1A7 HC 3; fysiologie van het hart Flashcards

1
Q

noem de diastole

A

1) isovolumetirshce relaxatie fase (ventrikels ontspannen)

2) snelle verticulaire vullingsfase
3) langzaam ventriculaire vullingsvase
3) atriale systole (boezems contraheren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem de systole

A

1) isovolumetrische contractiefase
2) snelle ejectiefase
3) langzame ejectiefase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem de toppen op electrocardiogram

A

P-top –> contract van het atrium, einde diastole
QRS-complex –> contractie van ventrikels, begin systole
T-top –> repolarisatie van ventrikels, einde systole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noem de fase van het memmbraanpotnetiaal sinoatriale knoop

A
  1. depolarisatie –> door Ca+ kanalen
  2. repolaristie –> openen K+ kanalen (kalium de cel uit)
  3. diastolische depolarisatiefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prikkelgeleiding in hart vooral door?

A

Gap-junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

elektrisch activiteit van spierweefsel

A
  1. snelle depolarisatie door Na+ kanalen
  2. plateaufase; membraanpotentiaal zelfde door Ca+ kanalen
  3. repolarisatie door activatie van de K+ kanalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly