ZO's Flashcards
Waardoor wordt de vaattonus van arteriolen beïnvloed?
Zowel door hormonen als door het perifere zenuwstels
Welke substantie bevindt zich tussen de tunica intima en tunica media?
Elastine (in de lamina elastica interna)
Hoe worden de cellen van de vaatwand zelf voorzien van voedingstoffen?
Oppervlakkig (luminaal): rechtstreeks uit het bloed (diffusie); dieper (tunica adventitia): via de vasa vasorum.
Musculeuze arteriën danken hun naam aan de aanwezigheid van gladde spiercellen in de media. Zijn er ook gladde spiercellen aanwezig in de media van elastische arteriën?
Ja
Op enkele plaatsen in het lichaam wordt onder normale omstandigheden relatief veel vocht uit capillairen gefiltreerd.
Noem twee van deze locaties
- Oogvocht
- Nier
Op enkele plaatsen in het lichaam wordt onder normale omstandigheden relatief veel vocht uit capillairen gefiltreerd.
Op deze plaatsen heeft de capillairwand een gespecialiseerde endotheelbekleding.
In welke zin is deze endotheelbekleding gespecialiseerd?
Gefenestreerd
Wat is het onderscheid tussen een arteriole en een musculeuze arterie?
Onderscheid: dikte van media (is in een arteriole slechts 1 of 2 cellagen dik).
Ook het perifere zenuwstelsel kan de vaattonus van arteriolen beïnvloeden.
Is die beïnvloeding positief of negatief?
Beide
Welke vaten worden bij diabetes mellitus aangedaan?
Arteriën, arteriolen, capillairen
Kan de vaattonus van venulen en van capillairen ook beïnvloed worden door het zenuwstelsel of door hormonen?
Nee, geen spierlaag
Wat is het gevolg van langdurige hypertensie voor de vaatwand van arteriolen, capillairen en venulen?
Uitsluitend gevolgen voor arteriolen: arteriolosclerose
Hypertrofie
Hypertrofie betekent dat de doorsnede van je spiervezels toeneemt. Ze worden groter zonder dat er nieuwe cellen worden gevormd
Wat kan een oorzaak zijn van hypertrofie in het linker ventrikel?
Hypertrofie van de linker ventrikel als gevolg van de langer bestaande hypertensie
Kansuitspraken over dan aanwezigheid van een ziekte zijn van toepassing op individuele patiënten?
Juist
Wat is een ECG?
Het ElektroCardioGram (ECG) is een registratie van potentiaalverschillen die het gevolg zijn van de elektrische activiteit van het hart.
De potentiaal in punt A, een waarnemingspunt (bv. ergens op het lichaamsoppervlak), in het veld van een lading Q is gedefinieerd als:
De arbeid die nodig is om een positieve eenheidslading vanuit het oneindige naar dat waarnemingspunt te verplaatsen
Potentiaalverschil
Onder een potentiaalverschil tussen twee punten verstaan we het verschil in potentiaal in die punten, ongeacht de waarde van de potentiaal zelf, bijvoorbeeld VA-VB of juist VB-VA
Wat kun je zeggen over de sterkte van een dipool als de twee ladingen dichter bij elkaar komen? En als de ladingen groter worden?
d kleiner dus p kleiner; Q groter dus p groter
> p= Q x d
Lading celmembraan
Een celmembraan in rust is positief geladen aan de buitenzijde en negatief aan de binnenzijde. Je kunt daarom het membraan opgebouwd denken uit een groot aantal dipolen naast elkaar. Dit wordt een dipoollaag genoemd. Je neemt daarbij aan dat de dipolen loodrecht op de membraan staan. De dipoolsterkte per oppervlakte-eenheid wordt de dipooldichtheid genoemd en afgekort met h.
potentiaal als gevolg van een dipoollaag
Is positief als de positief geladen zijde van het oppervlak (schuin) naar de waarnemer toe is gekeerd. In een tekening wijzen de pijltjes dan (schuin) in de richting van het waarnemingspunt. De potentiaal is negatief wanneer de pijltjes van het waarnemingspunt af wijzen. Opvallend is dat de potentiaal in een punt niet afhangt van de afstand r tussen dat punt en de dipoollaag. Ook speelt de oriëntatie van de vlakken geen rol.
gepolariseerde cel
De celmembraan van een rustende, d.w.z. elektrisch niet actieve cel is gepolariseerd: de buitenzijde is positief geladen t.o.v. de binnenzijde, zie figuur 10a. Vanuit punt A buiten de cel zien we steeds twee dipoollagen achter elkaar. We delen de ruimtehoek waaronder we de cel zien op in drie ruimtehoeken Ω1, Ω2 en Ω3. Binnen elk van deze ruimtehoeken bevinden zich twee dipoollagen, de één is gericht naar A toe (eventueel schuin) en de ander van A af. We veronderstellen dat de dipoolsterkte h constant is voor de gehele celmembraan! De hoofdwet van de volumegeleiding zegt dan dat de dipoollagen binnen elke ruimtehoek geen van alle een bijdrage leveren aan de potentiaal in A, m.a.w. een volledig gepolariseerde (rustende) cel bezit géén uitwendig equipotentiaalveld. Een volledig gedepolariseerde cel natuurlijk evenmin.