 mm
7
Q
Noem de structuren van de macula van groot naar klein.
A
- macula
- fovea
- FAZ
- Foveola
- Umbo
8
Q
Noem de lagen van de macula van het glasvocht tot aan de choroidea.
A
- MLI
- RNFL
- GCL
- IPL
- INL
- OPL
- ONL
- ELM
- fotoreceptoren (inner+ outer segment)
- RPE
- Bruchs membraan
9
Q
Wat is de FAZ?
A
maximale concentratie van kegeltjes.
10
Q
Noem de eigenschappen van het RPE.
A
- één cellaag
- sterk gepigmenteerd
- ondersteunt fotoreceptoren
- verbonden met sensorische retina
11
Q
Wat zijn de functies van het RPE?
A
- bloed-retina barrière
- opslag en transport van vitamine A
- licht absorptie
- fagocytose van resten van fotoreceptoren
- regeneratie van pigmentcellen
12
Q
Wat zijn de functies van het membraan van Bruch?
A
- scheiding RPE en choroidea
- RPE gebruikt bruch om afvalstoffen uit te scheiden
13
Q
Wat zijn de functies van de choroidea?
A
- Verantwoordelijk voor 85% van de doorbloeding van het oog
- voorziet de retina van voedingsstoffen
- sterk gepigmenteerd
14
Q
Wat zijn de symptomen bij een macula gat?
A
- centraal gezichtsvelduitval
- verminderde visus
- metamorfopsie
15
Q
Wat is de behandeling van een macula gat?
A
vitrectomie
