Onregelmatige WW Flashcards
fluiten
floot
heeft gefloten
Wordt er jouw land op straat naar vrouwen gefloten? Vinden vrouwen dat positief of juist niet?
свистеть
ondernemen
ondernam
heeft ondernomen
Hij heeft verschillende pogingen ondernomen om met haar in contact te komen, maar zij vermijdt elk contact met hem.
предпринимать
ontbijten
ontbeet
heeft ontbeten
завтракать
strijken
streek
heeft gestreken
Toen ik gisteren mij overhemden streek, bleek dat er twee knopen ontbraken.
гладить (одежду), скользить, слегка касаться
verheffen
verhief
heeft verheven
Hij verhief zijn stem, ander kon hij niet boven het lawaai uit komen.
поднимать, возвышать, возносить
vermijden
vermeed
heeft vermeden
Hij heeft verschillende pogingen ondernemen om met haar in contact te komen, maar zij vermijdt elk contact met hem.
избегать, воздерживаться
verwerven
verwierf
heb verworven
Kun je toelichten hoe je die vaardigheden hebt verworven?
приобретать, завоевывать, нажить
waarnemen
nam waar
heeft waargenomen
Als de uitslag van de dopingcontrole positief is, betekent dat er een verboden middel is waargenomen.
наблюдать, замечать, подмечать
воспринимать
wegen
woog
heeft gewogen
Groente en fruiten worden bij de kassa gewogen.
взвешивать
ontbreken
ontbrak
heeft ontbroken
Toen ik gisteren mijn overhemden streek, bleek dat er twee knoppen ontbraken.
Er ontbreekt nog veel aan
не хватать, недоставать
afwijken
week af
heeft afgeweken
De resultaten week af van de verwachte waarden en waren daarvoor niet echt geloofwaardig.
отклоняться
(zich) gedragen
gedroeg
heeft gedragen
вести (себя)
De jongeren gedragen zich slecht.
onthouden
onthield
onthouden
Zal je mijn adres opschrijven of onthoud je het wel?
Ik heb onthouden dat ik de sleutels ergens in een lade heb gestopt.
запоминать
ontslaan
ontsloeg
heeft ontslagen
увольнять
Is hij ontslagen of is hij vrijwillig met zijn baan gestopt?
aanslaan
aansloeg
heeft aanslagen
een toets aanslaan
een snaar aanslaan
1) бить, ударять, тронуть
2) оценивать
3) начинать
opbergen
borg op
heeft opgeborgen
Ik ben vergeten waar ik mijn sleutels heb opgeborgen en nu kan ik het huis niet in.
убрать, отложить
toestaan
stond toe
heb toegestaan
разрешать
De directeur stond niet toe dat er gerookt werd in het gebouw.
vervangen
verving
heeft vervangen
Omdat mijn computer vaak kapot is, moet hij vervangen worden.
De dokter werd tijdens zijn vakantie vervangen door een collega.
заменить
bewegen
bewoog
bewogen
De tijger bewoog niet
Двигаться
Перемещать, двигать
bewijzen
bewees
bewezen
Het is niet bewezen dat hij een troep heeft veroorzaakt.
Доказывать
blazen
blies
geblazen
De muzikant blies zo hard op zijn fluit dat hij zowat van zijn stoel viel.
Дуть
knijpen
kneep
geknepen
Ze kneep heel hard in mijn arm en ik voelde een felle pijn.
Щипать
spijten
speet
gespeten
Сожалеть
verstaan
verstond
verstaan
Omdat zij hem niet heeft verstaan, drong het niet tot haar door dat het een serieuze zaak was.
расслышать