1.4 - 1.6 Flashcards
Functionalisme
mentale staten niet karakteriseren naar wat ze zijn maar naar wat ze doen. Hoe een mentale staat is veroorzaakt (zintuiglijke inputs) en wat het veroorzaakt (gedrag of innerlijke veranderingen)
a. Wat is ‘folk-psychology’ volgens Sellars?
Het alledaagse gebruik van het toeschrijven van psychologische concepten aan anderen en onszelf. Het is het postuleren van niet-geobserveerde entiteiten om dingen te verklaren en onszelf te voorspellen en uit te leggen. Laat ruimte over voor eventueel andere verklaringen.
Functionalisme sellars: mentale staten niet laten reduceren tot gedrag. Je kunt spreken over een binnenwereld maar niet zoals bij descartes. Het zou volgens hem kunnen zijn. We kunnen alleen denken dat die introspectie ons de binnenwereld laten kennen.
b. Wat is een ‘causal role’ concept en waarom behoren mentale concepten daartoe volgens Lewis?
Een mentale staat heeft een input, output en een consequentie. Aan iedere mentale staat kan een causale rol worden toegeschreven, een mentale staat kan namelijk iets teweegbrengen. Iedere mentale staat wordt gekarakteriseerd door de causale rol die hij speelt in de persoon wiens staat het is. De mentale staat verwordt tot een causale rol. Een mentale staat is dus niet een statisch zijnde, maar het vervult een functie: het doet iets.
c. Hoe leggen functionalisten uit dat mentale toestanden breinprocessen kunnen zijn?
Het is een relatie tussen een causale rol en zijn realisatiebasis. Mentale staten worden beschreven volgens hetgeen ze doen, een breinstaat is hiervoor de realisatiebasis.
Mentale staten worden beschreven aan de hand van de causale rol die ze spelen en breinstaten aan de hand van de causale rol die ze spelen voor de mentale staat. Er is een wederzijdse causale relatie.
d. Hoe leggen functionalisten meervoudige realisatie uit?
Role-realiser distinction: dezelfde causale rol kan gespeeld worden in verschillende soorten breinstaten
- 5
a. Wat is het verschil tussen semantische en syntactische eigenschappen van symbolen?
Een syntanctische eigenschap behandelt de hoedanigheid van de symbolen. De semantische eigenschappen behandelen de implicaties en de betekenissen van de (syntactische) symbolen.
b. Hoe kan een fysieke machine (zoals een computer) volgens het computationalisme denken?
Door de symbolen die ze binnenkrijgen te verklaren als gedachten. 1) Een computer kijkt naar de syntactische elementen van reeksen symbolen en verwerkt ze tot andere reeksen symbolen. 2) door semantiek aan de symbolen te koppelen kunnen er ook betekenisvolle reeksen als resultaat komen (47).
c. Wat is de ‘language of thought’?
Evolutie heft ons geprogrammeerd om symbolen te ontwikkelen voor ‘dit staat voor’. De taal van de gedachte en de onderlinge verbindingen. Ons denken respecteert semantische eigenschappen, is compositioneel en het is een logisch systeem.
d. Geef kort het Chinese Room gedachten experiment weer en leg uit hoe het experiment een argument tegen computationalisme kan zijn.
De computer begrijpt zelf de gedachte niet. Simulatie van denken. Kritiek: naar de kamer als geheel kijken. En: is het correct toepassen van de regels uit het boek waar het begrijpen wat er aan de hand is op neer komt?
e. Wat is connectionisme en waarom is het een probleem voor computationalisme?
De bottom-up methode. AI zelf laten nadenken door menselijke neuronale verbindingen te codificeren en na te bootsen in AI (creatiever dan computationalisme en kan leren en is flexibel itt computationalisme), maar de gedachten van een AI zijn lang niet zo complex als de gedachten van een mens waar de klassieke AI voor bedoeld was na te bootsen. Ze kunnen we gaten in input invullen en parallel processing
- 6
a. Wat is eliminatie in de context van het eliminativisme?
Het elimineren van volkspsychologie (niet meer spreken over de mind) omdat een theorie verouderd is. Drie criteria voor een verouderde theorie: 1) des te meer een theorie kan verklaren, des te beter een theorie is, 2) een theorie moet ontwikkeld kunnen worden, 3) een theorie moet passen in een wetenschappelijk wereldbeeld.
b. Waarom denkt Churchland dat folk psychology een theorie is?
Omdat het voldoet aan de criteria van een theorie (verbanden).
c. Geef drie redenen waarom Churchland denkt dat neurowetenschap een betere theorie is (van wat?) dan folk-psychology?
Volkspsychologie scoort hoog op alle criteria. Neuropsychologie verklaart meer over de mind dan deze theorie. 2) het is al tijden gestagneerd 3) het is geen objectieve wetenschap die makkelijk op te nemen is in een algemeen wetenschappelijk wereldbeeld. Het concept van mind verwijdert hiermede uit het wetenschappelijk landschap.
d. Geef twee argumenten tegen eliminativisme.
1- We leren volkspsychologie op twee manier: 1) tijdens de opvoeding, 2) om het gedrag van anderen te begrijpen. Het elimineren van het laatstgenoemde is nutteloos. Het heeft immers een verklarende waarde.
2- Het is geen theorie (geen systeem, niet rigide) maar een praktische vaardigheid.