Zonnig de herfst in Flashcards

1
Q

uitkiezen
koos uit
heeft uitgekozen

A

выбирать из неск. предметов

Kies er een paar uit …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

trouw

A

верный

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de adem
/de inademing/
/de uitademing/

A

дыхание

De adem inhouden.
Diep adem halen.
In een adem.
Tot de laatste adem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inademen /uitademen
ademde in
heeft ingeademd

A

вздохнуть

выдохнуть

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de uitvinding

A

изобретение, выдумка (находка)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitvinden
vond uit
heeft uitgevonden

A

изобретать

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

continu

A

непрерывно

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gespannen

A

напряженный

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

spannen
spande
heeft gespannen

A

напрягать, натягивать

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spannend

A

захватывающий, увлекательный

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ontspannen
ontspande
heeft ontspannen

A

расслаблять

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het aandachtspunt

… in een checklist met twaalf aandachtspunten …
We mochten beslist geen aandachtspunten overslaan.

A

фокус, пункт

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

overslaan
sloeg over
heeft overgeslagen

A

пропустить, просмотреть

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beslist (bepaald)

Ik kom beslist.
Beslist niet!

A

решительно

определенно

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarnemen
nam waar
waargenomen

A

1) заметить (bemerken) = goed bekijken
Hoe meer u uw brein traint in het waarnemen van schoonheid, hoe vaker u het ook in kleine dingen zult zien.

2) (временно) исполнять обязанности, замещать
de functie van …. (tijdelijk) waarnemen
Als de dokter afwezig is, dan neemt een collega zijn taken waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verrassen
verraste
heeft verrast

A

удивить

Verras jezelf met kleine vernieuwingen.

17
Q

verrassend

Het boek is verrassend goed geschreven.

A

неожиданнo, неожиданный

18
Q

oproepen (bij iemand)
riep op
heeft opgeroepen

A

вызывать (чувства)

Welke dingen roepen bij u dat gevoel op?
De foto’s van de oorlog riepen veel verdriet op.

19
Q

toevoegen aan
voegde toe
heeft toegevoegd

A

добавлять к

Heb je wel suiker toegevoegd?
Voeg maar nieuw varianten toe.
Ga je eraan nog iets toevoegen?

приложить к

20
Q

overbelast

A

перегруженный

Het netwerk van de server was overbelast, doordat iedereen naar de website ging.

21
Q

ondertussen (= inmiddels)

A

между тем

тем временем

22
Q

de aarzeling (= de twijfel)

A

сомнение, колебание

23
Q

aarzelen (= twijfelen)
aarzelde
heeft geaarzeld

Hij aarzelde geen moment.

A

сомневаться, колебаться

24
Q

nagenieten van
genoot na
heeft nagenoten

A

наслаждаться воспоминаниями

25
Q

bewaren
bewaarde
heeft bewaard

A

хранить, сберечь, поддержать

Ik heb de neiging om alles te bewaren. Ik kan echt niets weggooien.
….fijne herinneringen bewaren.

26
Q

de gebeurtenis

A

событие

27
Q

begeleiden
begeleidde
heeft begeleid

A

проводить, сопровождать

Tijdens onze reis worden we begeleid door een dame.
Kinderen moeten begeleid worden door ouders.