Zorg op school - Algemeen - HC 2 Flashcards
Welke eigenschappen van de leerkracht zijn belangrijk?
Instructiekwaliteit, klassenmanagement en pedagogische klimaat.
Didactisch handelen.
- Het stellen van na te streven doelen.
- Het bieden van effectieve groepsinstructie.
- Het omgaan met verschillen tussen leerlingen.
- Klassenmanagement.
Het stellen van na te streven doelen.
a. Schooldoelen, groepsdoelen en lesdoelen.
b. Doelgericht onderwijs van basisvaardigheden (lezen, spellen, rekenen).
c. Vaststellen en toetsen onderwijsaanbod.
d. Uitdaging.
e. Specifieke doelen voor zorgleerlingen.
Het bieden van effectieve groepsinstructie.
a. Monitoren, lesgeven en leren.
b. Directe instructiemodel.
Directe instructiemodel.
Leerkracht gestuurde activiteiten die op basisvaardigheden gericht zijn, waarbij de leerkracht direct informatie overbrengt en er zorgvuldig en efficiënt met de tijd wordt omgegaan.
Belangrijke kenmerken van directe instructiemodel.
- Expliciete instructie.
- Aanbieden leerstof in goed opgebouwde stappen.
- Leerlingen laten oefenen en onder begeleiding laten toepassen.
- Geven van directe feedback bij toepassen.
Welke fasen heeft het directe instructiemodel?
- Terugblik vorige les(sen).
- Aangeven van lesdoelen en leerdoelen.
- Presentatie leerkracht door modeling en instructie.
- Begeleide oefening.
- Zelfstandige verwerking leerlingen.
- Feedback.
- Terugblikken doelen en in hoeverre deze behaald zijn.
Omgaan met verschillen tussen leerlingen.
a. Onderwijs afstemmen om hun ondersteuningsbehoeftes.
b. Onderwijs afstemmen op mogelijkheden van leerlingen.
c. Rekening houden met de voorkennis van leerlingen.
d. Response to Intervention.
Response to Intervention.
Convergente differentiatie: leerlingen krijgen basisinstructie, dan gaan sommigen zelfstandig aan de slag en anderen krijgen extra instructie. Leerlingen met ernstige problemen krijgen individuele instructie.
Divergente differentiatie: leerlingen krijgen vanuit individuele doelen verschillend aanbod op maat.
Klassenmanagement.
a. Bij slecht klassenmanagement morsen leraren met tijd, reageren zij op probleemgedrag en komen zij niet goed tot differentiatie.
b. Creëren omgeving die academisch en sociaal-emotioneel leren ondersteunt.
c. Preventief.
d. Basiscondities: goed voorbereide lessen, pedagogische relaties, inrichting klas, duidelijke regels/routines, leerkracht als regisseur.
Modeling.
Voordoen en tegelijkertijd hardop denken.
Gradual release of responsibility.
Langzaam laten verschuiven van leraar instructie naar zelfstandigheid.
Metacognitieve strategieën.
Ik doe het, wij doen het, jullie doen het, jij doet het.
Werkzame factoren om effectieve instructie en het behalen van leerdoelen te realiseren.
- Voldoende instructie- en leertijd.
- Effectieve feedback en monitoring van lesgeven: feedback van docent naar kind, prestaties en groei van kind inzien als feedback over leerkracht zelf en daarop handelen en pedagogisch klimaat aanpassen.
- Samenwerken/tutoring: oude met jonge leerling, goede met minder goede leerling.
- Evidence based-curricula.
- Monitoren vooruitgang leerling: toetsen.
Voorwaardelijke aspecten pedagogische handelen.
- Pedagogische klimaat.
- Bevorderen van motivatie.