2: Diagnose addiction problems (including behavioral addiction) and identify the vulnerability factors (including addiction markers)

Question 1

Boness et al. (2024) Evidence-based assessment of substance use disorder

Boness et al. (2024)

Answer 1

Evidence-based van SUD

Question 2

SUD

Boness et al. (2024)

Answer 2

Heterogene stoornis gekenmerkt door terugkerend gebruik van één of meerdere middelen, wat leidt tot schade, ongemak of beperkingen.

Question 3

4 domeinen SUD

Boness et al. (2024)

Answer 3

1. Verminderde controle
2. Sociale beperkingen
3. Risicovol gebruik
4. Farmacologische creiteria

Question 4

11 criteria SUD

Boness et al. (2024)

Answer 4

1. Gebruik van grote hoeveelheden of gedurende een langere periode dan bedoeld
2. Aanhoudende wens/mislukte poging om te stoppen
3. Veel tijd besteden aan verkrijgen, gebruiken, herstellen van drugs
4. Craving
5. Falen om belangrijke rollen (werk/school/thuis) te vervullen door drugs
6. Gebruik ondanks sociale of relationele problemen die worden veroorzaakt/verergerd door gebruik
7. Opgeven belangrijke sociale/beroep/recreatieve activiteiten door gebruik
8. Herhaald gebruik in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (rijden onder invloed)
9. Voortdurend gebruik ondanks fysiek of psychologisch probleem
10. Tolerantie
11. Ontwenningsverschijnselen

Question 5

SUD ernstgradaties

Boness et al. (2024)

Answer 5

• mild: 2-3 criteria
• matig: 4-5 criteria
• ernstig: 6 of meer

Question 6

Waarom pleiten sommige clinici voor alternatief van DSM

Boness et al. (2024)

Answer 6

Sommigen zijn voorstander van etiologisch-gebaseerde benaderingen

Deze kijken naar onderliggende mechanismen van SUD (beloning, cognitieve controle en nega emotionaliteit), dit geeft mogelijk een meer gepersonaliseerde en effectieve behandeling

Question 7

Alternatieve modellen

Alcohol and addiction research domain (AARDoC)

Boness et al. (2024)

Answer 7

Mechanistosch kader dat gedragsmatige, neurobiologische en genetische factoren integreert. Er zijn 3 verschillende domeinen:
1. Reward/incentive salience (beloning en prikkelgevoeligheid)
2. Negative emotionality
3. Cognitive control/executive function

Dit model biedt een raamwerk om SUD vanuit verschillende perspectieven te begrijpen

Question 8

AARDoC

1. Reward/incentive salience

Boness et al. (2024)

Answer 8

Dit domein heeft mechanismen die zorgen voor de transformatie van neutrale stimuli naar aantrekkelijke prikkels.

Beloningsgerelateerde mechanismen die bijdragen aan SUD zijn:
1. Positieve verwachtingen (verwachting dat drugs positieve gevolgen hebben, zoals plezier)
2. Beloningsgevoeligheid (mate waarin iemand gevoelig is voor beloning
3. Incentive salience (omgevingscues die verband hebben met drugs –> alcoholflessen of glazen, naalden)
4. Gewoontevorming (automatiseren van middelengebruik)

Question 9

AARDoC

2 Negative emotionality

Boness et al. (2024)

Answer 9

Dit domein heeft mechanismen die betrekking hebben op negatieve emoties zoals stress, depressie, angst.

Het gebruik van middelen is hierbij een copingstrategie

VOORBEELDEN:
- Strafgevoeligheid: mensen die bang zijn voor negatieve ervaringen kunnen meer geneigd zijn om middelen te gebruiken om dit te dempen.
- Coping: gebruik van middelen om met nega emoties om te gaan.
- Negatieve verwachtingen: verwachting dat stoppen zal leiden tot negatieve uitkomsten

Question 10

AARDoC

3 Cognitive control/executive function

Boness et al. (2024)

Answer 10

Mechanismen in dit domein zijn gericht op zelfregulatie en het plannen van gedrag dat gericht is op lange termijndoelen.

Verslechterde cognitieve controle kan leiden tot impulsiviteit en compulsief gebruik

VOORBEELDEN
- Impulsiviteit: verminderde remming of neiging om onmiddelijke beloningen te verkiezen boven langetermijnvoordelen
- Compulsief gebruik: aanhoudend gebruik van middelen ondanks nega gevolgen, wat kan voorkomen uit een verstoorde cogn controle

Question 11

Alternatieve modellen

Addictions neuroclinical assessment (ANA) (Kwako et al., 2016)

Boness et al. (2024)

Answer 11

Neuroklinische benadering van verslaving.

Gebaseerd op de verslavingscyclus (Koob en Le Moal, 1997)

3 centrale domeinen:
1. Incentive salience (beloningsgevoeligheid)
2. Negative emotionaity
3. Cognitive control/executive function

Zelfde als vorige model

Question 12

Alternatieve modellen

Etiologic, theory-based, ontogenetic hierarchial (ETOH) framework

Boness et al. (2024)

Answer 12

Specifiek op alcoholgebruiksstoornissen en is gebaseerd op een systematische integratie van literatuur over etiologie van alcoholverslaving.

Net als vorige modellen 3 domeinen:
1. Beloningen
2. Cognitieve controle
3. Negatieve emotionaliteit

ETOH-framwork houdt ook rekening met sociale en omgevingsfactoren, zoals racisme gerelateerde stress en gezinsfunctioneren.

Question 13

Veel voorkomende comorbiditeiten bij SUD

Boness et al., (2024)

Answer 13

• Externaliserende stoornissen (bijv. ADHD, gedragsstoornissen)
• Persoonlijkheidsstoornissen (bijv. antisociale persoonlijkheidsstoornis, borderline persoonlijkheidsstoornis)
• Internaliserende stoornissen (bijv. angststoornissen, depressieve stoornissen)
• Bipolaire stoornis
• Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
• Schizofreniespectrumstoornissen
• Andere stemmingsstoornissen

Question 14

Király et al. (2022): Gaming disorder: Current research directions

Király et al. (2022)

Answer 14

Artikel is een review die recente onderzoeken (2019-2021) bespreekt over gamestoornissen
- Conceptualisatie, assessment preventie
- Vergelijking van GD-kaders door DSM5 en ICD
- Klinische onderzoeken
- Neurobiologische onderzoeken
- Gokelementen in videogames
- Impact van corona op gamen en GD

Question 15

Gamingdisorder (GD)

Király et al. (2022)

Answer 15

Herhaaldelijk videogamegedrag, leidend tot ernstige functionele beperkingen op belangrijke gebieden. Wordt gekenmerkt door slechte controle.

In DSM-5 als Internet gaming disorder(IGD)

Question 16

Prevalentie GD

Király et al. (2022)

Answer 16

3-5%, meer bij mannen en meer in Azie dan in Europa

Question 17

ICD11 heeft een monothetic approach

Király et al. (2022)

Answer 17

Individu moet aan alle criteria voldoen

ICD is dus strenger –> geassocieerd met meer intense en hevigere gamepatronen en hogere kans op ADHD en coping motivaties dan DSM-5

Question 18

DSM-5 heeft een polythetic approach

Király et al. (2022)

Answer 18

individu moet aan bepaalde criteria voldoen

Question 19

Klinische onderzoeken

Király et al. (2022)

Alleen maar kritiekpunten

Answer 19

Veel onderzoeken hebben slechte methodologie.

Goede onderzoeken moeten follow-ups hebben of evaluaties door gekwalificeerde professionals, betere assessments van behandelingsuitkomsten en onderliggende processen en evidence-based behandelhandleidingen.

Question 20

Wel goede klinische onderzoeken

Király et al. (2022)

Answer 20

• Korte termijnbehandeling voor internet en computer gameverslaving (STICA), dat is handmatige CBT. Effectief op korte termijn met 6 maanden follow-up.
• PROTECT+ is ook zo’n soort behandeling en is ook effectief met 1 jaar follow-up

Question 21

Neurobiologische onderzoeken

Király et al. (2022)

Answer 21

Prefrontale breingebieden, temporoparietele gebieden, frontolimbische en subcorticale gebieden functioneren anders in mensen met GD.

Verschillen kunnen liggen aan: verstoringen in cognitie (keuzes maken), emotieverwerking (emotieregulatie, impulsiviteit) en executieve functies (werkgeheugen, aandacht)

Question 22

Kritiek neurobiologische onderzoeken

Király et al. (2022)

Answer 22

• Heterogene GS-classificaties
• Kleine steekproeven
• Meer mannelijke deelnemers
• Beperkte follow-up

Question 23

Gokelementen in videogames

Király et al. (2022)

Answer 23

Ook wel gaming-gambling convergence, ook wel loot boxes

Dit levert veel kritiek op:
- Stimuleert gokken voor minderjarigen
- Loot boxes kopen is geassocieerd met problematisch gamen en gokken, mensen die veel geld uitgeven aan loot boxes hebben ook gemiddelde tot hoge kans op gokken.

Question 24

Impact corona op gamen en GD

Király et al. (2022)

Answer 24

Meer gamen tijdens corona –> wellicht sociaal doel om isolatie te verminderen. Maar ook risico’s voor kwestbare mensen:
- Minder sociale steun, ernstige coronasymptomen en overmatig gamen zijn risicofactoren voor problematisch internetgebruik
- Slechte sociale steun, school-gerelateerde stress en aangetaste emotieregulatie medieren tussen coronastress en depressie en IGD-symptomen.
- Depressieve en anxiety symptomen voor de pandemie voorspelde IGD en gamen tijdens de pandemie, vooral voor jongens.

Problematisch gamen voor pandemie –> psychologische distress. Problematisch mobielgebruik tijdens pandemie –> psychologisch distress.