2. Organisatiestructuren Flashcards
Beschrijf een lijnorganisatie
Elke medewerker heeft een leidinggevende boven zich (Mazars)
Wat houdt de keten van bevel in?
Een opdracht gaat van hoger management naar lager management naar de uitvoerende medewerker
Wat houdt eenheid van gezag in?
Het houdt in dat de werknemer de instructies moet ontvangen van één leidinggevende.
Wat houdt eenheid van bevel in?
Het houdt in dat de werkzaamheden met een bepaalde doelstelling onder leiding van een baas met één plan moet worden verricht.
Wat houdt span of control (spanwijdte) in?
Het aantal medewerkers dat de leidinggevende direct aanstuurt.
Wat houdt depth of control in?
Het aantal lagen tussen de hoogste leidinggevende en de uitvoerenden medewerkers.
Welke invloed hebben span of control en deph of control op elkaar?
Hoe minder lagen er in de onderneming aanwezig zijn, hoe groter de span of control. Stijgt de één, dan daalt de ander.
Wat houdt scope of control (omspanningsvermogen) in?
De scope of control is het aantal medewerkers waar een leidinggevende effectief leiding aan kan geven. Het wordt bepaald door de aard van de leider, medewerkers, organisatie en het werk.
Beschrijf een functionele organisatie
Is verdeeld in een aantal afdelingen met elk een leidinggevende. Elke afdeling houdt zich bezig met één functie, dus met een specialistisch kennisgebied.
Waarom wordt de functionele organisatie ook wel het ‘achtbazenstelsel’ genoem?
De taken binnen de arbeidsprocessen van een functionele organisatie zijn gesplitst in 8 specialisaties:
Tijdplanning;
Planning bewerkingsvolgorde;
Kostprijsbepaling bedrijfsniveau;
Werkmethoden;
Tempo;
Kwaliteitscontrole;
Onderhoud werkplaats;
Discipline.
Beschrijf een lijn-staforganisatie
De basis van een lijn-staforganisatie is een lijnorganisatie, waarbij op hoog niveau een gespecialiseerde staffunctionaris een adviserende en ondersteunende rol hebben zonder bevoegdheid.
Beschrijf een divisieorganisatie
Een organisatie met verschillende divisies, waarbij een centraal hoofdkantoor de verschillende divisies steunt. Het zijn eigenlijk kleinere bedrijven binnen een grote organisaties.
Topmanagement stelt de doelen en prestatienormen vast waaraan de leiding van de divisie gebonden is. Elke divisie heeft een eigen product, taak, markt of geografisch gebied. De leidinggevende van de divisie kan dagelijkse beslissingen nemen, maar moet zich wel houden aan de gestelde normen van het hoofdkantoor.
Beschrijf een matrixorganisatie
Een matrixorganisatie is ingericht op basis van twee structuren. Bijvoorbeeld een functionele indeling en anderzijds een geografische indeling
Beschrijf een projectorganisatie
Een matrixorganisatie wordt ook wel een projectorganisatie genoemd omdat deze vaak tijdelijk voorkomt. Hierbij zal een deelnemer van het project moeten rapporteren aan twee leidinggevenden, de projectleider en de functionele chef.