2.1 inleiding Flashcards

1
Q

wie stelde de eerste cel theorie vast

A

Theodor Schwann

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat was de eerste celtheorie

A

een cel voldoet aan 3 voorwaarden

de cel is de basiseenheid van alle levende wezens

de cel is de functionele eenheid van het leven

de cel is het oorspronkelijke deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geef 3 verschillen tussen plantaardige cellen en dierlijke cellen

A
  1. dierlijke cellen zijn vervormbaar en bolvormig
  2. plantaardige cellen zijn door de starre wand vast van vorm en veelhoekig
  3. plantencellen hebben bladgroenkorrels en hebben dus een groene kleur
  4. dierlijke cellen hebben geen bladgroenkorrels en zijn dus kleurloos
  5. bij plantencellen zit ertussen meestal lucht
  6. bij dierlijke cellen zijn er intercellulaire ruimten die opgevuld zijn met intercellulaire vloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de kleinste structurele eenheid van een levend wezen

A

de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly