単語1 Flashcards
1
Q
happy,
thankfully
A
gelukkig
2
Q
with all of us,
with everything
A
met z’n allen
3
Q
to appear (S appear to be sth), to shine
A
schijnen
4
Q
a few - fewer - fewest
little - less - least
A
weinig - minder - minst
5
Q
lemon
A
citroen
de
6
Q
what about
A
waarover
7
Q
weak
A
zwak
zwark = black
8
Q
just like
A
net zoals
9
Q
hat
A
hoed
de
10
Q
to design
A
ontwerpen
De jurk was door hem ontworpen.
11
Q
a few,
some, any
A
enkel
12
Q
a pair,
a few
A
een paar
13
Q
the only one
A
de/ het enige
enige = cute
14
Q
purple
A
paars
15
Q
colorful
A
kleurrijk
16
Q
altogether,
everything together
A
alles bij elkaar
17
Q
except
A
behalve
18
Q
both … and
A
zowel … als
19
Q
neither,
neither … nor,
nor
A
noch
n1 + noch + n2
20
Q
even though,
although
A
hoewel
動文末
21
Q
as soon as
A
zodra
動文末
22
Q
(but only) if
A
mits
動文末
23
Q
age
A
leeftijd
de
24
Q
to lead
A
leiden
25
property
landgoed
| het
26
address
adres
| het
27
windmill
windmolen
| de (windmolens)
28
valley
vallei
| de
29
free
gratis
| 絶対にeつかない
30
farm
boerderij
| de
31
木の小屋
hut
| de
32
be ready (to do sth)
```
staan klaar
(zijn klaar = be finished)
```
33
truck
vrachtwagen
| de (bestelwagen = ワゴン車)
34
luggage
bagage
| de
35
service time table
```
dienstregeling
de (dienst = service)
```
36
to take off
opstijgen
| *stijgen = to rise
37
to wave
zwaaien
38
fuel
brandstof
| de
39
車のレーン
rijbaan
| de
40
gear
versnelling
| de
41
mirror
spiegel
| de
42
to rescue
redden
43
vehicle
voertuig
| het
44
wheel
wiel
| het
45
abroad
het buitenland
46
campsite
kampeerplek
| de (会社が持っているキャンプ用の土地 = camping)
47
holiday
vakantie
| de
48
ago
geleden
49
How have you been?
Hoe gaat het er mee?
50
otherwise,
| different
anders
| (倒置あり) = verschillend
51
underneath this
hieronder
52
window
raam
| het
53
Product or service of contract
| 例:パスモなどについている通勤機能のこと(カードそのもののことではない)
abonnement
| het
54
to adapt,
| to change
aanpassen
'to adapt to' = aanpassen aan
→Ik pas me aan aan sth. (I adapt myself to sth.)
*人がadaptするという場合は、me, je, zich, ons
55
charming,
| appealing (food, people, ideas etc.)
aantrekkelijk
56
to hesitate
aarzelen
| + te + V
57
to cheer up
aanmoedigen
58
to suggest to
aanraden
* to recommend to = aanbevelen
* aanraden も to recommend toと訳せる
59
to arrive at/ in,
to obtain,
to gain weight
aankomen
| *to obtainの場合、aanはOの前に置く
60
cultural
cultureel
61
to accept rules,
| to agree with rules
aanvaarden
| *このaanは前置詞ではない!
62
apology
```
verontschuldiging
de (verontschuldigen = to apologize)
```
63
nowhere
nergens
64
close to,
nearby
(3)
dicht bij (common in question),
vlakbij (common in answer),
in de buurt
65
next to
naast
66
far away
| 2
ver weg,
ver vandaan
→ Het station is hier niet ver vandaan.
67
over here
hierheen
*場所が "right here" 等明確な時は hier を使う。
"この先です" や、"あの辺りです" といった曖昧な場合は、この hierheen を使う
68
so
dus
| 倒置あり
69
so that
zodat
| 動文末
70
place
| 2
plaats (place)
de (plaatsen)
plek (spot, place, 特定の場所(席など))
de
71
bridge
brug
| de
72
little bridge
bruggetje
| het
73
little road
weggetje
| het
74
airport
| 2
vliegveld (het)
| luchthaven (de)
75
nice (comfortable),
pleasant,
enjoyable
prettig
76
beautiful,
magnificent,
wonderful
prachtig
77
that's why
daarom
| 倒置あり
78
besides,
in addition,
especially (=vooral)
daarbij
| *daarnaast (besides, furthermore)
79
therefore,
| as the result
daardoor
80
一般的な、という意味のcommon
algemeen
| *gemeenschappelijk
81
共通の、という意味のcommon
gemeen
* 他にも、evil, nasty, meanという意味もある
* gemeenschappelijk
82
~から
(1) 後ろに決まった“いつまで”日時が無い場合に使う
(2) 後ろに、~まで (tot~) が来る場合に使う
(1) vanaf
| (2) van ... tot
83
hè と同意語
nietwaar
84
around the time
tegen die tijd
*die は直前で言ったこと。
de を使う時は、de tijd dat S + O + V と続ける
85
suddenly
plotseling
86
most of the time
meestal
87
usually (2)
gewoon
normaal gesproken
*zoals gebruikelijk = as usual
88
一昨日
eergisteren
89
明後日
overmorgen
90
hassle (面倒)
gedoe
| het
91
polite
beleefd
92
open to public
openbaar
93
at least (2)
minstens
| ten minste
94
coming (e.g. Saturday)
komend (volgend)
| →komende zaterdag
95
last (2)
laatst
| afgelopen
96
Of course, (文頭に置く)
uiteraard
| アウテラート