1b vocare- nemo Flashcards
1
Q
vocare
A
voco
noemen, roepen
werkwoord
2
Q
dum
A
+ind.
terwijl
voegwoord
3
Q
mons
A
montis
berg
zelftandig naamwoord
4
Q
interficere
A
interficio
doden
werkwoord
5
Q
deinde
A
vervolgens
bijwoord
6
Q
multus
A
multa, multum
veel
bijvoeglijk naamwoord
7
Q
posse
A
possum
kunnen
werkwoord
8
Q
interim
A
ondertussen
bijwoord
9
Q
miles
A
militis
soldaat
zelfstandig naamwoord
10
Q
Romanus
A
Romana, Romanum
Romeins
bijvoeglijk naamwoord
11
Q
hostis
A
hostis
vijand
zelfstadig naamwoord
12
Q
telum
A
teli
speer
zelfstandig naamwoord
13
Q
saxum
A
saxi
rots, steen
zelfstandig naamwoord
14
Q
ad
A
+acc.
naar, tot bij, bij
voorzetsel
15
Q
qui
A
quae, quod
die, dat
voornaamwoord
16
Q
Italia
A
Italiae
Italië
zelfstandig naamwoord
17
Q
a(b)
A
+abl.
vanaf, vanuit, weg van, van
voorzetsel
18
Q
dividere
A
divido
scheiden, verdelen
werkwoord
19
Q
venire
A
venio
komen
werkwoord
20
Q
nemo
A
neminis
niemand
voornaamwoord
