2012_2 art Overfelt Flashcards

1
Q
  1. Omschrijf in uw eigen woorden waarom dit artikel met name relevant is tegen de achtergrond van het laatste college van de cursus Financial Accounting Theory (Standard setting: theoretische issues en politieke issues).
A
  1. De relevantie wordt ingegeven doordat in het artikel keuzes met betrekking tot disclosure in een ongereguleerde omgeving centraal staan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Om de keuzes van de ondernemingen met betrekking tot de externe financiële verslaggeving te verklaren, onderscheiden de auteurs een afhankelijke variabele, namelijk: de kwaliteit van externe financiële verslaggeving (financial disclosure). Verder onderscheiden ze zes onafhankelijke variabelen. Twee van deze onafhankelijke variabelen zijn:
(a) de kosten van asymmetrische informatie (costs of asymmetric information);
(b) de ‘agentschapskosten’ van financiering met vreemd vermogen (agency costs of debt).
Gevraagd
2. Leg de door de auteurs veronderstelde relatie(s) tussen de afhankelijke variabele en deze twee onafhankelijke variabelen uit.

A

staan.
2.
(a) De kosten van asymmetrische informatie Een toename van informatieasymmetrie leidt tot hogere vermogenskosten. De auteurs veronderstellen dat ondernemingen waarvoor problemen met betrekking tot informatieasymmetrie groter zijn meer informatie zullen vrijgeven. Als maatstaven voor informatieasymmetrie hanteren ze: (1) ‘de beweeglijkheid van de winst (volatility of earnings), (2) omvang van de onderneming (company size) en (3) leeftijd van de onderneming (company age). De grondgedachte hierbij is dat indien de beweeglijkheid van de winst toeneemt, ondernemingen meer informatie zullen verschaffen. En indien omvang of leeftijd van de onderneming toeneemt, ondernemingen minder informatie zullen verschaffen. Vervolgens geven de auteurs ook aan dat grotere en oudere ondernemingen relatief kostenvoordelen ten opzichte van jongere en kleinere ondernemingen hebben in het kader van informatieverschaffing. Dit zou dan juist weer kunnen betekenen dat dergelijke ondernemingen dan relatief meer informatie verschaffen.

staan.
2.
(a) De kosten van asymmetrische informatie Een toename van informatieasymmetrie leidt tot hogere vermogenskosten. De auteurs veronderstellen dat ondernemingen waarvoor problemen met betrekking tot informatieasymmetrie groter zijn meer informatie zullen vrijgeven. Als maatstaven voor informatieasymmetrie hanteren ze: (1) ‘de beweeglijkheid van de winst (volatility of earnings), (2) omvang van de onderneming (company size) en (3) leeftijd van de onderneming (company age). De grondgedachte hierbij is dat indien de beweeglijkheid van de winst toeneemt, ondernemingen meer informatie zullen verschaffen. En indien omvang of leeftijd van de onderneming toeneemt, ondernemingen minder informatie zullen verschaffen. Vervolgens geven de auteurs ook aan dat grotere en oudere ondernemingen relatief kostenvoordelen ten opzichte van jongere en kleinere ondernemingen hebben in het kader van informatieverschaffing. Dit zou dan juist weer kunnen betekenen dat dergelijke ondernemingen dan relatief meer informatie verschaffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Becommentarieer op basis van de onderstaande tabel 4 of de door u beschreven relaties bij vraag 2 empirisch worden ondersteund in de onderzoeksresultaten uit tabel 4. Verwijs in uw beantwoording expliciet naar deze tabel.
A
  1. Er dient expliciet te worden verwezen naar de tabel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly