1b multus-capere Flashcards
1
Q
multus
A
multa, multum
veel
bijvoeglijk naamwoord
2
Q
errare
A
erro,
rondzwerven, zich vergissen
werkwoord
3
Q
forte
A
toevallig,
bijwoord
4
Q
invenire
A
inveno, vinden, aantreffen
werkwoord
5
Q
postea
A
daarna, later, nadien
bijwoord
6
Q
pastor
A
pastoris, herder
zelfstandig naamwoord
7
Q
puer
A
pueri, jongen, slaaf
zelfstandig naamwoord
8
Q
is, ea, id
A
die, dat, hij, zij, het
VNW
9
Q
domus
A
domus, huis
zelfstandig naamwoord
10
Q
ferre
A
fero,
dragen, voeren, brengen
werkwoord
11
Q
uxor
A
uxoris
vrouw, echtgenote
zelfstandig naamwoord
12
Q
suus
A
sua, suum
zijn, haar, hun
(VNW)
13
Q
dare
A
do, geven
werkwoord
14
Q
alere
A
alo, voeden
werkwoord
15
Q
Capere
A
Capio,
Nemen, grijpen, vangen, veroveren.
Ww