1. Arbeidsindeling Flashcards

1
Q

Wat wordt er bedoeld met F-indeling?

A

Medewerkers met dezelfde functie werken samen op afdeling (zoals inkoop, verkoop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met P-indeling?

A

Taken worden gegroepeerd rond product of dienst (zoals gewone fietsen, moutainbikes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoeld met M-indeling?

A

Onderdelen van organisatie worden om klanten heen gegroepeerd (zoals groothandels, consumenten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er bedoeld met G-indeling?

A

Afdelingen zijn ingedeeld naar geografisch regio’s (zoals Nederland, Europa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de voordelen van een P-indeling?

A

Eenvoudige planning en coördinatie
Snelle probleemoplossing
Personeel kent product goed
Korte communicatielijnen
Snelle doorstroming van producten
Afdeling staat dichtbij leverancier en klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voordelen van een F-indeling?

A

Specialisatie, dus routine is mogelijk
Verschillende niveaus, dus leereffect is mogelijk
Collega’s spreken dezelfde taal, dus begrip
Uniformiteit, dus automatisering is mogelijk
Centrale besluitvorming, informatie en controle
Hogere bezettingsgraad en efficiency

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de voordelen van een M-indeling?

A

De klantgerichtheid is groot
Zeer goede marktkennis
Het werk is minder eentonig
Grote betrokkenheid bij de deelmarkt
Korte communicatielijnen
Gericht marktsignalen opsporen en toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de voordelen van een G-indeling?

A

Zeer goede kennis van de gebruiken in de regio
Lokale aanpassingen zijn mogelijk
Snelle communicatie naar klant
Grote betrokkenheid bij de klant
Korte communicatielijnen
Gericht marktsignalen opsporen en toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de nadelen van een P-indeling?

A

Assortiment en productlijn moet afgestemd zijn
Afdeling per product leidt tot dubbel werk
Minder deskundigheid bij deelbwerkingen
Meer middelen (machines) nodig
Geen schaalvoordelen bij automatisering
Kennis en kunde beperkt tot afdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de nadelen van een F-indeling?

A

Taakverdeling ver doorgevoerd, eentonig werk
Beperkte werkervaring, weinig doorgroei mogelijk
Afdeling vormt een eiland, afstemming lastig
Kan tot inflexibiliteit personeel leiden
Bij afdelingsleiding geen totaalvisie
Lage klantvriendelijkheid, contacten bij afd. verkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de nadelen van een M-indeling?

A

Afdeling per klantgroep leidt tot dubbel werk
Meer oog voor de klant dan voor efficiency
Minder gekwalificeerd werk (geen specialisatie)
Eigen doelstelling boven organisatiedoelstelling
Geen schaalvoordelen bij automatisering
Kennisopbouw/coördinatie binnen organisatie lastig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de nadelen van een G-indeling?

A

Afdeling per regio leidt tot dubbel werk
Meer oog voor de klant dan voor efficiency
Eigen doelstelling boven organisatiedoelstelling
Geen schaalvoordelen bij automatisering
Kennisopbouw/coördinatie binnen organisatie lastig
Alleen zinvol bij minimaal volume in de regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gaat het om binnen arbeidsindeling?

A

Bij arbeidsindeling gaat het steeds om groepering van de werkzaamheden, waarbij verschillende uitgangspunten gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke twee hoofdgroepen kun je de arbeidsindeling onderscheiden?

A

Interne differentiatie: F-indeling (indeling naar gelijke werkzaamheden)

Specialistische differentiatie: P-, M- & G-indeling (indeling naar eindresultaat: wat produceren we of voor wie produceren we?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly