Compliment Flashcards

1
Q

neigen
neigde
heeft geneigd

A

склоняться

Hij neigt tot optimisme.
De dag neigt ten einde.
Nederlanders zijn van nature niet snel geneigd elkaar te complimenteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

redelijk

tamelijk, nogal

A

довольно

приличный, основательный

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

af en toe

A

временами, иногда

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ontvangen
ontving
heeft ontvangen

A

получать, принимать (комплимент)

Iedereen heeft natuurlijk ervaring met het ontvangen van een beledigend compliment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beledigen
beledigde
heeft beledigd
(krenken)

A

Обидеть, оскорблять

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beledigend

ergerlijk, krenkend

A

Оскорбительный

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

keurig (netjes)

A

аккуратный

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

slordig

A

небрежный, неряшливый

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

degene

A

тот, который

те, который

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beweren
beweerde
heeft beweerd

A

утверждать

Degene die het compliment geeft beweert impliciet dat hij iets over te zeggen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

betogen
betoogde
heeft betoogd

A

рассуждать

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ontkennen
ontkende
heeft ontkend

A

отрицать

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ondergeschikt

A

подчиненный, второстепенный, незначительный

Aan de andere kant kan een compliment ook juist iets onderschikts, iets kruiperigs hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kruiperig

A

угодливый, раболепский, подхалимский

Nederlanders zijn natuurlijk ook maar mensen, en daarom zijn ze soms bazig en soms kruiperig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gaaf

A

1) целый (heel)
2) цельный karakter
3) не битый, не мятый (fruit)
4) без изъяна (feilloos)
5) прекрасно! geweldig, prachtig, prima

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

toegeven
gaf toe
heeft toegegeven

A

Согласиться, признать

Geef nu maar toe, dat…
Toegegeven!

17
Q

bekennen
bekende
heeft bekend

A

признаться

18
Q

erkennen
erkende
heeft erkend

A

признать, осознать