1.4 Flashcards

1
Q

assimalitatie

A

de vorming van organische stoffen waaruit een organisme bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

glucose voor een plant

A

glucose wordt gevormd bij de fotosynthese.
- de glucose die bij de fotosynthese ontstaat, wordt voor een deel verbruikt bij de verbranding in de plant
- de glucose die niet direct bij de verbranding wordt verbruikt, wordt omgezet in andere organische stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevormde koolhydraten door glucose

A

suiker, zetmeel en cellulose
- suiker kan ( opgelost in water) naar alle delen van de plant worden vervoerd
- zetmeel komt voor in ondergrondse plantendelen.
- cellulose komt voor in celwanden van cellen vooral in houtvaten en vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uit glucose worden vetten gevormd

A
  • vetten komen voor in zaden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

diensten organische stoffen voor een plant

A

kan dienstdoen als brandstoffen, bouwstoffen en reservestoffen.
- grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in de cellen van de verdikte delen (knollen en bollen) en van zaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zetmeel

A

zetmeel is een belangrijke reservestof voor planten.
- overdag wordt zetmeel tijdelijk opgeslagen in de bladeren
- ‘s Nachts wordt zetmeel omgezet in suiker en vervoerd naar andere delen van de plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly