14. Security Flashcards

1
Q

Wat zijn assests?

A

Dingen die beschermd moeten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar staat CIA voor en wat is het?

A

Confidentiality
Integity
Availablity

Dit is de standaard klassificering voor requirmemens voor security.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Authenticatie?

A

Het process om de indentiteit van iemand te veriefieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt bedoelt met integriteit?

A

De check of een document / Key wel echt is. Bijvoorbeeld de check of een paspoort alle watermerken heeftt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is indentificatie?

A

Het proces om te bepalen wie iemand is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is verschil tussen authenticatie en indentificatie

A

voorbeeld:
gebruikersnaam invullen = indentificatie
wachtwoord = authenticatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is preimage restistance?

A

het is makkelijk om iets (bijvoorbeeld een wachtwoord) te hashen, het is moeilijk het iets te ontcijferen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is collision resitance?

A

a hash function H is collision-resistant if it is hard to find two inputs that hash to the same output; that is, two inputs a and b where a ≠ b but H(a) = H(b).[1]: 136  The pigeonhole principle means that any hash function with more inputs than outputs will necessarily have such collisions;[1]: 136  the harder they are to find, the more cryptographically secure the hash function is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is password salting?

A

een random waarde die aan het wachtwoord wordt toegevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly