1. Geheugen en cognitieve load Flashcards
Geheugen (definitie)
Wordt gebruikt om iemands vaardigheid aan te geven met betrekking tot het opslaan van nieuwe informatie, ook gebruikt voor het aangeven van een bepaalde locatie waar
deze informatie wordt opgeslagen
Retrieval (definitie)
Het proces waarbij opgeslagen informatie moet worden opgehaald uit het geheugen
Het geheugen bestaat uit 3 componenten
sensory register, short-term memory en long-term
memory
Sensory register (6)
-een grote capaciteit om informatie tijdelijk op te slaan
-slaat informatie op op dezelfde manier als hoe het binnengekomen is
-er is nog geen sprake van encoding
-Visuele informatie wordt in zijn geheel 1 seconde opgeslagen, delen kunnen 2 seconden blijven.
-Auditieve informatie wordt 2 seconden
opgeslagen en soms zelfs langer.
-hoe harder het geluid, hoe langer opgeslagen
Multitasking heeft twee vormen
Sequential = Heel snel switchen steeds tussen twee taken Simultaneous = Twee taken precies tegelijk uitvoeren ---> werkt slecht bij complexe taken
Werkgeheugen
Iets blijft meestal 30 seconden of minder
in het working memory.
Werkgeheugen bestaat uit vier elementen
• Central executive • Phonological loop • Visuospatial sketchpad • Episodic buffer De interactie tussen al deze componenten vindt plaats in het LTG.
Central executive
bestuurt de aandacht en andere mentale hulpbronnen
Phonological loop
houdt verbale en akoestische informatie vast (korte termijn)
Visuospatial sketchpad
houdt visuele en ruimtelijke informatie vast en manipuleert deze
als dat nodig is (korte termijn)
Episodic buffer
integreert informatie van de phonological loop, visuospatial sketchpad en
het langetermijngeheugen om een representatie van de inkomende informatie te maken.
maintenance rehearsal
Een manier om iets in het werkgeheugen te houden, is door eraan te blijven denken of het te blijven
herhalen
Elaborative rehearsal
Iets blijven herhalen om het aan eerdere concepten te kunnen koppelen.
Capaciteit van werkgeheugen
7 +/- 2 items
Decay (betekenis)
vervagen van info door tijd
interference (betekenis)
vervagen van info door nieuwe info
Het LTG omvat verschillende vormen van kennis
Declaratieve kennis
Procedurele kennis
Declaratieve kennis
waarde krijgen via woorden en symbolen/ bestaat dus uit geleerde feiten,
Procedurele kennis
weten hoe je iets moet doen, zoals een breuk delen of fietsen. Het is de kennis van acties en dit wordt, in tegenstelling tot declaratieve kennis, niet geuit in woorden maar moet worden gedemonstreerd.
Er zijn twee vormen van langetermijngeheugen
Expliciet en impliciet geheugen
Expliciet geheugen is kennis van het LTG
die bewust kan worden opgehaald en in beschouwing worden genomen. Impliciet geheugen is juist kennis die we niet bewust ophalen, maar die nog steeds ons gedrag of het ophalen van informatie beïnvloedt.
Expliciet geheugen kan episodisch of semantisch zijn.
Episodisch geheugen is verbonden aan een bepaalde
tijd en plek.
Semantische herinneringen zijn niet verbonden aan een bepaalde ervaring en worden gerepresenteerd als
opgeslagen proposities, beelden, concepten en
schema’s.
Schema’s
twee soorten: gecontroleerd en automatic processing
Schema’s haal je uit je expliciete geheugen
Impliciet geheugen (drie vormen)
- Klassiek conditioneren
- Procedureel geheugen voor vaardigheden, gewoonten, en het uitvoeren van taken. Dit is
gerepresenteerd als scripts (actieplannen) en conditie-actie-regels (if… then). - Priming: Dit is het activeren van het LTG dat buiten het bewustzijn ligt. Dit is fundamenteel
voor het ophalen van herinneringen doordat associaties geactiveerd worden die verspreid zijn
over het hele geheugensysteem.
cognitieve lading
de hoeveelheid mentale hulpbronnen, met name WG, die nodig zijn voor het uitvoeren van een bepaalde taak.