1a10, soorten studies Flashcards

1
Q

cohort studie

A

mensen worden over een tijdsperiode gevolgd, er worden over de tijd verschillende metingen gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

case-control studie

A

retrospectief in de tijd (terugkijkend). Er wordt gekegen naar mensen die nu al ziek zijn (case) en die worden vergeleken met een controlegroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

randomized (controlled) trial

A

steekproefgroep middels randomisatie opgedeeld in twee groepen. baseline karakteristieken zijn nu gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

case-report studie

A

observaties en bevindingen van individuele artsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

attack rate

A

percentage van mensen at risk die de ziekte ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

incidentiecijfer

A

beshrijft vooral de hoeveelheid nieuwe mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prevalentie

A

hoeveel mensen in een bevolking de ziekte hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

etiologische fractie

A

extra risico dat te wijten is aan de blootsteling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

retrospectief

A

kijkt naar gegevens in het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

prospectief

A

onderzoek begint in het heden en gaat door in de toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de sensitiviteit

A

is het percentage terecht positieve testuitsalgen, dus met heel weinig fout negatieve uitslagen, dat is als je iets wilt Uitsluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de specificiteit

A

is het percentage terecht negatieve uitslagen, dus met weinig fout-positieven. Dit is als je iets wilt Aantonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cumulatieve incidentie

A

snelheid waarmee de ziekte verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cross-sectionele studie

A

meet alles op één bepaald moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly