1b Urbs-patria Flashcards
1
Q
Urbs
A
Urbis, stad
Zelfstandig naamwoord
2
Q
In
A
+ablatief, in op tijdens
Voorzetsel
3
Q
Litus
A
Litoris, kust strand
Zelfstandig naamwoord
4
Q
Esse
A
Sum, zijn
Ww
5
Q
Bellum
A
Belli, oorlog
Zelfstandig naamwoord
6
Q
Et
A
En
Voegwoord
7
Q
Gerere
A
Gero, dragen, voeren
Ww
8
Q
Oppugnare
A
Oppugno, belegeren
Ww
9
Q
Cum
A
+ ablatief, samen met, met
Voorzetsel
10
Q
Pater
A
Patris, vader
Zelfstandig naamwoord
11
Q
Filius
A
Filii, zoon
Zelfstandig naamwoord
12
Q
Amicus
A
Amici, vriend
Zelfstandig naamwoord
13
Q
Paucus
A
Pauca, paucum
Weinig, MV.:enk
14
Q
E (x)
A
+ ablatief
Uit, weg van, van
Voorzetsel
15
Q
Patria
A
Patriae, vaderland
Zelfstandig naamwoord