22-23 Flashcards
Verklaar waarom longtumoren die door roken veroorzaakt zijn vooral veel G naar T mutaties bevatten in hun DNA, terwijl G
naar A of G naar C mutaties veel minder vaak voorkomen. (4p)
Motiveer je antwoord in maximaal 50 woorden.
Antwoord: Benzo-a-pyreen (1p) uit sigarettenrook bindt covalent aan G nucleotiden en veroorzaakt een GBPDE adduct (1p). Hierdoor wordt
bij replicatie niet een C, maar een A ingebouwd in de tegenoverliggende DNA streng (1p), en dus verandert C naar A, wat hetzelfde is als G
naar T in de complementaire streng (1p).
- Leg uit wat synthetische letaliteit in deze situatie betekent. (2p)
Motiveer je antwoord in maximaal 20 woorden. - Hoe werkt dit bij PARP-remmers? (3p)
- Synthetische letaliteit betekent dat de remmer alleen in combinatie (1p) met de genmutatie leidt tot celdood (1p).
- PARP-remmers veroorzaken dubbelstrengs breuken tijdens de S-fase van de celcyclus (ook goed als genoemd wordt dat reparatie van
enkelstrengs breuken geremd is) (1p), die vervolgens door homologe recombinatie gerepareerd moeten worden (1p), een proces dat niet
goed meer werkt bij mutaties in een BRCA gen (1p).
Graderen van tumoren berust op vaak op kenmerken die je microscopisch kunt vaststellen.
Welke van de hieronder staande antwoorden is zo’n kenmerk?
A Hormoonproductie door tumorcellen
B Delingsactiviteit van tumorcellen
C Angiogenese activiteit van tumorcellen
D Lysosomale activiteit van tumorcellen
b